ECLI:NL:RBOBR:2024:4579
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de WOZ-waarde van een woning en de onderbouwing door de heffingsambtenaar
In deze uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant op 4 oktober 2024, wordt de WOZ-waarde van een woning in Waalre beoordeeld. De heffingsambtenaar heeft de waarde vastgesteld op € 740.000 voor het kalenderjaar 2023, welke waarde is gehandhaafd na bezwaar. Eiser, eigenaar van de woning, heeft beroep ingesteld tegen deze beslissing, waarbij hij stelt dat de heffingsambtenaar onvoldoende rekening heeft gehouden met lekkages in de woning. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar aannemelijk heeft gemaakt dat de vastgestelde waarde niet te hoog is. De rechtbank wijst erop dat de stelling van eiser over de lekkages niet onderbouwd is met relevante gegevens of foto's. Bovendien wordt gesteld dat de heffingsambtenaar niet in strijd met artikel 40 van de Wet WOZ heeft gehandeld, omdat hij in elke fase van het geding de waarde kan onderbouwen. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is, wat betekent dat eiser geen gelijk krijgt en geen proceskostenvergoeding ontvangt.