Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.Het procesverloop
- een e-mail met bijlagen van 17 april 2024 van Schulddienstverlening Peelgemeenten;
- meerdere e-mails met bijlagen van 6 mei 2024 van Schulddienstverlening Peelgemeenten.
[A] , klantbegeleider Schulddienstverlening Peelgemeenten. Zoals van tevoren aangekondigd zijn verzoekers, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Ook de beschermingsbewindvoerder is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.
2.De beoordeling
De stelling van [X] dat hij voor toelating tot de schuldsaneringsregeling in aanmerking komt indien een schuld niet binnen een termijn van maximaal acht jaar kan worden ingelost, vindt geen steun in het recht en wordt derhalve verworpen”en Hof Den Bosch, 1 september 2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:3997, 3.7.2:
“Niet voldoende is immers dat er een problematische schuldensituatie ontstaat mede in die zin dat de aflossing van de schuld nog vele jaren gaat duren. Dat mag, zoals ook de advocaat van [appellant] nog eens tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep heeft benadrukt, onredelijk zijn, in het kader van artikel 288 lid 1 aanhef en sub a Fw vormt echter niet een dergelijke mate van redelijkheid (tevens) het toetsingscriterium, maar enkel de vraag, of voldoende aannemelijk is (gemaakt) dat verzoeker niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden.”