Uitspraak
RECHTBANK Oost-Brabant
1.De procedure
2.De beoordeling
proportionaliteitscriteria”, waaronder: de looptijd van de schade en de omvang van de letselschadevordering, de aard en complexiteit van het letsel, de klachten en het klachtenverloop, de relevante medische voorgeschiedenis en de opstelling van de benadeelde.
3.De beslissing
- de deskundige dient,
- de griffie zal de opgave van de deskundige vervolgens toezenden aan partijen;
- partijen kunnen desgewenst
- indien niet of niet tijdig bezwaar wordt gemaakt, zal de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige worden vastgesteld op het door de deskundige begrote bedrag;
- indien wel tijdig bezwaar wordt gemaakt, zal de hoogte van het voorschot door de rechter worden vastgesteld,
alleadviezen van de Medisch Adviseurs van beide partijen, waaronder in ieder geval:
- de deskundige voor aanvang van het onderzoek kennis moet nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl of op te vragen bij de griffie);
- de deskundige pas met het onderzoek kan beginnen ná het bericht van de griffier over de betaling van het voorschot, en dat een eerder begin van het onderzoek voor eigen rekening en risico van de deskundige geschiedt;
- de deskundige het onderzoek onmiddellijk moet staken en contact moet opnemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn. Laat de deskundige dit na, dan geschiedt dit voor eigen rekening en risico,
- de deskundige, indien en voor zover deze meent dat medische informatie die van belang is voor de oordeelsvorming ontbreekt, die informatie zelf bij de betrokken collega(e) opvraagt,
- nadere inlichtingen en gegevens aan de deskundige moeten verstrekken indien deze daarom verzoekt. Partijen moeten de eventueel aan de deskundige te verschaffen gegevens ook in afschrift aan elkaar toesturen;
- de deskundige gelegenheid moeten geven tot het verrichten van het onderzoek,
- uit het schriftelijke rapport moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd;
- dat de deskundige [verzoekster] in de gelegenheid moet stellen om gebruik te maken van haar inzage- en blokkeringsrecht als bedoeld in artikel 7:464 lid 2 onder b BW en, indien [verzoekster] als eerste kennis wenst te nemen van het deskundigenbericht, een concept van dat rapport aan [verzoekster] (eventueel onder gesloten couvert via haar advocaat) moet toesturen en [verzoekster] daarbij een termijn van twee weken moet bieden om aan te geven of zij gebruik wil maken van haar blokkeringsrecht (waarbij [verzoekster] zich van commentaar op het concept moet onthouden);
- dat, indien [verzoekster] binnen die termijn mededeelt gebruik te maken van haar blokkeringsrecht, de deskundige de werkzaamheden onmiddellijk moet staken en dit aan de rechtbank moet mededelen;
- dat, indien [verzoekster] geen gebruik maakt van haar inzage- of blokkeringsrecht, de deskundige het concept van het deskundigenrapport aan de advocaten van partijen moet toezenden;
- de deskundige een concept van het rapport aan partijen moet toezenden, en partijen de gelegenheid moet geven om binnen vier weken na verzending van het rapport daarover bij de deskundige opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden. Dit met het oog op het fundamentele recht van hoor en wederhoor,