ECLI:NL:RBOBR:2024:1222
Rechtbank Oost-Brabant
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Verzoek om kwijtschelding studieschuld op medische gronden
In deze zaak heeft eiseres verzocht om kwijtschelding van haar studieschuld op medische gronden. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft deze aanvraag afgewezen met een besluit van 28 oktober 2022, en na bezwaar is deze afwijzing bevestigd in een besluit van 15 juni 2023. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank. Tijdens de zitting op 13 maart 2024 heeft de rechtbank het beroep behandeld, waarbij eiseres en haar moeder aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de minister en zijn collega. De rechtbank heeft bewondering voor de inspanningen van eiseres om haar studie te voltooien ondanks haar medische problemen, maar oordeelt dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een afwijking van het beleid rechtvaardigen. De rechtbank concludeert dat eiseres niet voldoet aan de voorwaarden voor kwijtschelding zoals vastgesteld door de minister. De rechtbank wijst erop dat het beleid is ontwikkeld voor situaties waarin het afbetalen van de studieschuld om humanitaire redenen niet meer kan worden gevraagd. Eiseres' situatie valt hier niet onder, en de rechtbank kan het beleid niet verruimen. Eiseres heeft wel andere voorzieningen tot haar beschikking, zoals de mogelijkheid van terugbetaling naar draagkracht en uitstel van terugbetaling. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst erop dat partijen het recht hebben om in hoger beroep te gaan bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending van het proces-verbaal.