Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
De bewijsbeslissing.
De bewijsmiddelen.
Bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van de feiten en de dader.
De motivering van de straf.
Het beslag.
De vordering van de benadeelde partij [moeder van slachtoffer] .
- € 5.819,65 terzake de kosten voor het plaatsen van een grafmonument;
- € 15.425,- terzake de kosten voor de uitvaart van [slachtoffer 1] ;
- € 1.660,- terzake kosten voor een vaas en onderplaat in verband met de uitvaart van [slachtoffer 1] ;
- tweemaal het bedrag van € 53,88 ter zake het opvragen van medische informatie van mw. [moeder van slachtoffer] .
- € 20.000,- terzake affectieschade;
- € 40.000,- terzake shockschade.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] .
- € 70,- ter vergoeding van de twee door benadeelde doorgebrachte dagen in het ziekenhuis (gebaseerd op de letselschaderichtlijn);
- € 1.028,- aan kosten in verband met een hotelovernachting;
- € 67,68 aan kosten in verband met het opvragen van medische informatie;
- € 100,- aan kosten in verband met kleding die beschadigd is geraakt door de medische behandeling aan het been van de benadeelde.
- € 10.000,- terzake smartengeld
- € 30.000,- terzake shockschade.
- de kostenpost ter vergoeding van de twee door benadeelde doorgebrachte dagen in het ziekenhuis (gebaseerd op de letselschaderichtlijn) ter hoogte van € 70,-;
- de kostenpost € 67,68 aan kosten in verband met het opvragen van medische informatie;
- de kostenpost € 100.- aan kosten in verband met kleding die beschadigd is geraakt door de medische behandeling aan het been van de benadeelde;
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
De rechtbank:
verklaarthet ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
verklaartniet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
verklaart dat het bewezen verklaarde oplevert de misdrijven:
legt opde volgende straf en maatregel:
Een gevangenisstraf voor de duur van 14 jaren met aftrekovereenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht;
Onttrekking aan het verkeervan de inbeslaggenomen en nog niet teruggeven goederen, te weten:
Overige beslissingen.
De rechtbank:
gelast de teruggavevan het inbeslaggenomen goed
aan de redelijkerwijs als rechthebbende aan te merken persoon, zijnde:
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [moeder van slachtoffer] :
De rechtbank:
wijstde vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij, [moeder van slachtoffer] , van een bedrag van 40.512,41 euro, bestaande uit 23.012,41 euro materiële schade en 17.500,00 euro immateriële schade.
vermeerdertde materiële schade met de wettelijke rente vanaf 19 juli 2023 tot aan de dag der algehele voldoening en vermeerdert de immateriële schade met de wettelijke rente vanaf 25 juni 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeeltverdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
bepaaltdat de benadeelde partij in de vordering voor het overige niet-ontvankelijk is en de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijk rechter kan aanbrengen;
legtaan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [moeder van slachtoffer] , van een bedrag van 40.512,41 euro.
Bepaaltdat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 237 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op. Voormeld bedrag bestaat uit 23.012,41 euro materiële schade en 17.500,00 euro immateriële schade;
vermeerdertde materiële schade met de wettelijke rente vanaf 19 juli 2023 tot aan de dag der algehele voldoening en vermeerdert de immateriële schade met de wettelijke rente vanaf 25 juni 2023 tot aan de dag der algehele voldoening.
bepaaltdat verdachte van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voorzover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] :
De rechtbank:
wijstde vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij, [slachtoffer 2] , van een bedrag van 7.737,68 euro, bestaande uit 237,68 euro materiële schade en 7.500,00 euro immateriële schade;
vermeerderthet toegewezen bedrag met de wettelijke rente vanaf 25 juni 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeeltverdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
bepaaltdat de benadeelde partij in de vordering voor het overige niet ontvankelijk is en de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijk rechter kan aanbrengen;
legtaan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer 2] , van een bedrag van 7.737,68 euro;
Bepaaltdat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 73 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op. Voormeld bedrag bestaat uit 237,68 euro materiële schade en 7.500,00 euro immateriële schade;
vermeerderthet toegewezen bedrag met de wettelijke rente vanaf 25 juni 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
bepaaltdat verdachte van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voorzover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.