Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
De tenlastelegging.
Feit 1 primair:
dat hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 18 december 2022 tot en met 26 december 2022 te Vlijmen en/of te Zoetermeer, althans in Nederland, opzettelijk een minderjarige, [slachtoffer] , geboren op [2009] , heeft onttrokken aan het wettig over haar gesteld gezag en/of aan het opzicht van degene die dit desbevoegd over haar uitoefende;
Feit 1 subsidiair:
dat hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 18 december 2022 tot en met 26 december 2022 te Zoetermeer, althans in Nederland, opzettelijk, een minderjarige, te weten [slachtoffer] , geboren op [2009] , die onttrokken was of zich onttrokken had aan het wettig over haar gesteld gezag of aan het opzicht van degene die dit desbevoegd over haar uitoefende, heeft verborgen en/of aan de nasporing van de ambtenaren van de justitie of politie heeft onttrokken;
Feit 2:
dat hij in of omstreeks de periode van 23 december 2022 tot en met 28 december 2022 te Zoetermeer, een wapen van categorie III onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten een alarmpistool, voorhanden heeft gehad.
De formele voorvragen.
De beoordeling van de ten laste gelegde feiten.
ten aanzien van het onder 1 primair en subsidiair ten laste gelegde feit.
NJ1959/17).
ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde feit
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf.
Algemeen
De ernst van de bewezenverklaarde feiten
De strafmodaliteit
Conclusie
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
Handelen in strijd met artikel 26 eerste lid van de Wet wapens en munitie.
geldboeteter hoogte
van € 550,--[vijfhonderd vijftig euro] te vervangen door 11 dagen hechtenis voor het geval dat noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt.