In deze zaak heeft de rechtbank Oost-Brabant op 22 december 2023 uitspraak gedaan in een ontnemingsprocedure tegen een verdachte die in 1980 is geboren en woonachtig is in [woonplaats]. De rechtbank heeft het wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld op € 52.000,00, in overeenstemming met procesafspraken die zijn gemaakt tussen de verdachte en het Openbaar Ministerie. Deze afspraken zijn tot stand gekomen na een zitting op 12 december 2023, waarbij de verdachte werd bijgestaan door zijn raadsman. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte vrijwillig en met voldoende informatie heeft ingestemd met de gemaakte procesafspraken, en dat deze afspraken geen afbreuk doen aan zijn recht op een eerlijk proces zoals gewaarborgd in artikel 6 van het EVRM.
De vordering van de officier van justitie, ingediend op 1 december 2023, strekte tot het vaststellen van het wederrechtelijk verkregen voordeel en het opleggen van een betalingsverplichting aan de Staat. De rechtbank heeft de overeenkomst en de inhoud daarvan zorgvuldig beoordeeld, en heeft geconcludeerd dat de verdachte zich bewust was van de rechtsgevolgen van zijn instemming met de procesafspraken. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 16 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, wegens het feitelijk leidinggeven aan het opzettelijk niet afdragen van loonbelasting door twee B.V.'s en het medeplegen van gewoontewitwassen.
De rechtbank heeft benadrukt dat artikel 74 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen van toepassing is op de veroordeling voor het niet afdragen van loonbelasting, wat betekent dat de ontnemingsmaatregel niet kan worden opgelegd voor het belastingnadeel. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het vastgestelde bedrag van € 52.000,00 enkel betrekking heeft op de veroordeling voor het medeplegen van gewoontewitwassen. De rechtbank heeft de verdachte de verplichting opgelegd tot betaling van dit bedrag aan de Staat, met de mogelijkheid van gijzeling bij niet-betaling. Indien er hoger beroep wordt ingesteld, zal het vonnis worden aangevuld met bewijsmiddelen.