Op 22 december 2023 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij belastingfraude en witwassen. De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf op van 16 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De zaak was aanhangig gemaakt na een dagvaarding op 12 mei 2022, en de rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan meerdere feiten, waaronder het opzettelijk niet afdragen van loonbelasting door twee B.V.'s en het medeplegen van gewoontewitwassen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte bij de totstandkoming van de procesafspraken werd bijgestaan door zijn raadsman en dat hij zich bewust was van de rechtsgevolgen van de overeenkomst. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen bij het bepalen van de straf. De rechtbank oordeelde dat de opgelegde straf recht doet aan de zaak en dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit. Daarnaast zijn de inbeslaggenomen geldbedragen verbeurd verklaard en is de bewaring van een personenauto gelast ten behoeve van de rechthebbende.