ECLI:NL:RBOBR:2023:5986
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Strafzaak tegen verdachte wegens stroperij en bezit van verboden wapens
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 22 december 2023 uitspraak gedaan tegen een verdachte die beschuldigd werd van het handelen in strijd met de Wet natuurbescherming en het bezit van verboden vuurwapens en munitie. De verdachte, geboren in 1992, werd beschuldigd van meerdere feiten die zich tussen oktober 2020 en juni 2021 hebben voorgedaan, waaronder stroperij van beschermde diersoorten zoals hazen en reeën, en het voorhanden hebben van vuurwapens zonder vergunning. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de rechtbank bevoegd was om van de zaak kennis te nemen. Tijdens de zittingen op 23 mei, 25 september en 12 december 2023 is het bewijs tegen de verdachte besproken. De officier van justitie heeft gepleit voor een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, terwijl de verdediging pleitte voor een taakstraf en een kortere voorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank heeft uiteindelijk een taakstraf van 240 uren opgelegd, subsidiair 120 dagen hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden met een proeftijd van 5 jaren. De rechtbank heeft ook verbeurdverklaring van inbeslaggenomen goederen uitgesproken, waaronder een personenauto en verschillende wapens. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de impact op de samenleving.