Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
getoond, in elk geval zichtbaar gemaakt voor voornoemde [slachtoffer 1] en/of
die [slachtoffer 2] en/of
tong tussen de schaamlippen van die [slachtoffer 2] en/of
tong, in de vagina van die [slachtoffer 2] ;
tussen de schaamlippen (vingeren) en/of
ontblote penis,
schaamlippen,
gegevensdrager(s), bevattende afbeeldingen, te weten foto's en/of video's, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft vervaardigd en/of in bezit heeft gehad, welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit:
gegevensdrager(s), bevattende afbeeldingen, te weten foto's en/of video's
gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft en/of
De formele voorvragen.
Bewijs
Bewijsmiddelen.
Bewijsoverwegingen.
- zowel verdachte als [slachtoffer 1] verklaren dat zij beiden naakt naast elkaar op het bankje bij de picknicktafel zaten;
- beiden verklaren dat verdachte hierbij een gesprek over seksuele voorlichting is gestart;
- beiden verklaren ook dat er druppels op de piemel van verdachte zaten, die door verdachte met een handdoek werden weggeveegd;
.Ook deze afbeeldingen en videobestanden hebben naar het oordeel van de rechtbank een kinderpornografisch karakter. Verdachte heeft immers tijdens een weekend deze meisjes, die tijdens een op zich onschuldig onderling kinderspel op de speelplaats van een school hun intieme lichaamsdelen aan elkaar hebben getoond, vanuit de zolderverdieping van school gefotografeerd. Vervolgens heeft verdachte deze afbeeldingen en videobestanden in zijn gegevensdragers opgeslagen. Juist het op deze wijze stiekem fotograferen van op zichzelf onschuldige handelingen van kinderen tijdens hun spel, maakt dat die afbeeldingen een onmiskenbaar seksuele strekking hebben. De rechtbank betrekt daarbij dat deze afbeeldingen en videobestanden niet op zichzelf staan en ziet deze tegen de achtergrond van alle overige aan verdachte verweten strafbare feiten.
De bewezenverklaring.
op tijdstippen in de periode van 01 januari 2018 tot en met 29 augustus 2022 in Nederland en/of België, telkens door misleiding, de volgende personen die de leeftijd van achttien jaren nog niet hadden bereikt, opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen en/of van hem, verdachte, te dulden, immers heeft hij, verdachte door zich voor te doen als [alias verdachte] , een jongere jongen,
-een gegevensdrager, bevattende afbeeldingen, te weten een foto en een video van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken, heeft vervaardigd en in bezit heeft gehad, welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit:
gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft en/of
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
De vorderingen van de benadeelde partijen.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] .
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] .
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] .
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5] .
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 7] .
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 8] .
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 10] .
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 11] .
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 13] .
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 14] .
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 16] .
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 17] .
Beslag.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
en
en
en
en
8 jarenmet aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht;
[slachtoffer 2] ,van een bedrag van
€ 10.000,-.bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 85 dagen; de toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
wettelijke rente vanaf 31 maart 2022tot aan de dag der algehele voldoening.
beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] :
[slachtoffer 2], van een bedrag van
€ 10.000,-bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de
wettelijke rente vanaf 31 maart 2022tot aan de dag der algehele voldoening;
€ 215,-niet-ontvankelijk is en de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
[slachtoffer 3], van een bedrag van
€ 2.500,-.bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 35 dagen; de toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
wettelijke rente vanaf 01 mei 2019tot aan de dag der algehele voldoening;
beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] :
[slachtoffer 3], van een bedrag van
€ 2.500,-bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de
wettelijke rente vanaf 01 mei 2019tot aan de dag der algehele voldoening;
[slachtoffer 4], van een bedrag van
€ 2.500,-.bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 35 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
wettelijke rente vanaf 10 februari 2019tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] :
[slachtoffer 4], van een bedrag van
€ 2.500,-bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de
wettelijke rente vanaf 10 februari 2019tot aan de dag der algehele voldoening;
€ 175,80,-en het meer gevorderde bedrag aan immateriële schadevergoeding niet-ontvankelijk is en de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijk rechter kan aanbrengen.
[slachtoffer 5], van een bedrag van
€ 2.500,-.bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 35 dagen; de toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
wettelijke rente vanaf 22 oktober 2018tot aan de dag der algehele voldoening;
beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5] :
[slachtoffer 5], van een bedrag van
€ 2.500,-,bestaande uit immateriële schade; de immateriële schade te vermeerderen met de
wettelijke rente vanaf 22 oktober 2018tot aan de dag der algehele voldoening.
[slachtoffer 7], van een bedrag van
€ 2.500,-.bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 35 dagen; de toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
wettelijke rente vanaf 13 april 2019tot aan de dag der algehele voldoening;
beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 7] :
[slachtoffer 7], van een bedrag van
€ 2.500,-, bestaande uit immateriële schade; de immateriële schade te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 april 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
wijst af het namens [slachtoffer 7] verzochte contactverbod;
[slachtoffer 8] ,van een bedrag van
€ 1.500,-;bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 25 dagen; de toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
wettelijke rente vanaf 25 juli 2020tot aan de dag der algehele voldoening;
beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 8] :
[slachtoffer 8], van een bedrag van
€ 1.500,-bestaande uit immateriële schade te vermeerderen met de
wettelijke rente vanaf 25 juli 2020tot aan de dag der algehele voldoening;
€ 193,76,-en het meer gevorderde bedrag aan immateriële schadevergoeding niet-ontvankelijk is en de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
[slachtoffer 10], van een bedrag van
€ 1.500,-.bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 25 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
wettelijke rente vanaf 21 oktober 2018tot aan de dag der algehele voldoening.
beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 10] :
[slachtoffer 10], van een bedrag van
€ 1.500,-bestaande uit immateriële schade te vermeerderen met de
wettelijke rente vanaf 21 oktober 2018tot aan de dag der algehele voldoening;
[slachtoffer 11], van een bedrag van
€ 2.000,-.bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 30 dagen; de toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
wettelijke rente vanaf 05 april 2021tot aan de dag der algehele voldoening;
beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 11] :
€ 2.000,-,bestaande uit immateriële schade; de immateriële schade te vermeerderen met de
wettelijke rente vanaf 05 april 2021tot aan de dag der algehele voldoening;
[slachtoffer 13], van een bedrag van
€ 650,-.bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 13 dagen; de toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
de wettelijke rente vanaf 05 december 2021tot aan de dag der algehele voldoening.
beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 13] :
[slachtoffer 13], van een bedrag van
€ 650,-,bestaande uit immateriële schade; de immateriële schade te vermeerderen met de
wettelijke rente vanaf 05 december 2021tot aan de dag der algehele voldoening;
[slachtoffer 14], van een bedrag van
€ 500,-.bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 10 dagen; de toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
wettelijke rente vanaf 12 april 2023tot aan de dag der algehele voldoening;
beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 14] :
[slachtoffer 14] ,van een bedrag van
€ 500,-bestaande uit immateriële schade te vermeerderen met de
wettelijke rente vanaf 12 april 2023tot aan de dag der algehele voldoening;
[slachtoffer 16], van een bedrag van
€ 500,-.bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 10 dagen; de toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
wettelijke rente vanaf 11 januari 2023tot aan de dag der algehele voldoening;
beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 16] :
[slachtoffer 16], van een bedrag van
€ 500,-bestaande uit immateriële schade; de immateriële schade te vermeerderen met de
wettelijke rente vanaf 11 januari 2023tot aan de dag der algehele voldoening;
[slachtoffer 17], van een bedrag van
€ 300,-, bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 6 dagen; de toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
wettelijke rente vanaf 12 januari 2023tot aan de dag der algehele voldoening.
beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 17] :
wettelijke rente vanaf 12 januari 2023tot aan de dag der algehele voldoening;
gelast de onttrekking aan het verkeer van het inbeslaggenomen goed, te weten:
teruggave inbeslaggenomen goederen, vermeld op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen: