Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Inleiding.
mishandelen als bedoeld in artikel 300 van het Wetboek van Strafrecht ligt de wederrechtelijkheid van die gedraging besloten, de zogeheten ‘ingeblikte’ wederrechtelijkheid. Indien komt vast te staan dat er geen sprake is van wederrechtelijkheid, kan niet meer worden gesproken van mishandeling en moet daarvan worden vrijgesproken. Dat is het geval bij het bestaan van een rechtvaardigingsgrond, zoals noodweer. Kort en goed: een geslaagd beroep op noodweer leidt bij een mishandeling tot vrijspraak. Dat is in deze strafzaak ook het cruciale vraagstuk, nu verdachte zich van aanvang af op noodweer heeft beroepen.
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging.
Het oordeel van de rechtbank.
kunnen, maar zich ook daaraan had
moetenonttrekken. De Hoge Raad overweegt: “dat het zich aan de aanranding
kunnenonttrekken inhoudt dat daartoe een reële en redelijke mogelijkheid (dus geen belemmering) moet hebben bestaan” en “dat onttrekking aan de aanranding voorts van de verdachte moet kunnen worden