Uitspraak
1.De kern van de zaak en de uitkomst
2.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift van Transavia met 21 producties;
- het verweerschrift met 9 producties;
- de akte van Transavia met producties 22 t/m 28.
3.De achtergrond van de zaak
4.Het verzoek en het verweer
geenverlof hebben gekregen op een bepaalde dag, komen opdagen. [verweerster] heeft niet gehandeld zoals zij als goed werknemer, en conform de geldende gedragsregels, zou moeten doen. Dat geldt te meer nu [verweerster] als purser een voorbeeldfunctie heeft voor de Cabin Crew. Dit kwalificeert als verwijtbaar handelen. Door het voornoemde handelen is de arbeidsrelatie bovendien ernstig en duurzaam verstoord en kan van Transavia niet worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Herplaatsing van [verweerster] is niet mogelijk en ligt, gezien het verwijtbaar handelen en het vertrouwen dat is geschaad, ook niet in de rede.
De onterechte ziekmelding moet tegen deze achtergrond worden bezien. Zij heeft weliswaar niet correct gehandeld door zich onterecht ziek te melden, maar niet gezegd kan worden dat zij zo verwijtbaar heeft gehandeld dat dit een reden zou zijn om het dienstverband met haar te beëindigen. Van een verstoorde arbeidsrelatie is geen sprake. [verweerster] heeft goed contact met haar collega’s en ook het contact met [B] is goed. Daarnaast voert zij haar werk geheel zelfstandig uit en heeft zij niet dagelijks met haar leidinggevende te maken.
5.Het voorwaardelijk tegenverzoek en het verweer daartegen
6.De beoordeling
ktr: 5 juli 2023)weer als purser te mogen vliegen. Daarna is zij hersteld gemeld. Nergens uit blijkt dat [verweerster] in de periode tussen 5 juli en 13 juli 2023 nog niet hersteld was en nog met psychische beperkingen kampte. Op 27 juli 2023 heeft [verweerster] zich weliswaar opnieuw ziek gemeld en op 17 augustus is [verweerster] arbeidsongeschikt bevonden, maar daarbij is alleen melding gemaakt van beperkingen op het gebied van dynamisch handelen. De arboverpleegkundige verwijst in het advies van 7 september 2023 - met de mededeling dat [verweerster] nog steeds kampt met de eerder beschreven beperkingen - dus niet naar de beperkingen op het gebied van algemeen persoonlijk en sociaal emotioneel functioneren, die op 9 juni 2023 speelden. Hoewel de kantonrechter het zeker voorstelbaar acht dat de medische aandoening die begin mei 2023 bij [verweerster] werd geconstateerd een grote impact op haar heeft gehad, zijn er geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat [verweerster] op 13 juli 2023 arbeidsongeschikt was en zij toen psychisch zodanig onder druk stond, dat zij zich als gevolg daarvan in een opwelling heeft ziek gemeld. De kantonrechter concludeert dan ook dat er geen verband bestaat tussen de ontbindingsgrond en de arbeidsongeschiktheid van [verweerster] , zodat het opzegverbod tijdens ziekte niet aan ontbinding in de weg staat.
stand-bywerknemers zouden zijn om de vluchten conform de planning uit te voeren. Als onweersproken staat vast dat dit (aanzienlijke) financiële en reputatieschade voor Transavia tot gevolg had kunnen hebben. De kantonrechter is van oordeel dat [verweerster] daarmee verwijtbaar heeft gehandeld en Transavia dit niet hoeft te dulden van een werknemer. Dat het risico zich niet heeft verwezenlijkt, doet aan de verwijtbaarheid van de gedraging niet af. Het verweer van [verweerster] dat de onterechte ziekmelding verband houdt met haar psychische klachten, zoals zij ook in het kader van het opzegverbod heeft opgeworpen, en zij daarom weliswaar onjuist heeft gehandeld, maar niet verwijtbaar, is naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende onderbouwd. Daarbij wordt verwezen naar wat de kantonrechter in 6.3 heeft overwogen. Gelet op het verwijtbare handelen van [verweerster] , ligt herplaatsing niet in de rede.