Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
einduitspraak van de meervoudige kamer van 4 oktober 2023 in de zaken tussen
SHE 22/147 en SHE 22/2643: [eisers 1] , allen uit [woonplaats] , eisers 1,
het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant (het college)
[naam] B.V.( [naam] ) te [woonplaats] (gemachtigde: mr. R.A.M. Verkoijen). Eisers 1 en 2 en Groengas nemen over en weer deel als derde-partij.
Inleiding
Totstandkoming van de besluiten en procesverloop bij de rechtbank
- Overtreding 1: € 5.500,- per constatering per week dat artikel 2.1 lid 1, onder a en e van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) niet wordt nageleefd met een maximum van € 33.000,-. Groengas kan de overtreding beëindigen door de afmetingen van de silo’s 4 en 5 in overeenstemming te brengen met de geldende vergunningssituatie voor de activiteiten “bouwen” en “milieu” dan wel de huidige silo’s 4 en 5 buiten werking stellen. Groengas kan er ook voor kiezen om te beschikken over een omgevingsvergunning die deze afwijkingen legaliseert, indien vergunbaar. Tot slot heeft Groengas de keuze om silo 4 en 5 niet voor meer dan de vergunde inhoud gevuld te hebben en deze silo’s te voorzien van werkende koolfilters. Indien de silo’s 4 en 5 voor maximaal de vergunde maten (te weten voor maximaal 5.000 m3) zijn gevuld en zijn voorzien van werkende koolfilters zijn geen negatieve effecten te verwachten van het feit dat de silo’s groter zijn uitgevoerd dan vergund. Hierbij moet dan ook voorschrift 6.1.1 van de omgevingsvergunning in acht worden genomen. Gevolg hiervan is dat de silo’s voor maximaal 95% x 5000 m3 gevuld mogen zijn. Er is geen begunstigingstermijn geboden.
- Overtreding 2. € 5.500,- per constatering per week, dat artikel 2.1 lid 1 onder a en e van de Wabo niet wordt nageleefd met een maximum van € 33.000,-. Groengas kan de overtreding beëindigen door silo 6 in overeenstemming te brengen met de geldende vergunningssituatie dan wel de huidige silo 6 buiten werking te stellen. Dit betekent dat de kleine silo (silo 6) moet worden uitgevoerd zoals vergund in de omgevingsvergunning van 10 september 2015 (waarin deze is vervangen door drie afzonderlijke tanks) of buiten werking zijn gesteld. Groengas kan er ook voor kiezen om te beschikken over een omgevingsvergunning die deze afwijkingen legaliseert, indien vergunbaar. Tot slot kan Groengas er, zolang de aanvraag van 6 december 2022 om een revisievergunning in behandeling is, voor kiezen om silo 6 te laten staan en in gebruik te hebben voor het ontvangen van mest en co-producten en het gedoseerd invoeren daarvan richting de vergistingssilo’s, mits deze silo 6 is voorzien van een dubbel koolfilter. Er is geen begunstigingstermijn geboden.
- Overtreding 3: De last onder dwangsom van 22 september 2022 wordt ingetrokken voor zover deze betrekking heeft op het gasveredelingsstation.
- Overtreding 4: De last onder dwangsom van 22 september 2022 wordt ingetrokken voor zover deze betrekking heeft op het hekwerk.
- Overtreding 5: De last onder dwangsom van 22 september 2022 wordt ingetrokken voor zover deze betrekking heeft op de mobiele dieselgestookte stookinstallatie en de bijbehorende opslagtank.
Beoordeling door de rechtbank
- Groengas heeft op 6 december 2022 een omgevingsvergunning aangevraagd voor verschillende activiteiten waaronder milieu (revisie, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder e, en artikel 2.6 van de Wabo). Deze was op het moment van de zitting van de rechtbank door het college wel volledig bevonden maar nog niet inhoudelijk beoordeeld.
- Groengas heeft een verzoek ingediend om het gebruik van de inrichting te gedogen. Het college heeft dit verzoek afgewezen op 25 mei 2023.
- Eisers hebben een verzoek om invordering ingediend van (volgens hen) verbeurde dwangsommen op 22 mei 2023. Het college heeft ten tijde van de zitting nog geen invorderingsbesluit genomen.
- In het controlerapport van week 20 is geconstateerd dat silo 4 voor 95% is gevuld. Hiermee wordt biogas gewonnen dat wordt behandeld in het gasveredelingsstation. Silo 5 is gevuld met slapende mest (afgekoeld digestaat waarbij niet of nauwelijks biogas vrijkomt). De stookinstallatie is verwijderd. Er is geen digestaat afgevoerd. Op het terrein zijn nog twee silo’s opgeslagen die zullen worden geplaatst achter op het terrein na verlening van de revisievergunning.
De rechtbank neemt verder op basis van de bevindingen van de StAB aan dat de wijzigingen in silo’s 4, 5 en 6 niet leiden tot meer nadelige milieugevolgen. De silo’s zelf veroorzaken geen geuremissies (dat blijkt uit het nader verslag van de StAB). De inzet van een dubbele koolfilter om de verdringingslucht vanuit vrachtwagens en ventilatielucht vanuit silo’s 4 en 5 te reinigen, voorkomt dat er meer geuremissies optreden dan in de vergunde situatie. In de vergunde situatie zou de inzet van WKK’s kunnen leiden tot meer geuremissies en andere emissies. Bij deze conclusie gaat de rechtbank er wel van uit dat silo 6 is voorzien van een dichte kap en dat een dubbele koolfilter wordt toegepast.” Eisers hebben niets aangevoerd dat aanleiding zou moeten geven om op dit oordeel terug te komen.
- Rechtstreekse afvoer van mest en/of digestaat is in strijd met artikel 2.1, eerste lid onder e, van de Wabo.
- De opslag van mest, op zichzelf bezien, is niet in strijd met de geldende omgevingsvergunning milieu of de bestemming "Agrarisch" en de functieaanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – biogasinstallatie’, zolang deze maar wordt gebruikt in de biogasinstallatie. Zodra de mest blijvend wordt opgeslagen, maar niet meer wordt aangewend voor co-vergisting om biogas op te wekken, is dit wel in strijd met de geldende omgevingsvergunning milieu of de bestemming "Agrarisch" en de functieaanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – biogasinstallatie’.
- De aanwezigheid en het gebruik van de affakkelinstallatie in overeenstemming met de voorschriften van de omgevingsvergunning van 17 september 2013 is geen overtreding.
Conclusie en gevolgen
- De zaak SHE 22/147 gaat over het beroep van eisers 1 tegen de beslissing op bezwaar van 6 december 2021 tegen het besluit van 2 juni 2021 tot afwijzing van het verzoek van eisers 1 om handhavend optreden tegen de inrichting (het bedrijf) van Groengas en [naam] . Het college is daarna alsnog tot handhaving overgegaan tegen Groengas . Reeds daarom is het beroep van eisers 1 gegrond. Het besluit van 6 december 2021 zal worden vernietigd. De rechtbank zal hier zelf in de zaak voorzien en het besluit van 2 juni 2021 herroepen. Gelet op het feit dat het college vervolgens wél is overgegaan tot handhaving, is geen aanleiding om het college daarnaast te verplichten een nieuw besluit te nemen.
- De zaken SHE 22/2474 en SHE 22/2643 gaan over de beroepen van respectievelijk Groengas en eisers 1 tegen het besluit van 22 september 2022. De rechtbank zal beide beroepen gegrond verklaren gelet op hetgeen is overwogen in de tussenuitspraak.
- Het beroep van eisers 1 (SHE 22/2643) en het beroep van Groengas (SHE 22/2474) richten zich tegen het besluit van 22 december 2022 tot verlenging van de begunstigingstermijn. Gelet op hetgeen is het besluit van 22 december 2022 tot verlenging van de begunstigingstermijn overwogen in rechtsoverweging 4.1 van deze uitspraak zijn de beroepen tegen dit besluit gegrond en de rechtbank zal dit besluit vernietigen.
- Het beroep van eisers 1 (SHE 22/2643 ) en dat van Groengas (SHE 22/2474) richten zich ook automatisch tegen het herstelbesluit. Groengas stemt in met het herstelbesluit dus haar beroep tegen het herstelbesluit wordt niet ontvankelijk verklaard. Eisers 1 zijn het niet mee eens met het herstelbesluit. Gelet op hetgeen de rechtbank heeft overwogen in rechtsoverwegingen 10 en 12 van deze uitspraak is hun beroep gegrond. De rechtbank zal het herstelbesluit vernietigen voor zover hierin de lasten 3 en 5 zijn ingetrokken. Hierdoor herleeft het besluit van 22 september 2022 met betrekking tot lasten 3 en 5 totdat een besluit is genomen op de lopende aanvraag voor een omgevingsvergunning (revisie) milieu.
- De zaak SHE 22/2690 gaat over het besluit van 10 oktober 2022 tot afwijzing van het verzoek van eisers 2 om handhavend optreden tegen de inrichting (het bedrijf) van Groengas . De rechtbank verklaart het beroep tegen het besluit van 10 oktober 2022 ongegrond.
- de capaciteit van het gasveredelingsstation mag niet worden uitgebreid of vergroot ten opzichte van de capaciteit ten tijde van de laatste controle door de toezichthouder van het college op 29 juni 2022.
- de geluidsbelasting van het gasveredelingsstation op nabijgelegen geluidgevoelige objecten moet voldoen aan de geluidsvoorschriften in de geldende omgevingsvergunning milieu (de revisievergunning van 17 september 2013).
- De voorschriften in de revisievergunning van 17 september 2013 met betrekking tot de opslag van diesel moeten in acht worden genomen.
Beslissing
- verklaart het beroep van eisers 1 tegen het besluit van 6 december 2021 (zaak SHE 22/147) gegrond;
- vernietigt het besluit van 6 december 2021 en herroept het besluit van 2 juni 2021;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit van 6 december 2021;
- verklaart het beroep van eisers 2 (SHE 22/2690) ongegrond;
- verklaart de beroepen van eisers 1 (SHE 22/2643) en Groengas (SHE 22/2474) tegen het besluit van 22 september 2022 gegrond;
- verklaart de beroepen van eisers 1 (SHE 22/2643) en Groengas (SHE 22/2474) tegen het besluit van 22 december 2022 gegrond;
- vernietigt het besluit van 22 december 2022;
- verklaart het beroep van Groengas tegen het herstelbesluit niet – ontvankelijk;
- verklaart het beroep van eisers 1 tegen het herstelbesluit gegrond;
- vernietigt het herstelbesluit voor zover hierin last 3 en 5 van het besluit van 22 september 2022 zijn ingetrokken;
- schorst het besluit van 22 september 2022 totdat het college een besluit heeft genomen op de lopende aanvraag omgevingsvergunning (revisie) milieu onder de volgende voorwaarden:
- de capaciteit van het gasveredelingsstation mag niet worden uitgebreid of vergroot ten opzichte van de capaciteit ten tijde van de laatste controle door de toezichthouder van het college op 29 juni 2022.
- de geluidsbelasting van het gasveredelingsstation op nabijgelegen geluidgevoelige objecten moet voldoen aan de geluidsvoorschriften in de geldende omgevingsvergunning milieu (de revisievergunning van 17 september 2013).
- De voorschriften in de revisievergunning van 17 september 2013 met betrekking tot de opslag van diesel moeten in acht worden genomen.
- bepaalt dat de voorlopige voorziening vervalt als het college constateert dat deze voorwaarden niet in acht worden genomen,.
- bepaalt dat het college twee keer het griffierecht van € 183,00 aan eisers 1 en één keer het griffierecht van € 365,00 aan Groengas moet vergoeden;
- veroordeelt het college in de proceskosten van eisers 1 tot een bedrag van € 4.542,00;
- veroordeelt het college in de proceskosten van Groengas tot een bedrag van € 2.511,00.