Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Bewijs.
- Ik heb dat met de textielhandel verdiend waaronder en voornamelijk vanuit Griekenland;
- Ik heb dat met de handel in auto’s verdiend waaronder en voornamelijk schadeauto’s vanuit Duitsland;
- Ik heb dat verdiend met werken in de bouw.
- Geldbedrag € 65.097,00 in januari 2002: Uit het procesdossier blijkt onvoldoende dat verdachte het geldbedrag voorhanden heeft gehad en/of zou hebben overgedragen. Uit het dossier blijkt niet dat verdachte het voorwerp opzettelijk aanwezig heeft gehad. Daarnaast is er ook geen sprake van een situatie waarbij het niet anders kan dan dat verdachte zulke bewustheid heeft gehad.
- Geldbedrag van € 120.000 in juli 2009: Uit het procesdossier blijkt onvoldoende dat verdachte het geldbedrag voorhanden heeft gehad en/of zou hebben overgedragen. Uit het dossier blijkt niet dat verdachte het voorwerp opzettelijk aanwezig heeft gehad. Daarnaast is er ook geen sprake van een situatie waarbij het niet anders kan dan dat verdachte zulke bewustheid heeft gehad.
- Geldbedrag van € 275.790,00, een Fiat 500 en een Porsche 911 op 8 mei 2010: Wederom blijkt niet dat verdachte het geldbedrag en de voorwerpen opzettelijk aanwezig heeft gehad. Daarnaast is er ook geen sprake van een situatie waarbij het niet anders kan dan dat verdachte zulke bewustheid heeft gehad. Verdachte woonde niet op het adres, maar was – zoals zelf verklaard – wel geregeld in de woning. Echter dit is onvoldoende om te komen tot een bewustheid van het geld door verdachte. Zeker niet als uit het dossier blijkt dat de bedragen verstopt waren. Uit het dossier blijkt niet dat verdachte wist dat deze bedragen verstopt waren en/of waar deze verstopt waren. Ten aanzien van de Fiat 500 is er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs. Ten aanzien van de Porsche 911 heeft verdachte een concrete, min of meer verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring afgelegd. Het is aan het Openbaar Ministerie om dit te onderzoeken. Indien het Openbaar Ministerie aangeeft dat er geen onderzoek meer mogelijk is en ook niet opportuun is, dan mag dit niet ten nadele van verdachte komen. Uit het dossier blijkt onvoldoende dat er sprake is van een strafbare gedraging van verdachte en verdachte dient te worden vrijgesproken.
- Geldbedrag van € 60.250,00 op 8 mei 2010: Uit het dossier blijkt op geen enkele wijze of, en zo ja, welke betrokkenheid verdachte zou hebben gehad bij dit geldbedrag. Er is sprake van onvoldoende wettig en overtuigend bewijs.
- Geldbedrag van € 4.350.000,00 op 23 mei 2011: Het verstoppen van geld is geen verhullingshandeling. Daarnaast blijkt ook niet dat verdachte verantwoordelijk is voor het verstoppen van het geld. Er is sprake van onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voor de ’verhullingshandelingen’ sub a, waardoor de verdediging verzoekt om verdachte hiervan vrij te spreken. Verdachte heeft verder een concrete, min of meer verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring afgelegd over zijn deel van het geld. Er is onvoldoende wettig en overtuigend bewijs dat verdachte het gehele geldbedrag voorhanden heeft gehad.
- Geldbedrag van € 61.450,00 op 23 mei 2011: Uit het dossier blijkt op geen enkele wijze of, en zo ja, welke betrokkenheid verdachte zou hebben gehad bij dit geldbedrag. Er is sprake van onvoldoende wettig en overtuigend bewijs.
- Een Mercedes-Benz op 7 februari 2012: Dat verdachte de auto heeft betaald, zoals de onbetrouwbare getuige [medeverdachte 1] zegt, blijkt nergens uit. Er is sprake van onvoldoende wettig en overtuigend bewijs.
- Geldbedrag van € 840.000,00 op 7 februari 2012: Het is niet de woning van verdachte, het is niet het DNA van verdachte en verdachte verklaart niet dat hij het geld daar neer heeft gelegd dan wel voorhanden heeft gehad. Er is geen sprake van een situatie waarbij het niet anders kan dan dat verdachte zulke bewustheid heeft gehad. Uit het dossier blijkt niet dat sprake is van verhullingshandelingen. Daarnaast blijkt ook niet dat verdachte het voorwerp opzettelijk aanwezig heeft gehad. Er is sprake van onvoldoende wettig en overtuigend bewijs.
De bewijsmiddelen.
zijn30 kilogram amfetamine was. Er is dus sprake geweest van medeplegen. Van het tweede gedachtestreepje zal verdachte partieel worden vrijgesproken, nu onduidelijk is gebleven hoeveel materiaal bevattende amfetamine in de Spaanse Mercedes is aangetroffen en wanneer en op welke wijze dat daarin terecht is gekomen. Hierbij acht de rechtbank het relevant dat het niet om grote hoeveelheden gaat, maar enkel om achtergebleven sporen.
De bewezenverklaring.
verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, terwijl hij, verdachte, en zijn mededaders wisten dat die voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf.
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten het witwassen van geldbedragen en voertuigen.
De strafbaarheid van de feiten.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
Beslag.
De rechtbank ziet geen aanleiding hiertoe over te gaan nu niet is gebleken dat verdachte de betreffende bedragen van respectievelijk € 65.097,00 en € 120.000,00 thans nog onder zich heeft, dit mede bezien in het licht van de omstandigheid dat nadien diverse geldbedragen van in totaal ruim € 5.500.000,00 onder verdachte, zijn toenmalige partner en zijn ouders in beslag zijn genomen.