Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 augustus 2023 in de zaak tussen
[eiseres] uit [woonplaats] , eiseres
Inleiding
Feiten
Beoordeling door de rechtbank
Eiseres vindt dat de waarde, op basis van een eigen gemaakte berekening, € 301.000 moet zijn. Eiseres heeft die waarde verder onderbouwd met een taxatierapport, opgesteld door taxateur T. Keijzers op 9 september 2021. In dit taxatierapport is de woning getaxeerd op € 315.000, dan wel € 325.000 afhankelijk van een nog te realiseren verbouwing van de keuken. De heffingsambtenaar heeft de waarde van de woning onderbouwd met een taxatierapport (met bijlagen). In dat taxatierapport, opgesteld op 16 februari 2023 door taxateur M. Berkers, is de WOZ-waarde (€ 345.000) getaxeerd op € 370.000. Op zitting heeft de gemachtigde van de heffingsambtenaar deze getaxeerde waarde bijgesteld naar € 356.000. De heffingsambtenaar heeft de waarde onderbouwd met de vergelijkingsobjecten [adres] , [adres] en [adres] , alle gelegen te [plaats] .
10. De heffingsambtenaar heeft de waarde in beroep onderbouwd met de in rechtsoverweging 5 genoemde vergelijkingsobjecten. De waardeonderbouwing is opgenomen in een waardematrix die is gevoegd bij het taxatierapport. Als vergelijking gebruikt de heffingsambtenaar drie twee-onder-één-kapwoningen uit Milheeze, die zijn verkocht binnen een jaar voor de waardepeildatum. De vergelijkingsobjecten hoeven, zo dat al mogelijk is, niet identiek aan de woning te zijn. De taxateur van de heffingsambtenaar heeft met zijn waardematrix, ondersteund door gegevens en foto’s van de verkochte woningen, onderbouwd dat deze referenties goed vergelijkbaar zijn
.De transactieprijzen zijn door de heffingsambtenaar geïndexeerd naar de waardepeildatum. Uitleg over de toegepaste indexering is bijgevoegd met de toepasselijk prijsindex voor twee-onder-een-kapwoningen voor deze buurt in Gemert-Bakel. De vergelijkingsobjecten beschikken over een vergelijkbare inhoud. Daarbij heeft de heffingsambtenaar rekening gehouden met de verschillen in inhoud, de kwaliteit en het bouwjaar tussen de woning en de vergelijkingsobjecten, en de aanwezigheid en het metrage van aan- en bijgebouwen. De heffingsambtenaar heeft dit meegenomen in de gehanteerde m³-prijs voor de woning. De heffingsambtenaar heeft voldoende de verschillen tot uitdrukking gebracht. De grondwaarde is vastgesteld aan de hand van de door hem gehanteerde grondstaffelmethode, waarbij naarmate de grondoppervlakte groter is, de prijs per m² lager wordt. De grondstaffel, die is opgenomen in de waardematrix, is voor alle woningen gelijk en daarmee zijn de verschillen in de grondwaarde af te leiden. De heffingsambtenaar heeft hiermee inzichtelijk gemaakt dat de waarde niet te hoog is vastgesteld. De rechtbank is van oordeel dat de waardebepaling van de heffingsambtenaar in zoverre niet op onjuiste uitgangspunten berust.
10.9. Eiseres heeft weliswaar een taxatierapport ingebracht, maar dit taxatierapport geeft geen aanleiding tot een lagere waarde. De rechtbank overweegt hierover als volgt. De rechtbank stelt allereerst vast dat, blijkens de verklaring van de taxateur Keijzers op bladzijde 3 en wat de gemachtigde van eiseres op de zitting niet heeft weersproken, dit taxatierapport niet is opgesteld ter bepaling van de WOZ-waarde voor belastingjaar 2021, maar voor het verkrijgen van een hypothecaire (her)financiering. Bovendien is als peildatum niet 1 januari 2021 gehanteerd, maar 2 september 2021. Reeds daarom kan aan dit taxatierapport in het kader van de Wet WOZ niet de waarde worden gehecht die eiseres daaraan wenst te verbinden. Daar komt nog bij dat de heffingsambtenaar op zitting terecht naar voren heeft gebracht dat in onderdeel P van het taxatierapport wordt vergeleken met modelmatige waarderapporten die voor de woning andere modelwaarden geven (namelijk € 351.000 en € 369.326), maar dat dat niet rekenkundig wordt gemotiveerd waarom wordt afgeweken van die modelwaarden en niettemin een taxatiewaarde van € 315.000 wordt gehanteerd. Tenslotte gebruikt de taxateur weliswaar drie referentieobjecten, maar ontbreekt verder in het taxatierapport van Keijzers voor zowel de woning als de gebruikte vergelijkingsobjecten een uitsplitsing van de relevante waardeonderdelen naar hoofdgebouw, aanbouwen en/of bijgebouwen dan wel grondwaarde en grondstaffeling, in de vorm van een matrix. Door het ontbreken van een dergelijke waardematrix, zoals de heffingsambtenaar die wel hanteert, valt voor de rechtbank niet te herleiden hoe, rekening houdend met de bestaande verschillen tussen de woning en de vergelijkingsobjecten, taxateur Keijzers tot de door hem getaxeerde waarde is gekomen. De rechtbank komt tot de conclusie dat eiseres met dit taxatierapport geen twijfel heeft gezaaid over de juistheid van de waarde die de heffingsambtenaar heeft vastgesteld.