In deze uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant, gedaan op 26 mei 2023, wordt het beroep van eiser tegen de vastgestelde WOZ-waarde van zijn woning in Gemert beoordeeld. De heffingsambtenaar had de WOZ-waarde vastgesteld op € 393.000 voor het kalenderjaar 2022, waartegen eiser bezwaar had gemaakt. De rechtbank concludeert dat de heffingsambtenaar zijn verplichtingen is nagekomen door de relevante stukken te overleggen en dat de vastgestelde waarde niet te hoog is. Eiser had een waarde van € 372.000 bepleit, maar deze claim was niet onderbouwd met een taxatierapport. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar voldoende inzicht heeft gegeven in de indexering en de vergelijkingsobjecten, en dat de beroepsgronden van eiser niet slagen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt.