Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.[eiser sub 1] ,
[eiser sub 2],
1.[gedaagde sub 1] ,
DE GEZAMELIJKE ERFGENAMEN VAN DE HEER [erflater],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 12 oktober 2022;
- de akte uitlaten n.a.v. tussenvonnis, met verzoek terug te komen op een bindende eindbeslissing van de zijde van [gedaagden] ;
- de akte uitlaten n.a.v. tussenvonnis, met voorwaardelijk verzoek terug te komen op een bindende eindbeslissing en verzoek ambtshalve tussentijds appel van de zijde van [eisers] .
2.De verdere beoordeling
De rechtbank wordt verzocht om terug te komen op een bindende eindbeslissing. In randnummer 4.22 van het tussenvonnis van 12 oktober 2022 is sprake van een kennelijke juridische misslag. Hoofdelijkheid in de zin van art. 6:102 BW kan slechts bestaan indien twee of meer personen verplicht zijn om dezelfde schade te vergoeden. Daarvan is in dit geval geen sprake. Ten eerste omdat de vergoedingsplicht die volgens de rechtbank op [gedaagden] rust uit hoofde van nadeelcompensatie geen schadevordering is. Ten tweede omdat geen sprake is van dezelfde schade omdat het te compenseren nadeel gelijk is aan de helft van de koopprijs die [eisers] . zonder wederzijdse dwaling zou hebben betaald. Dit is een geheel andere grondslag en bedrag dan van de eventueel aansprakelijke aannemer te vorderen schadevergoeding. Voor geval de rechtbank vasthoudt aan het voornemen om een deskundige te benoemen geldt dat bij de vraag aan de deskundige geen rekening gehouden moet worden met omstandigheden die pas na het sluiten van de koopovereenkomst bekend zijn geworden. De vraag die aan de deskundige gesteld zou moeten worden, moet daarom zijn;
Welke hypothetische koopprijs zou [eisers] . hebben kunnen bedingen als beide partijen ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst bekend waren met het bestaan van problemen aan de gevel van [appartementencomplex]? Wat betreft de persoon van de te benoemen deskundige geldt dat deze ervaring moet hebben op het gebied van onroerend goed in de omgeving van [plaats] . Een aantal personen kan niet benoemd worden vanwege de banden die er zijn met [eisers] .
Voor zover de rechtbank mee zou gaan in het verzoek van [gedaagden] om terug te komen op een bindende eindbeslissing dan geldt dat de rechtbank ook terug moet komen op de beslissing die genomen is over de non-conformiteit van het appartement. Deze beslissing rust volgens [eisers] . op een onjuiste feitelijke grondslag die gebaseerd is op een verkeerde interpretatie van de stukken. De aan het appartementencomplex getroffen veiligheidsmaatregelen bevestigen juist dat een veilig en duurzaam gebruik van het appartement niet mogelijk is zonder deze maatregelen. Dit brengt met zich dat het oordeel dat geen sprake is van non-conformiteit berust op een kennelijke feitelijke misslag. Indien er niet overgegaan wordt tot heroverweging van het vonnis is [eisers] . van mening dat de rechtbank alsnog ambtshalve over moet gaan tot het toestaan van tussentijds hoger beroep.
Tegen welke prijs zou het appartementsrecht waaronder begrepen Penthouse gelegen op de 31 en 32e verdieping met bijbehorende berging en parkeerplaats in de kelder van het gebouw, onder meer rechtgevende op het uitsluitend gebruik van het appartement plaatselijk bekend (mcl. postcode): [adres] , verkocht zijn als op 29 januari 2020 (a) de ernst van de gebreken aan de gevel duidelijk zou zijn geweest, als (b) duidelijk was geweest dat de herstelkosten € 127.665,65 zouden bedragen, als (c) bekend zou zijn geweest hoeveel overlast kopers van de gebreken en het herstel van de gebreken zouden hebben?Om de objectiviteit te waarborgen wordt gevraagd om twee deskundigen te benoemen. Bij voorkeur een taxateur van buiten de regio [plaats] en [provincie] om te voorkomen dat de deskundige belangen zou hebben ten aanzien van partijen. De kosten van het deskundigenbericht zouden over beide partijen verdeeld moeten worden.
Parl. Gesch. BW Boek 6, p. 354). De rechtbank ziet dus geen aanleiding om op haar beslissing terug te komen.
beidepartijen op de hoogte zouden zijn geweest van de gebreken aan de gevel. Het bezwaar van [gedaagden] tegen het opnemen van de herstelkosten in de vraagstelling wordt gepasseerd. Hierbij verwijst de rechtbank naar hetgeen reeds is overwogen in rechtsoverweging 4.17 van het tussenvonnis van 12 oktober 2022. De gebreken aan de gevel stonden op het moment van het sluiten van de koopovereenkomst reeds vast. De herstelkosten hangen samen met deze op het moment van de koopovereenkomst reeds bestaande gebreken. Dat de kosten in de toekomst betaald moeten worden maakt dit niet anders.
3.De beslissing
- de deskundige dient,
- de griffie zal de opgave van de deskundige vervolgens toezenden aan partijen;
- partijen kunnen desgewenst
- indien niet of niet tijdig bezwaar wordt gemaakt, zal de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige worden vastgesteld op het door de deskundige begrote bedrag;
- indien wel tijdig bezwaar wordt gemaakt, zal de hoogte van het voorschot door de rechter worden vastgesteld,
- de deskundige voor aanvang van het onderzoek kennis moet nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op
- de deskundige pas met het onderzoek kan beginnen ná het bericht van de griffier over de betaling van het voorschot, en dat een eerder begin van het onderzoek voor eigen rekening en risico van de deskundige geschiedt;
- de deskundige het onderzoek onmiddellijk moet staken en contact moet opnemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn. Laat de deskundige dit na, dan geschiedt dit voor eigen rekening en risico,
- de deskundige partijen bij een onderzoek van een object ter plaatse gelegenheid dient te bieden dit onderzoek bij te wonen; indien slechts één partij, althans niet alle partijen, bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig is of zijn, de deskundige dit onderzoek niet mag uitvoeren, tenzij alle partijen zijn uitgenodigd om bij dat onderzoek aanwezig te zijn, en dat uit het rapport moet blijken dat hieraan is voldaan,
- indien partijen bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig zijn geweest, uit het rapport moet blijken welke opmerkingen zij hebben gemaakt en welke verzoeken zij hebben gedaan, en hoe de deskundige hierop heeft gereageerd,
- nadere inlichtingen en gegevens aan de deskundige moeten verstrekken indien deze daarom verzoekt. Partijen moeten de eventueel aan de deskundige te verschaffen gegevens ook in afschrift aan elkaar toesturen;
- de deskundige gelegenheid moeten geven tot het verrichten van het onderzoek onder andere door de deskundige toegang te verschaffen tot voor het onderzoek noodzakelijke plaatsen,
- uit het schriftelijke rapport moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd;
- de deskundige een concept van het rapport aan partijen moet toezenden, en partijen de gelegenheid moet geven om binnen vier weken na verzending van het rapport daarover bij de deskundige opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden. Dit met het oog op het fundamentele recht van hoor en wederhoor,
4 oktober 2023,