Uitspraak
RECHTBANK Oost-Brabant
mr. A.G.A.M. van de Ven,
1.De procedure
- het schriftelijke wrakingsverzoek van 15 december 2022;
- de schriftelijke reactie van mr. Van de Ven van 28 januari 2023;
- de brief van verzoeker gedateerd 5 februari 2023;
- de schriftelijke reactie van mr. Peskens van 7 februari 2023;
- de brief van verzoeker gedateerd 23 februari 2023;
- de brief van verzoeker gedateerd 27 februari 2023;
- de schriftelijke reactie van mr. Van de Ven van 1 maart 2023;
- de schriftelijke reactie van mr. Van de Ven van 7 maart 2023;
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling op 4 april 2023.
2.Het wrakingsverzoek
3.De beoordeling
Ik merk daarbij nog op dat ik de vriendin op 14/12 gevraagd heb naar een bewijs van het ziek zijn van de verdachte, doch dat zij op iedere vraag die ik stelde enkel antwoordde: “hij is ziek”.“. Volgens verzoeker heeft de rechter niet om bewijs van zijn ziekte gevraagd en daarover dus gelogen in zijn reactie. Verzoeker legt uit dat hij hierdoor in zijn belangen is geschaad. Zou de rechter wel om bewijs hebben gevraagd, dan zou verzoeker dat bewijs hebben geleverd zodat het getuigenverhoor zou zijn verplaatst.