ECLI:NL:RBOBR:2023:1969
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van bestuurder voor onrechtmatige daad en betalingsonwil
In deze bodemzaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 4 mei 2023 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen HDI Global SE, eiseres, en een gedaagde die in persoon procedeerde. HDI vorderde betaling op grond van onrechtmatige daad, waarbij de gedaagde als bestuurder van een ontbonden vennootschap aansprakelijk werd gesteld voor een openstaande vordering van € 3.750,-. De rechtbank oordeelde dat de gedaagde een persoonlijk ernstig verwijt kon worden gemaakt vanwege betalingsonwil, aangezien hij als enig bestuurder en aandeelhouder van de vennootschap volledige zeggenschap had en niet had aangetoond dat de vennootschap niet in staat was om te betalen. De rechtbank verwierp het verweer van de gedaagde dat er sprake was van betalingsonmacht en dat de vordering was verjaard. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde aansprakelijk was voor de schade die HDI had geleden en zou lijden als gevolg van zijn onrechtmatige handelen. De rechtbank heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van de hoofdsom, wettelijke rente, proceskosten, nakosten, en buitengerechtelijke incassokosten. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van bestuurders in het geval van onrechtmatige daden en betalingsonwil.