ECLI:NL:RBOBR:2023:1922

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
14 maart 2023
Publicatiedatum
21 april 2023
Zaaknummer
C/01/386430 / FA RK 22-4478
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging geslacht en voornaam in geboorteakte met betrekking tot non-binaire identiteit

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 14 maart 2023 een beschikking gegeven over de wijziging van de geslachtsvermelding in de geboorteakte van een non-binaire persoon, aangeduid als [A]. Het verzoekschrift, ingediend op 13 oktober 2022, vroeg om de vermelding van het geslacht in de geboorteakte te wijzigen naar 'X' of 'waarvan het geslacht niet is kunnen worden vastgesteld'. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen wettelijke basis is voor de primaire verzoeken, maar dat er wel een maatschappelijke en juridische erkenning is van non-binaire identiteiten. De rechtbank heeft daarbij verwezen naar een amendement in voorbereiding dat de registratie van 'X' als geslachtsaanduiding mogelijk maakt zonder tussenkomst van de rechter.

De rechtbank heeft ook de noodzaak erkend om het verzoek inhoudelijk te behandelen, ondanks het ontbreken van een wettelijke basis voor de primaire verzoeken. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het verzoek om wijziging van de geslachtsaanduiding naar 'X' moet worden toegewezen, omdat [A] voldoende heeft aangetoond dat hij/zij/hen zich identificeert als non-binair. De rechtbank heeft daarbij ook het belang van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens in overweging genomen, dat het recht op genderidentiteit en persoonlijke ontwikkeling beschermt.

Daarnaast heeft de rechtbank, hoewel niet bevoegd, het verzoek tot wijziging van de voornaam van [A] in behandeling genomen om proceseconomische redenen. De rechtbank heeft geoordeeld dat het belang van [A] bij de wijziging van de voornaam zwaarder weegt dan het algemeen belang van stabiliteit in de registers van de burgerlijke stand. De rechtbank heeft de wijziging van de voornamen toegewezen, omdat deze voldoen aan de wettelijke eisen. De beschikking is gegeven door mr. V.R. de Meyere en is openbaar uitgesproken op 14 maart 2023.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK OOST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer : C/01/386430 / FA RK 22-4478
Uitspraak : 14 maart 2023
Beschikking betreffende wijziging vermelding geslacht in de geboorteakte en voornaamswijziging in de zaak van:
[naam],
geboren te ' [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
hierna te noemen: [A] ,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat mr. K.S.M. Smienk.
Als belanghebbende wordt aangemerkt
de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats],
zetelend te [plaats] ,
hierna: de ambtenaar.

1.De procedure

1.1.
De rechtbank heeft kennisgenomen van:
- het verzoekschrift (met bijlagen), ingekomen ter griffie van deze rechtbank op
13 oktober 2022;
- de brief van de ambtenaar van 30 november 2022.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 10 maart 2023. Verschenen zijn [A] en diens advocaat. Aan de moeder van [A] is bijzondere toegang verleend.
De ambtenaar is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.

2.De feiten

2.1.
[A] is op [geboortedatum] in ' [geboorteplaats] geboren. [A] heeft de Nederlandse nationaliteit.

3.Het verzoek

3.1.
[A] heeft de rechtbank verzocht om bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Primair:
  • een ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats] te gelasten om aan de geboorteakte ingeschreven in het register van de gemeente [plaats] van het jaar [jaar] (aktenummer: [nummer] ) een latere vermelding toe te voegen van wijziging van het geslacht in die zin dat het geslacht ‘X’ zal zijn;
  • te bepalen dat de voornamen van [A] gewijzigd worden in de voornamen [voornamen] en de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats] te gelasten om deze wijziging in de geboorteakte ingeschreven in het register van de gemeente [plaats] van het jaar [jaar] (aktenummer: [nummer] ) toe te voegen;
Subsidiair:
- een ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats] te gelasten om aan de geboorteakte ingeschreven in het register van de gemeente [plaats] van het jaar [jaar] (aktenummer: [nummer] ) een latere vermelding toe te voegen van verbetering van het geslacht in die zin dat het geslacht ‘waarvan het geslacht niet is kunnen worden vastgesteld’ zal zijn.
3.2.
Uit de correspondentie blijkt dat de ambtenaar geen bezwaar heeft tegen toewijzing van de primaire verzoeken.

4.De beoordeling

4.1.
De verzoeken van [A] komen er in de kern op neer dat die diens geslacht in de geboorteakte wil veranderen naar ‘X’ of ‘geslacht is niet kunnen worden vastgesteld’, met het doel om op officiële documenten geen mannelijke of vrouwelijke geslachtsaanduiding te hebben, alsmede dat de voornamen worden gewijzigd.
Wijziging vermelding geslacht in geboorteakte dan wel verbetering geboorteakte
4.2.
Naast diens advocaat heeft [A] zelf in bijlage 2 van het verzoekschrift uiteengezet waarom de verbetering van diens geboorteakte naar ‘X’ zo belangrijk is voor [A] .
4.3.
De rechtbank moet beoordelen of het verzoek om de geslachtsaanduiding te wijzigen naar ‘X’ mogelijk is. De rechtbank overweegt daarover als volgt.
4.4.
De rechtbank Den Haag heeft bij beschikking van 17 december 2021 prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad met onder andere de vraag: “hoe dient in een genderneutrale vermelding te worden voorzien: door bij het geslacht een ‘X’ op te nemen, door bij het geslacht een ‘-’ op te nemen, door de vermelding ‘waarvan het geslacht niet is kunnen worden vastgesteld’, of op een andere wijze?”
4.5.
De Advocaat-Generaal P. Vlas heeft de Hoge Raad op 25 januari 2022 geadviseerd om op de voet van artikel 393 lid 8 van het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering (hierna: Rv) af te zien van beantwoording van de prejudiciële vragen.
4.6.
Bij uitspraak van 4 maart 2022 heeft de Hoge Raad inderdaad afgezien van het beantwoorden van de prejudiciële vragen. Daartoe overweegt de Hoge Raad onder andere dat het Tweede Kamerlid Van Ginneken op 30 november 2021 op het wetsvoorstel tot wijziging van Boek 1 van het BW in verband met het veranderen van de voorwaarden voor wijziging van de vermelding van het geslacht in de akte van geboorte, een amendement ingediend heeft. Dat amendement strekt ertoe een nieuw artikel (artikel 1:28e BW) aan het Burgerlijk Wetboek toe te voegen dat de registratie van ‘X’ als geslachtsaanduiding voor non-binaire personen zonder tussenkomst van de rechter mogelijk maakt. Naar aanleiding van dit amendement heeft de minister voor Rechtsbescherming op 17 december 2021 een brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer gestuurd waaruit blijkt dat er advies wordt gevraagd over het amendement.
4.7.
Uit deze gang van zaken blijkt dat wetgeving in voorbereiding is over dit onderwerp, maar dat het wetsvoorstel nog niet is aangenomen. Van [A] kan niet worden verwacht dat die wacht op het wetgevingsproces. De rechtbank zal het verzoek daarom wel inhoudelijk behandelen.
4.8.
Voor het door [A] gedane primaire verzoek, onder het eerste streepje, ontbreekt een wettelijke basis. Op grond van artikel 1:19d BW is het mogelijk om - in het geval dat het geslacht van het kind (om medische redenen) twijfelachtig is - in de geboorteakte de vermelding op te nemen dat het geslacht van het kind niet is kunnen worden vastgesteld. Hiervan is bij betrokkene geen sprake. In tegenstelling tot wat de Hoge Raad daarover op
30 maart 2007 overwoog (ECLI:NL:HR:2007:AZ5686), is er inmiddels sprake van een maatschappelijke erkenning en (een trend naar) juridische erkenning van een neutrale geslachtelijke identiteit.
4.9.
De rechtbank is van oordeel dat het onderhavige verzoek tot wijziging van de geslachtsaanduiding op dezelfde wijze dient te worden benaderd als die welke is omschreven in de artikelen 1:28 tot en met 1:28c BW, voor mensen die de - door een deskundige getoetste en onderschreven - overtuiging hebben tot “het andere geslacht” te behoren. Nu deze artikelen niet voorzien in de mogelijkheid om te kiezen voor een non-binaire geslachtsaanduiding, wordt naar het oordeel van de rechtbank een ongerechtvaardigd onderscheid gemaakt tussen personen die de overtuiging hebben tot het andere geslacht te behoren en personen die de overtuiging hebben buiten de exclusief mannelijke of vrouwelijke geslachtsaanduiding te vallen (non-binair).
4.10.
In het amendement wordt ook aansluiting gezocht bij een uitspraak van de rechtbank Amsterdam (ECLI:NL:RBAMS:2021:3732), om in plaats van ‘het geslacht is niet kunnen worden vastgesteld’ zoals in eerdere uitspraken is gedaan, de geboorteakte te wijzigen naar ‘X’. De rechtbank overweegt dat zij zich in deze overwegingen kan vinden en zal daarom het primaire verzoek toewijzen. Daarbij speelt mee dat [A] voldoende heeft onderbouwd dat die de overtuiging heeft niet tot het geslacht te behoren dat op de geboorteakte staat vermeld, maar zich te identificeren als non-binair persoon.
4.11.
Ook bezien in het licht van artikel 8 (family life) van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (hierna: EVRM) zou ontzegging van een geslachtsregistratie overeenkomstig de innerlijke overtuiging van betrokkene in strijd met dit artikel zijn. In 2003 heeft het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) reeds bevestigd, dat het recht op genderidentiteit en persoonlijke ontwikkeling een fundamenteel element van artikel 8 EVRM vormt en genderidentiteit één van de meest intieme aspecten van het privéleven en één van de meest wezenlijke elementen van zelfbeschikking vormt (EHRM 12 juni 2003, ECLI:EC:ECHR:2003:0612JUD003596897, Van Kück tegen Duitsland).
4.12.
Nu aan de vereisten van artikel 1:28a BW is voldaan zal de rechtbank op de voet van artikel 1:28b BW de ambtenaar gelasten aan de akte van geboorte van betrokkene een latere vermelding toe te voegen van wijziging van het geslacht, waarbij het gewijzigde, non-binaire, geslacht zal worden aangeduid met ‘X’ zoals verzocht.
4.13.
Nu het primaire verzoek wordt toegewezen komt de rechtbank niet toe aan beoordeling van het subsidiaire verzoek.
Wijziging voornaam
4.14.
Hoewel op grond van artikel 262 Rv niet deze rechtbank maar de rechtbank Midden-Nederland bevoegd is om van dit verzoek kennis te nemen, zal de rechtbank het verzoek om proceseconomische redenen toch aan zich houden en in behandeling nemen.
4.15.
Voor toewijzing van een verzoek tot voornaamswijziging is allereerst vereist dat de betrokken persoon een zodanig zwaarwichtig belang heeft bij de verzochte wijziging, dat dit belang dient te prevaleren boven het algemeen belang dat namen zoals vermeld in de registers van de burgerlijke stand zoveel mogelijk ongewijzigd blijven. Voorts dient de rechtbank te toetsen of de nieuwe voornamen niet ongepast zijn dan wel overeenstemmen met bestaande geslachtsnamen (tenzij deze tevens gebruikelijke voornamen zijn).
4.16.
De rechtbank is van oordeel dat de verzochte naamswijziging, zoals toegelicht, voldoet aan de hiervoor beschreven eisen. De gevraagde voornamen zijn geoorloofd naar de maatstaven van artikel 1:4 lid 2 BW. Het verzoek zal daarom worden toegewezen als na te melden.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ' [plaats] om aan de geboorteakte ingeschreven in het register van de gemeente [plaats] van het jaar [jaar] (aktenummer: [nummer] ) een latere vermelding toe te voegen van wijziging van het geslacht in die zin dat het geslacht zal zijn: X;
5.2.
gelast de wijziging van de voornamen van [A] in [voornamen] .
Deze beschikking is gegeven door mr. V.R. de Meyere, rechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier op 14 maart 2023.
Conc: JM(OB