ECLI:NL:RBOBR:2023:1411

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
24 maart 2023
Publicatiedatum
27 maart 2023
Zaaknummer
01/993262-21
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot aanhouding en onderzoekswensen in strafzaak 26Belper met betrekking tot interstatelijk vertrouwensbeginsel

In de strafzaak 26Belper heeft de rechtbank Oost-Brabant op 24 maart 2023 uitspraak gedaan naar aanleiding van een regiezitting die op 10 maart 2023 heeft plaatsgevonden. De rechtbank heeft het verzoek van de verdediging om de behandeling van de zaak aan te houden tot na een uitspraak van de Hoge Raad over prejudiciële vragen, die door de rechtbank Noord-Nederland zijn gesteld, afgewezen. De rechtbank oordeelt dat er geen rechtsregel is die dwingt tot aanhouding van de zaak enkel omdat er prejudiciële vragen zijn gesteld. De rechtbank baseert zich op de bestendige jurisprudentie van de Hoge Raad over het interstatelijk vertrouwensbeginsel, dat in deze fase van de procedure als het geldende juridisch kader wordt beschouwd.

Daarnaast heeft de rechtbank ook de onderzoekswensen van de verdediging afgewezen. De verdediging had verzocht om het horen van verschillende getuigen en het voegen van stukken uit andere onderzoeken. De rechtbank oordeelt dat de verdediging onvoldoende heeft onderbouwd waarom deze verzoeken van belang zijn voor de beslissing in de strafzaak. De rechtbank concludeert dat de gevraagde onderzoekshandelingen niet relevant zijn voor de te nemen beslissingen op basis van de artikelen 348 en 350 van het Wetboek van Strafvordering. De rechtbank wijst daarom alle verzoeken tot nader onderzoek af en bevestigt dat de zaak voortgezet zal worden zonder aanhouding.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK OOST-BRABANT

Locatie ’s-Hertogenbosch
Strafrecht
Parketnummer: 01/993262-21
Beslissing van de rechtbank Oost-Brabant naar aanleiding van de op 10 maart 2023 gehouden regiezitting in het kader van het opsporingsonderzoek 26Belper inzake de verdachte:

[verdachte] ,

geboren [geboortejaar] 1962,
thans gedetineerd te: Justitieel Complex Zaanstad.
De rechtbank merkt op voorhand op dat alle overwegingen en daaraan gekoppelde beslissingen die hierna volgen naar hun aard en inhoud – en gelet op de fase waarin de behandeling van de strafzaak zich bevindt – vooralsnog een voorlopig karakter hebben.

Procesverloop.

De rechtbank heeft op 3 september 2021 en 22 november 2021 de zaak verwezen naar het kabinet van de rechter-commissaris voor regievoering.
Bij beschikking van 31 maart 2022 heeft de rechter-commissaris beslist op de op 1 januari 2022 ingediende onderzoekswensen. Bij beschikking van 31 oktober 2022 heeft de rechter-commissaris beslist op de door de verdediging nader ingediende onderzoekswensen van 20 september 2022.
Bij e-mail van 21 december 2022 heeft de verkeerstoren van de rechtbank Oost-Brabant, in verband met het plannen van de inhoudelijke behandeling van de zaak 26Belper, aan de verdediging van alle verdachten in de zaak 26Belper verzocht om verhinderdata. In reactie daarop heeft de raadsman van verdachte diezelfde dag laten weten dat er eerst nog een regiezitting georganiseerd zou moeten worden omdat de rechter-commissaris vrijwel alle onderzoekswensen in de zaak van verdachte heeft afgewezen en er geen bezwaar openstond omdat de zaak reeds op een terechtzitting had gestaan.
De rechtbank heeft vervolgens een regiezitting gepland op 10 maart 2023. De raadsman van verdachte heeft daarna op 20 januari 2023 verzocht de regiezitting aan te houden tot na een uitspraak van de Hoge Raad over de prejudiciële vragen die door de rechtbank Noord-Nederland zijn gesteld.
Bij brief van 22 februari 2023 heeft de raadsman zijn verzoeken nader toegelicht en aangegeven dat de verzoeken 9 en 10 zoals geformuleerd op 1 januari 2022 en de verzoeken 1 en 2 zoals geformuleerd op 20 september 2022 niet worden voorgelegd.
Bij brief van 3 maart 2023 heeft de officier van justitie daarop gereageerd.
Op 10 maart 2022 heeft de raadsman aan de hand van pleitaantekeningen de verzoeken nader toegelicht.
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij zijn standpunt.

Verzoek tot aanhouding.

De raadsman van verdachte heeft naar voren gebracht dat de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, inmiddels in het onderzoek Shifter prejudiciële vragen heeft gesteld aan de Hoge Raad die (onder meer) zien op de toepassing van het interstatelijke vertrouwensbeginsel. In die zaak is sprake van uit Frankrijk afkomstige informatie van onder andere SkyECC. De vragen die in het onderzoek Shifter zijn geformuleerd en aan de Hoge Raad worden voorgelegd, zijn ook van belang bij de beoordeling van de onderzoekswensen in de onderhavige zaak, nu het om vrijwel dezelfde materie gaat. De beslissing van de Hoge Raad op die prejudiciële vragen wordt binnen een aantal maanden verwacht. Die beslissing aangaande de reikwijdte van het interstatelijk vertrouwensbeginsel zal ook relevant zijn voor de beoordeling van de onderzoekswensen in onderhavig onderzoek. Om deze reden heeft de raadsman gevraagd de regiezitting aan te houden tot na een uitspraak van de Hoge Raad over de prejudiciële vragen die door de rechtbank Noord-Nederland gesteld zijn.
De rechtbank ziet op dit moment geen aanleiding om de afloop van de prejudiciële procedure die door de rechtbank Noord-Nederland is geïnitieerd af te wachten, nu de gestelde rechtsvragen in de kern betrekking hebben op de toepassing van het interstatelijk vertrouwensbeginsel en/of de reikwijdte daarvan. Bij de huidige stand van zaken is over het interstatelijk vertrouwensbeginsel de bestendige jurisprudentie van de Hoge Raad (HR 5 oktober 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL5629) het juridisch kader. Er bestaat geen rechtsregel die dwingt tot het aanhouden van de behandeling van de zaak om het enkele feit dat prejudiciële vragen zijn gesteld. De rechtbank ziet in deze regiefase van het geding en met inachtneming van wat hiervoor werd overwogen geen reden om de beantwoording van de prejudiciële vragen af te wachten. De rechtbank wijst het verzoek om de zaak om die reden aan te houden dan ook af.

Onderzoekswensen.

De raadsman van verdachte heeft op 1 januari 2022 en op 20 september 2022 onderzoekswensen ingediend. Vrijwel alle verzoeken zijn door de rechter-commissaris afgewezen bij beslissing van 31 maart 2022 en 31 oktober 2022. Om deze reden wenst de verdediging deze verzoeken opnieuw aan de rechtbank voor te leggen, behalve de verzoeken 9 en 10 zoals geformuleerd op 1 januari 2022 en de verzoeken 1 en 2 zoals geformuleerd op 20 september 2022. Ter terechtzitting van 10 maart 2023 heeft verdachte nog een aanvullende onderzoekswens ingediend; hij wil weten op welke momenten de verschillende Anom datasets door de Nederlandse autoriteiten zijn ontvangen. De volgende onderzoekswensen liggen daarom voor:
Het gaat om het horen van de getuigen:
Onderzoekswensen 1 januari 2022:
1. De in Nederland gestationeerde Amerikaanse liaisonofficier;
2. De heer [persoon 1] , hoofd van de Landelijke Recherche;
3. Mevrouw [persoon 2] , chief constable of the Netherlands Police’s Central Unit;
4. Zaaksofficier van justitie mr. [persoon 3] ;
8. Horen teamleider 26Belper, dhr. [persoon 4] ;
11. Horen officier van justitie dan wel teamleider onderzoek 26Eagles;
13. de heer [persoon 5] ;
14. de heer [persoon 6] ;
15. de heer [persoon 7] ;
16. de heer [persoon 8] ;
17. de heer [persoon 9] .
Aanvullende onderzoekswensen 20 september 2022:
20. Het horen van zaaksofficieren van justitie inzake 26Argus, LAP0813, LAP0814 en
LAP0832.
En het voegen van de volgende stukken:
Onderzoekswensen 1 januari 2022:
5. Voegen van die onderzoeksgegevens/datasets die door de Amerikaanse autoriteiten zijn verstrekt in 26Belper;
6. Voegen van onderzoeksgegevens/datasets 26Argus;
7. Voegen GPS locaties;
12. Voegen van onderzoeksgegevens/datasets 26Eagles;
18. Voegen volledig BOB-dossier;
19. Voegen berichten Anom van specifieke gebruikers met de chatnamen;
“ [chatnaam 1] ”, “ [chatnaam 2] ”/“ [chatnaam 2] ”, “ [chatnaam 3] ”, “ [chatnaam 4] ”, “ [chatnaam 5] ”, “ [chatnaam 6] ”, “ [chatnaam 7] ” en “ [chatnaam 8] ”.
Verzoek gedaan ter terechtzitting van 10 maart 2023:
21. Data van de momenten dat de verschillende Anom datasets door de Nederlandse autoriteiten zijn ontvangen.

Het oordeel van de rechtbank.

Ter beoordeling staat de vraag of de gevraagde onderzoekshandelingen van belang zijn voor
enige in de strafzaak uit hoofde van de artikelen 348 en 350 van het Wetboek van Strafvordering te nemen beslissing.
Het horen van de getuigen.
De rechtbank gaat in de onderhavige zaak voorshands uit van de toepasselijkheid van het interstatelijk vertrouwensbeginsel en is evenals de rechter-commissaris bij beslissing van
31 maart 2022 van oordeel dat het uitgangspunt is dat de Amerikaanse autoriteiten bij de verkrijging en verstrekking van de informatie de daarop betrekking hebbende fundamentele rechten zoals die zijn neergelegd in het EVRM en IVBPR hebben gerespecteerd. De raadsman van verdachte heeft geen feiten en omstandigheden naar voren gebracht die tot een ander oordeel zouden moeten leiden.
De rechtbank is ook met de rechter-commissaris zoals verwoord bij beslissing van 31 maart 2022 van oordeel dat er geen aanwijzing is dat er geen sprake kan zijn van een eenzijdige verstrekking van informatie door de autoriteiten van de Verenigde Staten. Dat Nederland op voorhand op de hoogte was van de verstrekking betekent niet dat die verstrekking op aansporing van Nederland heeft plaatsgevonden. Dat Nederland de gegevens na ontvangst heeft verwerkt, doet aan de eenzijdige verstrekking ook niet af.
De rechtbank is vervolgens evenals de rechter-commissaris van oordeel dat er geen sterke aanwijzingen zijn dat de overgedragen informatie onrechtmatig is verkregen terwijl aan die eventuele onrechtmatigheid gevolgen zouden moeten worden verbonden in de strafzaak tegen verdachte. De raadsman heeft weliswaar (onder meer) gewezen op mediaberichten waaruit zou blijken dat Amerikaanse Anom-gebruikers in de Verenigde Staten niet vervolgd zijn, maar daaruit blijkt niet dat de verstrekte gegevens onrechtmatig verkregen zijn. Verder is de rechtbank van oordeel dat de verdediging niet heeft aangevoerd waarom verdachte geen eerlijk proces meer zou krijgen en/of waarom het gebruik van de Amerikaanse resultaten in strijd is met dat recht op een eerlijk proces. Zonder die onderbouwing valt niet in te zien waarom het horen van de door de verdediging verzochte getuigen van belang zou zijn voor enige in de strafzaak uit hoofde van de artikelen 348 en 350 van het Wetboek van Strafvordering te nemen beslissing. Gelet op het voorgaande heeft de raadsman onvoldoende onderbouwd dat de gevraagde onderzoekshandelingen van belang zijn voor enige in de strafzaak uit hoofde van de artikelen 348 en 350 van het Wetboek van Strafvordering te nemen beslissing. De rechtbank wijst daarom af de verzoeken tot het horen van de verschillende getuigen 1 tot en met 4, 8, 11 en 13 tot en met 17.
Ten aanzien van het horen van de drie zaaksofficieren van justitie uit onderzoek 26Argus als getuige is de rechtbank met de rechter-commissaris bij beslissing van 31 oktober 2022 van oordeel dat niet is gebleken dat het Openbaar Ministerie (bewust) onjuiste informatie naar buiten heeft gebracht. Onvoldoende is onderbouwd waarom door het horen van de zaaksofficieren van justitie daar nader onderzoek naar gedaan moet worden. De rechtbank wijst eveneens af het verzoek genoemd onder 20.
Het voegen van stukken.
Ten aanzien van de verzoeken onder de nummers 5, 6, 7, 12 en 18:
Uit de reactie van de officier van justitie d.d. 3 maart 2023 blijkt dat aan 26Belper geen
Anom data verstrekt zijn door 26Eagles; die data waren al aan 26Belper verstrekt door de Amerikaanse autoriteiten. De Anom data in onderzoek 26Belper zijn nu aan de verdediging verstrekt op DVD. Bij deze wijze van verstrekking (op DVD) kunnen de GPS-locaties van
de betrokken deelnemers niet beschikbaar worden gesteld. Die GPS gegevens zijn wel in te zien in het Hansken systeem; de inzage daarvan is eerder al door het Openbaar Ministerie toegezegd. Tevens is eerder al toegezegd dat de Sky-data die het onderzoek 26Belper van het onderzoek 26Argus heeft verkregen, ter inzage zullen komen van de raadsman. Ten aanzien van de imsi-catcher heeft de officier van justitie toegezegd dat de betreffende onderliggende stukken zullen worden opgevraagd bij 26Argus en aan het dossier worden toegevoegd. De rechtbank zal daarom geen beslissing meer nemen op bovengenoemde punten.
Ten aanzien van punt 19 is de rechtbank met de officier van justitie van oordeel dat inzage in de gevraagde berichten niet van belang is voor enige door de rechtbank te nemen beslissing in de zaak 26Belper. De verdachte wordt niet geschaad in zijn verdedigingsbelang bij afwijzing van dit verzoek. Met betrekking tot punt 21 is de rechtbank van oordeel dat dit verzoek onvoldoende is onderbouwd. De officier van justitie heeft in dit verband ter terechtzitting van 10 maart 2023 verklaard dat er niet live is meegekeken maar dat er ongeveer drie dagen per week zogenaamde Anom data dumps plaatsvonden. Dit verzoek zal daarom eveneens worden afgewezen.

Conclusie.

Gelet op het voorgaande komt de rechtbank tot de conclusie dat het verzoek tot aanhouding van de zaak wordt afgewezen en dat alle verzoeken tot nader onderzoek worden afgewezen.
Deze beslissing is gegeven door
mr. J.H.L.M. Snijders, voorzitter,
mr. L.R.H. Koekoek en mr. C.A. van Roosmalen, leden,
in tegenwoordigheid van mr. M.M.A. Akkers, griffier
en is in het openbaar uitgesproken op 24 maart 2023.