Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.Waar gaat deze zaak over?
2.De procedure
3.De feiten
NRC Handelsbladeen artikel over T-Mobile en het Centraal Bureau voor de Statistiek (hierna: CBS) met de kop: ‘Hoe het CBS en T-Mobile de privacy schonden’. In het artikel staat onder meer:
Het was dan ook opmerkelijk dat het CBS de bewegingen van grote groepen Nederlanders al vanaf 2017 – ver voor corona dus – bleek te hebben gevolgd. Op zijn website claimde het CBS met“zeer grote datasets
” van T-Mobile te hebben gewerkt. Dit bedrijf is de tweede mobiele provider van Nederland en telde begin vorig jaar 5,6 miljoen mobiele klanten. Met die gegevens was gevolgd waar personen gedurende de uren van de dag verblijven. Dit inzicht zou belangrijk zijn op terreinen als mobiliteit – waar moet een carpoolstrook komen? – of veiligheid: welke gebieden moeten vanwege drukte worden afgesloten?”
In het contract met het CBS staat dat T-Mobile“de methode voor het bepalen van locatiegegevens ook voor eigen doeleinden”
mag gebruiken, “zowel tijdens als na de pilot”.
Een lucratief algoritme dus, dat met overheidsgeld zou worden ontwikkeld. Ook vroeg T-Mobile het CBS om bezoekers van T-Mobile-winkels op basis van telecomdata in kaart te brengen.”
Vanaf september 2017 tot en met december 2019 heeft T-Mobile meegewerkt aan een CBS pilot project naar de problemen die grote steden ervaren door plots toenemende drukte in de stad.
In deze brief doe ik, samengevat, een verzoek om informatie over de gegevensverwerkingen in het kader van de samenwerking tussen TMNL[T-Mobile, rb.]
en het CBS en een verzoek om inzage in de persoonsgegevens die in dit verband – zonder mijn toestemming – zijn verwerkt. Deze verzoeken zijn noodzakelijk, aangezien de My T-Mobile omgeving niet de mogelijkheid biedt om kennis te nemen van de betreffende gegevens en informatie.”
Dank voor uw inzage verzoek.
4.Het verzoek
5.De beoordeling
Aldus ontvang ik graag van u – vanwege artikel 26 lid 2 AVG maar ook, voor zover nodig, artikelen 12 t/m 15 AVG in ieder geval informatie over:
de verwerkingsdoeleinden waarvoor de persoonsgegevens zijn (of worden verwerkt),
de categorieën van persoonsgegevens die zijn (of worden) verwerkt;
de rechtsgrond voor de verwerkingen, inclusief informatie over de gerechtvaardigde belangen van de verwerkingsverantwoordelijken indien de ‘sub f’ rechtsgrond van toepassing is.
de (beoogde) ontvangers aan wie de persoonsgegevens zijn (of worden) verstrekt;
de periode waarin de gegevens zijn (of worden) verwerkt c.q. opgeslagen;
het bestaan van geautomatiseerde besluitvorming, waaronder begrepen de in artikel 22 lid 1 en 4 AVG bedoelde profilering alsook nuttige informatie over de onderliggende logica, alsmede het belang en de verwachte gevolgen van die verwerkingen voor mij als betrokkene;
alle beschikbare informatie over de (beoogde) bron en/of bronnen waar de persoonsgegevens vandaan zijn (of zouden zijn) gekomen;
of de persoonsgegevens zijn (of worden) verwerkt in een derde land, en zo ja – welke passende waarborgen er zijn getroffen ex artikel 46 AVG inzake internationale doorgifte.
Daarnaast doe ik een beroep op mijn recht op inzage in de over mij verwerkte gegevens. Meer specifiek verzoek ik inzage te verkrijgen in de persoonsgegevens die op mij betrekking hebben en die zijn verwerkt in het kader van de samenwerking tussen TMNL en het CBS.”
verwerking”: een bewerking of een geheel van bewerkingen met betrekking tot persoonsgegevens of een geheel van persoonsgegevens, al dan niet uitgevoerd via geautomatiseerde procedés, zoals het verzamelen, vastleggen, ordenen, structureren, opslaan, bijwerken of wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiden of op andere wijze ter beschikking stellen, aligneren of combineren, afschermen, wissen of vernietigen van gegevens;”
in het verledenverwerkte (gepseudonimiseerde) persoonsgegevens.
aard(en herkomst) moeten duiden van de persoonsgegevens die in het kader van de pilot met het CBS door haar zijn verwerkt (bijvoorbeeld locatiegegevens aan de hand van GPS- of andere gebruikelijke coördinaten, IMSI-nummers enzovoorts).
Onverminderd andere mogelijkheden van administratief of buitengerechtelijk beroep, waaronder het recht uit hoofde van artikel 77 een klacht in te dienen bij een toezichthoudende autoriteit, heeft elke betrokkene het recht een doeltreffende voorziening in rechte in te stellen indien hij van mening is dat zijn rechten uit hoofde van deze verordening geschonden zijn ten gevolge van een verwerking van zijn persoonsgegevens die niet aan deze verordening voldoet.”
De rechtbank is met [verzoekers] van oordeel, dat ook naar huidig recht, ondanks het feit dat artikel 82 AVG niet is genoemd in artikel 35 UAVG, niet uitgesloten is dat (materiële en immateriële) schadevergoeding ex artikel 82 AVG – die blijkens punt 146 van de considerans bij de AVG volledig en daadwerkelijk moet zijn –, indien deze wordt gevraagd bij hetzelfde verzoekschrift dat het verzoek ex artikel 35 UAVG bevat, in die procedure ook behandeld en toegekend kan worden. Dat neemt niet weg dat, zoals ook uit de onder 2.8 genoemde beschikking blijkt, deze mogelijkheid is gegeven, omdat de oorspronkelijke reden om dat niet mogelijk te maken (te weten dat de bewijsregeling naar toenmalig recht van de verzoekschriftprocedure hierop niet was afgestemd) intussen was vervallen door invoering van (het huidige) artikel 284 lid 1 Rv, waarin is bepaald dat het bewijsrecht van de dagvaardingsprocedure ook in de verzoekschriftprocedure van toepassing is. Daarbij past de kanttekening dat het slot van die bepaling luidt: “tenzij de aard van de zaak zich hiertegen verzet”. Dit is met name van belang gezien hetgeen hiervoor is overwogen over de procedure ex artikel 35 UAVG dat deze snel en eenvoudig moet verlopen, terwijl begroting van schade doorgaans niet snel en eenvoudig geschiedt. Dit brengt de rechtbank tot het oordeel dat het verzoek tot vergoeding van schade in een verzoekschriftprocedure ex artikel 35 UAVG alleen kan worden behandeld voor zover schade is geleden als gevolg van een (vaststaande of eenvoudig vast te stellen) rechtstreekse inbreuk op een of meer bepalingen van de AVG, deze schade niet in een verder verwijderd verband hiermee staat en eenvoudig valt vast te stellen. Het zal dan dikwijls gaan om vergoeding van kosten die verzoeker heeft gemaakt als gevolg van met de bepalingen van de AVG strijdige handelingen van de verwerker of verwerkingsverantwoordelijke, zoals de rechtspraak tot nu toe ook uitwijst. Vergoeding van inkomensschade zal hier in de regel buiten vallen, evenals, zoals hier eveneens verzocht, vergoeding van overige schade als gevolg van deactivering van het Uber-account van verzoekers, nog daargelaten dat dit in deze zaak mogelijk naar ander recht dan het Nederlandse beoordeeld dient te worden. Hiervoor blijft de gewone (dagvaardings)procedure open staan.”
Wanneer twee of meer verwerkingsverantwoordelijken gezamenlijk de doeleinden en middelen van de verwerking bepalen, zijn zij gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken.”
6.De beslissing
30 maart 2022in het geding te brengen: