Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [verweerder sub 1] ,
Flexpedia B.V.,
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift in het kader van een deelgeschil, als bedoeld in artikel 1019w Rv, met producties 1 tot en met 5;
- het verweerschrift met producties 1 tot en met 11 van [verweerder sub 1] ;
- het verweerschrift met producties 1 tot en met 6 van Flexpedia;
- de brief met producties 6 en 7 van [verzoeker] van 20 januari 2022;
- de brief met productie 8 van [verzoeker] van 25 januari 2022.
2.Relevante feiten
De bevindingen gaven mij geen aanleiding tot het instellen van een volledig onderzoek of tot het opstellen van een rapport. De heer [verzoeker] is tijdens het omlaag klimmen van een ladder, van de ladder gevallen. De ladder was correct geplaatst, was geschikt voor deze werkzaamheden, was gekeurd en in orde. De heer [verzoeker] was bekend met het werken op ladders.
3.Het deelgeschil
- te verklaren voor recht dat Flexpedia hoofdelijk aansprakelijk is voor het hem overkomen arbeidsongeval en gehouden is de geleden en nog te lijden schade aan hem te voldoen;
- te verklaren voor recht dat [verweerder sub 1] hoofdelijk aansprakelijk is voor het hem overkomen arbeidsongeval en gehouden is de geleden en nog te lijden schade aan hem te voldoen;
- te bepalen dat [verweerder sub 1] en/of Flexpedia, hoofdelijk, een voorschot van € 5.000,00 voor de inmiddels geleden schade, waaronder het verlies aan arbeidsvermogen, aan hem moet(en) voldoen;
- te beslissen dat [verweerder sub 1] en/of Flexpedia, hoofdelijk, de kosten van deze procedure moet(en) voldoen, althans die kosten te begroten;
- de beschikking voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
4.Het verweer
5.De beoordeling
De arbeid wordt zodanig georganiseerd, de arbeidsplaats wordt zodanig ingericht, een zodanige productie- en werkmethode wordt toegepast of zodanige hulpmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen, worden gebruikt, dat de fysieke belasting geen gevaren met zich kan brengen voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemer.’
Met inachtneming van het eerste lid wordt het gebruik van ladders en trappen als arbeidsplaatsen op hoogte beperkt tot omstandigheden waarin het gebruik van andere, veiliger arbeidsmiddelen niet gerechtvaardigd is in verband met het geringe risico, en
1. Ladders en trappen worden zodanig geplaatst dat bij gebruik hun stabiliteit altijd is gewaarborgd. In ieder geval worden hiertoe de volgende, zo nodig gecombineerde, maatregelen genomen:
het vastzetten van boven- of onderkant van de ladderbomen;
een adequate antislipinrichting;
een andere, even doeltreffende maatregel;
De vloer van de ruimte is grof maar voorzien van een coating om het schoonmaken te vereenvoudigen. De vloer was zeker niet glad. Ik droeg schoenen met leren zolen en heb geen gladheid ervaren. De medewerker die mij vergezelde droeg werklaarzen met grof profiel en ook hij ervoer geen gladheid. De normaliter gebruikte werkschoenen zijn volgens hem beter bestand tegen gladheid dan de laarzen.’