Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.[hypotheekgever] ,
[belanghebbende 1],
[belanghebbende 2],
ÉÉN OF MEER ANDERE (ONDER)HUURDERS,
1.De procedure
- het verzoekschrift met 14 producties ontvangen ter griffie op 17 december 2021
- de akte van 7 januari 2022 met producties 1 t/m 3 van de zijde van belanghebbenden sub 2 en 3 (hierna respectievelijk [belanghebbende 1] en [belanghebbende 2] )
- de mondelinge behandeling die plaats vond op 11 januari 2022, vanwege de maatregelen in verband met Covid 19 door middel van een verbinding via Skype.
- beide partijen hebben hun standpunten toegelicht, mr. Weijer mede aan de hand van pleitnotities
- kort na afloop van de mondelinge behandeling ontving de voorzieningenrechter (op 11 januari 2022) een e-mailbericht namens (hypotheekgever) [hypotheekgever] met de mededeling dat deze tevergeefs had geprobeerd de mondelinge behandeling op die dag via Skype bij te wonen. De voorzieningenrechter heeft naar aanleiding van dit bericht een nadere mondelinge behandeling bepaald op 12 januari 2022
- op 12 januari 2022 te 15.00 uur heeft de voorzieningenrechter [hypotheekgever] gehoord door middel van een verbinding via Skype. Tevens hebben aan de mondelinge behandeling deelgenomen mr. Van der Wal en mr. Weijer.
- De voorzieningenrechter heeft tenslotte medegedeeld dat, anders dan aan het eind van de mondelinge behandeling van 11 januari 2022 was aangekondigd uiterlijk op maandag 24 januari 2022 beschikking zal worden gewezen.