ECLI:NL:RBOBR:2022:6273
Rechtbank Oost-Brabant
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van een verstoorde arbeidsverhouding
In deze zaak heeft de besloten vennootschap Thuiszorg Zorgzijn B.V. een verzoek ingediend tot voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst met de verweerster, die op 3 maart 2022 in kort geding was gedagvaard door Zorgzijn voor onder andere betaling van achterstallig loon. De mondelinge behandeling vond plaats op 23 maart 2022 en werd voortgezet op 1 april 2022. Tijdens deze zittingen zijn verschillende producties ingediend en is er een verweerschrift van de verweerster ontvangen, waarin zij ook een verzoek om een transitievergoeding indiende. De kantonrechter heeft op 15 april 2022 uitspraak gedaan.
De kantonrechter overwoog dat, voor zover er een arbeidsovereenkomst tussen partijen bestaat, er sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding die het voortduren van de arbeidsovereenkomst onmogelijk maakt. De verstoorde relatie was zodanig dat van Zorgzijn niet kon worden gevergd de arbeidsovereenkomst voort te laten duren. De kantonrechter heeft het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst ingewilligd, met de bepaling dat deze zal eindigen per 1 juni 2022, mits in rechte komt vast te staan dat er een arbeidsovereenkomst bestaat. De kantonrechter heeft geen transitievergoeding toegekend aan de verweerster, omdat zij geen zelfstandig tegenverzoek had ingediend en de hoogte van de vergoeding niet kon worden vastgesteld. Tevens is er geen proceskostenveroordeling opgelegd.
De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.