Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
1.Het procesverloop
“Verzoekschrift ten aanzien van nakoming, dan wel herstel van de arbeidsovereenkomst tevens houdende verzoek tot toekenning van achterstallig loon en overige emolumenten ex artikel 282 lid 4 Rv”.Het verzoekschrift bestaat uit 67 pagina’s. Tegelijkertijd met het verzoekschrift heeft [eiser] een set (apart gebundelde) producties ingediend. Volgens het daarbij gevoegde overzicht heeft hij producties 1 tot en met 41 ingediend. Later heeft [eiser] , op verzoek van de griffie van de rechtbank, nog een exemplaar van het verzoekschrift ingediend (omdat verzoekschriften in tweevoud moeten worden ingediend). Dit laatste verzoekschrift is ter griffie ontvangen op 6 oktober 2022. De griffie heeft vervolgens dat verzoekschrift (met daarop de ontvangststempel van 6 oktober 2022) toegezonden aan NTT. Tijdens de hierna te noemen zitting heeft de kantonrechter vastgesteld dat het verzoekschrift van 3 oktober 2022 (wat in het procesdossier van de kantonrechter zit) gelijk is aan het verzoekschrift van 6 oktober 2022 wat NTT heeft ontvangen.
Verzoekschrift ten aanzien van nakoming dan wel herstel van de arbeidsovereenkomst conform art. 7:682 BW, tevens houdende verzoek tot toekenning van achterstallig loon en overige emolumenten ex artikel 282 lid 4 Rv, tevens houdende een verzoek ex art. 7:686 BW jo 6:265 BW”.
2.De feiten
“(…) Deze brief is een aanvulling op de nieuwe arbeidsovereenkomst waarover we deze maand in gesprek zijn geweest, en vormt een onverbrekelijk deel daarvan. De volgende punten zijn daarbij van belang: 1. We spreken af dat jouw ontslagbrief van 30 september alleen uitgelegd wordt als een intentie van jouw zijde dat je wil overgaan naar de nieuwe constructie, dus de condities zoals vastgelegd in de nieuwe arbeidsovereenkomst. 2. Aangaandeartikel 1.1.(aanvang en duur) geldt dat de datum van overgang wordt bepaald door het vinden van een geschikt project, waar jij ja tegen zegt. Tot die tijd geldt de oude arbeidsovereenkomst. Er is dus géén sprake van vallen in een gat, van welke aard dan ook. We streven naar 1 januari of eerder, maar als het door het jaargetijde iets langer duurt dan is er niets aan de hand.(..)”
3.Het verzoek van [eiser]
alledoor hem ingediende verzoeken zijn gebaseerd op één grondslag, te weten zijn arbeidsovereenkomst met NTT. Op voornoemde pagina’s van het verzoekschrift stelt [eiser] dat hij verzoekt waar hij recht op heeft op grond van zijn arbeidsovereenkomst:
alledoor hem ingediende verzoeken en hij heeft daaraan toegevoegd dat “2002” erbij moet worden vermeld, dus:
“ [eiser] vraagt slechts echter waar hij recht op heeft op grond van zijn arbeidsovereenkomst uit 2002.”
- Pagina 21: eerste (en enige) bulletpoint;
- Pagina 22: eerste drie bulletpoints, het zesde en zevende bulletpoint, en het negende en tiende bulletpoint (dus het vierde, vijfde en achtste bulletpoint niet, net als hetgeen halverwege de pagina staat weergeven en aanvangt met: “
- Pagina 23: alle bulletpoints, behalve het laatste vetgedrukte bulletpoint.
4.Het verweer van NTT en haar tegenverzoek
5.De beoordeling
“Hiernaast(naast de veroordelingen, ktr)
zullen er een groot aantal verklaringen van recht gevraagd worden omdat er veel zaken na 1,5 jaar juridisch traject nog niet geheel duidelijk zijn. [eiser] heeft onvoldoende tijd gehad om zaken precies uit te zoeken en om dit verzoekschrift te completeren op gestructureerde wijze, maar de kern is denkt hij helder.”Vervolgens heeft [eiser] de verzochte verklaringen voor recht niet nader toegelicht of onderbouwd in die zin dat hij niet heeft toegelicht op welke grond deze moeten worden toegewezen. In het verzoekschrift geeft [eiser] zijn chronologisch overzicht van zijn arbeidsverhouding met NTT en komt dan in punt 231 van het verzoekschrift tot een conclusie betreffende de verzochte veroordelingen. [eiser] laat echter na te stellen laat staan te onderbouwen wat de grondslag is van de door hem verzochte verklaringen voor recht. Voor zover ook hier de arbeidsovereenkomst uit 2002 de grondslag is geldt hetgeen hiervoor daarover is opgemerkt en de bijbehorende conclusie dat deze grondslag niet volstaat. Evenmin stelt [eiser] dat en zo ja, welk belang hij heeft bij ieder van de verzochte verklaringen voor recht. Anders dan [eiser] mogelijk veronderstelt, kan hij er niet mee volstaan om een relaas te geven en zonder het geven van een nadere toelichting of het leggen van een verband overstappen naar 71 verzochte verklaringen voor recht “omdat er veel zaken na 1,5 jaar juridisch traject nog niet duidelijk zijn”. Nu [eiser] aldus niet voldoet aan de vereisten van de artikelen 3: 302 BW en 3:303 BW worden de verzochte verklaringen voor recht afgewezen.
6.Tot slot
7.De beslissing
- KPN Simkaart behorende bij nummer [telefoonnummer] ;
- Laptop met een laptoptas met NTT logo;
- Ergo-standaard;
- Usb-stick;
- Headset;
- Toetsenbord;
- Muis
- Tag van het pand;