Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.Het verdere verloop van de procedure
- een brief van mr. Lindhout-Schot van 11 oktober 2022;
- een brief met bijlagen van mr. Du Fossé van 12 oktober 2022;
- een brief van mr. Lindhout-Schot van 10 november 2022;
- een brief van mr. Du Fossé van 10 november 2022.
2.De verdere beoordeling
- i) of de intrinsieke waarde moet worden gecorrigeerd met stille reserves, omdat, zoals de vrouw heeft gesteld, mogelijk sprake is van stille reserves in de holding in de vorm van goodwill, niet zijnde persoonlijke goodwill en
- ii) of moet worden uitgegaan van de nominale waarde van de AB-claim of van de contante waarde. De man wil uitgaan van de nominale waarde en een percentage van 26,9%; de vrouw meent dat moet worden uitgegaan van de contante waarde.
3.De beslissing
- i) de echtelijke woning zal worden toebedeeld aan de vrouw tegen de taxatiewaarde die door de gezamenlijke taxateurs bindend wordt vastgesteld, op voorwaarde en onder de verplichting van de man om (i) de vrouw te (doen) ontslaan uit de hoofdelijkheid en (ii) om de schuld aan [holding] in verband met de financiering van deze woning voor zijn rekening te nemen. Bepaalt voorts dat de vrouw hierdoor wordt overbedeeld en dat het door haar wegens overbedeling verschuldigde bedrag zal worden verrekend tussen partijen bij de vaststelling van de uiteindelijke overbedelingsvordering van de gehele huwelijksgoederengemeenschap;
- ii) de auto, merk [A] , wordt toebedeeld aan de vrouw tegen een waarde van € 16.250,00 tegenover betaling door de vrouw van € 8.125,00 wegens overbedeling aan de man;
- iii) dat de aandelen [onderneming] aan de man worden toebedeeld tegen een waarde van € 1.295.129,00, waarbij:
- iv) ieder van partijen de in de tussenbeschikking van 15 september 2022 onder 2.7.19 genoemde eigen bankrekeningen houdt tegen gehoudenheid om de ander de helft van het saldo op die rekening per datum 19 december 2019 te vergoeden. Bepaalt ten aanzien van de rekening bij [bank] dat ieder recht heeft op de helft van het saldo (waaronder het restant van de verkoopopbrengst van de woning aan de [straat] ) met dien verstande dat de man zich voor zijn vordering op de vrouw van in totaal € 14.708,63 (zoals hierna onder 3.14 en 3.15 vermeld) mag verhalen op het aan de vrouw toekomende deel van het saldo. Daarna zal deze gezamenlijke rekening bij [bank] worden opgeheven;
- v) dat de man ter zake de IB aanslag 2018 en teruggave 2019 per saldo aan de vrouw een bedrag van € 6.785,50 moet betalen.
- i) ieder van partijen draagplichtig is voor de helft van de rekening-courant schuld aan [holding] ter hoogte van € 61.355,00 op 30 september 2019 en bepaalt voorts dat de man een regresrecht heeft op de vrouw indien hij meer dan de helft van zijn aandeel in deze schuld aflost;
- ii) ieder van partijen draagplichtig is voor de helft van de creditcardschulden op de peildatum 19 december 2019 en bepaalt voorts dat voor zover een partij meer dan zijn of haar aandeel in deze schuld betaalt, hij of zij voor het meerdere een regresvordering heeft op de ander.
19 januari 2023voor de benoeming van de deskundige en de overige in verband met het deskundigenbericht nog te nemen beslissingen;