ECLI:NL:RBOBR:2022:616

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
24 februari 2022
Publicatiedatum
24 februari 2022
Zaaknummer
C/01/378177 / KG ZA 22-19
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over rechtsgeldige opzegging van energiecontracten

In deze zaak, die op 24 februari 2022 door de Rechtbank Oost-Brabant is behandeld, vorderden de eiseressen, Duck-To Holding B.V. en Lucky Duck International Food B.V., dat de gedaagde partij, [gedaagde], zou meewerken aan de overgang van energieleveringen naar een nieuwe leverancier. De eiseressen stelden dat zij hun contracten tijdig hadden opgezegd, maar de gedaagde partij betwistte dit. De voorzieningenrechter oordeelde dat de opzegging niet rechtsgeldig was, omdat deze niet tijdig en niet per aangetekende brief was gedaan, zoals vereist in de algemene voorwaarden van de gedaagde. De rechter concludeerde dat de contracten stilzwijgend waren verlengd tot 1 januari 2023. De vorderingen van de eiseressen werden afgewezen en zij werden veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van het volgen van de juiste procedure bij het opzeggen van contracten, vooral in het geval van energiecontracten, waar specifieke voorwaarden van toepassing zijn.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Civiel Recht
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
zaaknummer / rolnummer: C/01/378177 / KG ZA 22-19
Vonnis in kort geding van 24 februari 2022
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DUCK-TO HOLDING B.V.,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LUCKY DUCK INTERNATIONAL FOOD B.V.,
beiden gevestigd te Ermelo,
eiseressen,
advocaat mr. F.B.A.M. van Oss te Harderwijk,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde],
gevestigd te [plaats] ,
gedaagde,
advocaten mrs. B. Kleinhout en J.L. Naves te Den Haag.
Partijen zullen hierna Duck-To Holding c.s. en [gedaagde] genoemd worden. Daar waar eiseressen afzonderlijk worden bedoeld, worden zij respectievelijk Duck-to Holding en Lucky Duck genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 17 januari 2022;
  • het herstelexploot van 20 januari 2022;
  • de conclusie van antwoord van mrs. Naves en Kleinhout, met producties, genummerd 1 tot en met 7;
  • de producties 1 tot en met 9 van mr. Van Oss;
  • het e-mailbericht van mr. Van Oss van 8 februari 2022 met een productie, genummerd 10;
  • de mondelinge behandeling via een Skype-verbinding ter zitting van 10 februari 2022;
  • de pleitnota van mr. Van Oss;
  • de pleitnota van mrs. Kleinhout en Naves.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Tussen [gedaagde] enerzijds en Duck-To Holding respectievelijk Lucky Duck anderzijds bestonden in 2021 de volgende overeenkomsten ter zake de levering van gas en elektriciteit.
De overeenkomsten hadden allen een looptijd tot 1 januari 2022.
2.2.
Op deze overeenkomsten zijn de algemene voorwaarden van [gedaagde] van toepassing (productie 1 bij de conclusie van antwoord). Daarin staat, voor zover in dit geding van belang, het volgende vermeld:
“(…)

17.Leveringsperiode en beëindiging van het contract

a. Het contract is van kracht voor de genoemde leveringsperiode. Gedurende deze leveringsperiode is tussentijdse opzegging niet mogelijk. Na deze leveringsperiode wordt het contract telkens stilzwijgend verlengd voor een periode van één jaar tegen dezelfde voorwaarden, vergoedingen en kosten zoals in het contract zijn opgenomen, tenzij een partij uiterlijk drie maanden voorafgaand aan het verstrijken van de leveringsperiode uitsluitend per aangetekend schrijven laat weten dat hij geen verlenging wenst. (…)”
2.3.
Bij e-mailbericht van 1 november 2021 (productie 2 bij de conclusie van antwoord) heeft de door Duck-To Holding c.s. ingeschakelde tussenpersoon Netwerk Nederland BV aan [gedaagde] als volgt bericht:
“(…)
Hierbij stuur wij u nogmaals een afschrift van de door ons bedrijf , Netwerk Nederland BV , in opdracht van directie Duck - To Holding BV in de persoon van [A] , gedane opzegging van de lopende energie overeenkomsten bij uw bedrijf [gedaagde] , per 1 januari 2022, gedateerd 13 september 2021, wederom toe.
Hierbij is het opzegtermijn van 3 maanden in acht genomen.
Nog [A] of Netwerk Nederland hebben een bevestiging ontvangen van deze opzegging.
Graag ontvangen wij een bevestiging dat de contracten niet stilzwijgend zijn verlengd of worden verlengd.
Onderstaand een kopie afschrift van de brief die op 13-09-2021 per post is verzonden.
2.4.
Bij e-mailbericht van 15 november 2021 (productie 2 bij de dagvaarding) heeft de klantenservice van [gedaagde] aan Netwerk Nederland B.V. bericht:
2.5.
Bij e-mailbericht van 17 november 2021 (productie 4 bij de conclusie van antwoord) heeft [gedaagde] aan Duck-To Holding c.s. bericht:
“(…)
Hierbij bericht ik u over de looptijd van uw energiecontracten met [gedaagde] . Ik verwijs u kortheidshalve naar de brief in de bijlage.
Het e-mailbericht van maandag 15 november 2021, (…) kunt u als niet geschreven beschouwen.
(…)”
2.6.
In de brief waarnaar in het e-mailbericht van 17 november 2021 verwezen wordt, staat het volgende vermeld:
“(…)
Mijn collega’s van de afdeling Customer Service hebben op 15 november 2021 per abuis een bevestiging van opzegging gestuurd naar Netwerk Nederland met daarin een onjuiste einddatum. Het betreft een kennelijke fout.
Op 1 oktober 2021 zijn de contracten automatisch verlengd met een periode van één jaar. Dit betekent dat de einddatum van de contracten 1 januari 2023 bedraagt.
De opzegbrief waar Netwerk Nederland aan refereert hebben wij nimmer ontvangen; (…)
(…)”
2.7.
Een nieuwe leverancier van Duck-To Holding c.s. heeft per 1 januari 2022 de aansluitingen overgenomen en heeft een aanvang gemaakt met de leveranties.
2.8.
[gedaagde] heeft vervolgens aan de netwerkbeheerder opdracht gegeven de leveranties (weer) te verrichten op haar naam. Vanaf 12 januari 2022 is [gedaagde] weer de leverancier van Duck-To Holding c.s.

3.Het geschil

3.1.
Duck-To Holding c.s. vordert samengevat – bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
[gedaagde] te veroordelen om mee te werken aan overgang van de energieleveringen voor gas en elektra ten behoeve van Duck-To Holding c.s. naar de door Duck-To Holding c.s. aan te wijzen leverancier, op straffe van verbeurte van een dwangsom;
[gedaagde] te verbieden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Duck-To Holding c.s. (opnieuw) aan de netwerkbeheerder door te geven dat zij de leverancier van Duck-To Holding c.s. is, op straffe van verbeurte van een dwangsom;
[gedaagde] te veroordelen in de proceskosten en de nakosten.
3.2.
Duck-To Holding c.s. legt hieraan -kort weergegeven- het volgende ten grondslag.
Het e-mailbericht van 15 november 2021 kan bezwaarlijk anders worden opgevat dan als een instemming met de beëindiging en een uitnodiging om opnieuw in onderhandeling te gaan. [gedaagde] was per 1 januari 2022 dus niet langer de leverancier van Duck-To Holding c.s.. Duck-To Holding c.s. mocht immers gerechtvaardigd vertrouwen op de mededeling van [gedaagde] dat de opzegging was ontvangen, was aanvaard en dat de overeenkomsten eindigden. Door aan de netwerkbeheerder door te geven dat [gedaagde] de leverancier is, handelt Duck-To Holding c.s. onrechtmatig jegens Duck-To Holding c.s. [gedaagde] is niet bereid om mee te werken aan de overgang naar een andere leverancier.
3.3.
[gedaagde] heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Duck-To Holding c.s. heeft een spoedeisend belang bij de door haar ingestelde vorderingen. De vorderingen zijn immers gebaseerd op een vermeend onrechtmatig handelen door [gedaagde] . Dit maakt dat het spoedeisend belang gelegen is in de aard van de zaak.
4.2.
De voorzieningenrechter overweegt dat ingevolge de op de contracten van toepassing zijnde algemene voorwaarden de opzegging uiterlijk drie maanden vóór het verstrijken van de leveringsperiode behoorde te geschieden middels een aangetekend schrijven. Dat betekent in dit geval dat Duck-To Holding c.s. vóór 1 oktober 2021 per aangetekend schrijven aan [gedaagde] het contract had moeten opzeggen. Vast staat dat dit niet is gebeurd. Partijen zijn het er immers over eens dat van een aangetekend schrijven geen sprake is.
4.3.
Daarnaast is niet aannemelijk geworden dat [gedaagde] de opzegging van Duck-To Holding c.s. tijdig, dat wil zeggen vóór 1 oktober 2021 heeft ontvangen. Immers, [gedaagde] betwist dat zij de opzeggingsbrief vóór 1 oktober 2021 heeft ontvangen en Duck-To Holding c.s. heeft geen stukken in het geding gebracht waaruit het tegendeel kan worden afgeleid. Volgens Duck-To Holding c.s. blijkt een en ander uit de brief van de klantenservice van [gedaagde] van 15 november 2022, maar dat is niet het geval. Uit de zinsnede
“naar aanleiding van onderstaande opzegging bevestigen wij hierbij dat uw contract eindigt op de hieronder vermelde einddatum”kan in elk geval niet worden afgeleid dat [gedaagde] de opzeggingsbrief van Duck-To Holding c.s. vóór 1 oktober 2021 heeft ontvangen.
4.4.
Reeds vanwege het voorgaande moet voorshands worden geconcludeerd dat er geen sprake is van een rechtsgeldige opzegging. De vraag of het bericht waarnaar Duck-To Holding c.s. verwijst in haar e-mailbericht van 1 november 2021 betrekking heeft op zowel Duck-To Holding als op Lucky Duck dan wel alleen op Duck-To Holding, behoeft gelet hierop geen beantwoording.
4.5.
De bevestigingsmail van de klantenservice van [gedaagde] van 15 november 2022 maakt het voorgaande niet anders. Een bevestiging is immers louter een feitelijke handeling en geen rechtshandeling nu deze, in tegenstelling tot een opzegging, naar haar aard niet is gericht op een rechtsgevolg. De bevestigingsmail heeft geen constitutief karakter. Het contract kan namelijk alleen eindigen door de opzegging zelf en niet door de bevestiging van die opzegging.
4.6.
Het feit dat niet aannemelijk is geworden dat de leveringscontracten zijn opgezegd en het feit dat de contracten ingevolge artikel 17 van de algemene voorwaarden in dat geval telkens stilzwijgend met een jaar worden verlengd, leiden de voorzieningenrechter tot de conclusie dat de leveringsovereenkomsten tussen Duck-To Holding c.s. en [gedaagde] in ieder geval doorlopen tot 1 januari 2023.
4.7.
De vorderingen die ertoe strekken [gedaagde] te veroordelen om mee te werken aan de overgang van Duck-To Holding c.s. naar een andere een andere energieleverancier en [gedaagde] te verbieden aan de nieuwe leverancier door te geven dat deze overgang moet worden teruggedraaid, worden dan ook afgewezen.
4.8.
Duck-To Holding c.s. zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op:
- griffierecht € 676,00
- salaris advocaat
1.016,00
Totaal € 1.692,00.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen af;
5.2.
veroordeelt Duck-To Holding c.s. in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op € 1.692,00;
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Loesberg en in het openbaar uitgesproken op 24 februari 2022.