ECLI:NL:RBOBR:2022:5681
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de beëindiging van WIA-uitkering en de zorgvuldigheid van het medisch onderzoek door het UWV
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 23 december 2022 uitspraak gedaan in het geschil tussen eiser, een voormalig logistiek medewerker, en het UWV. Eiser had een WIA-uitkering ontvangen, maar deze werd per 17 juni 2021 ingetrokken omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Eiser stelde dat het medisch onderzoek onzorgvuldig was, omdat hij niet door een verzekeringsarts was gezien en dat hij volledig en duurzaam arbeidsongeschikt was. De rechtbank heeft de argumenten van eiser beoordeeld en geconcludeerd dat het UWV terecht heeft besloten dat eiser per 17 juni 2021 geen recht meer had op een WIA-uitkering. De rechtbank oordeelde dat het UWV voldoende zorgvuldig had gehandeld bij de medische beoordeling, waarbij de psychiatrische expertise van Psyon werd betrokken. Eiser had de mogelijkheid om aanvullende medische informatie in te brengen, maar had ervoor gekozen dit niet te doen. De rechtbank oordeelde dat er geen bewijsnood was en dat de belastbaarheid van eiser correct was ingeschat. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees de verzoeken van eiser af.