Uitspraak
1.[verzoeker 1] ,
de rechthebbende,
erflater.
1.De procedure
2.De feiten
[erflater], geboren te [plaats] op [geboortedatum] 1955, hierna te noemen:
erflater. De laatste woonplaats van erflater was [woonplaats] .
3.Het verzoek
4.De beoordeling
“
De kantonrechter wenst op te merken dat hij in dit kader vaker verzoeken van bewindvoerders voorgelegd krijgt waarin wordt verzocht een deel van het vermogen van een rechthebbende te schenken zodat het vermogen van de rechthebbende verkleind wordt.Dergelijke verzoeken worden door de kantonrechter doorgaans afgewezennu het naar zijn oordeel niet tot de door de beschermingsbewindvoerder te behartigen belangen behoort om – door het doen van schenkingen ten laste van rechthebbende – bewust in te teren op het vermogen van rechthebbende zodat rechthebbende als direct gevolg hiervan een lagere eigen AWBZ-bijdrage zou behoeven te betalen. Het afgeven van een machtiging door de kantonrechter op die grond zou er immers toe leiden, dat de kantonrechter zijn medewerking verleent aan het frustreren van de werking van een wettelijke regeling.” (cursivering en onderstreping; kantonrechter). Dat de kantonrechter desondanks toch toestemming verleende was om een specifieke reden. In het geval van de aangehaalde uitspraak was de situatie namelijk een geheel andere dan de situatie van de rechthebbende. In het geval waarover de rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelde was namelijk wel degelijk sprake van een testament van de overledene. En daarin werd vastgesteld dat de wens van zowel de erflaatster als de rechthebbende was om voor zowel de langstlevende echtgenoot als de twee kinderen de meest gunstige financiële situatie te creëren, juist de aanleiding was om dit testament te maken. Daarbij was er een door de rechthebbende opgestelde volmacht waarin hij zijn dochters had gemachtigd om zijn zaken te beheren, zijn belangen waar te nemen, voor zijn rechten op te komen en hem daarbij te vertegenwoordigen in het geval hij daartoe zelf niet meer in staat was.
forseigen vermogen had en
85 jaaroud was.
moeilijke jaren (….) in het verleden”. Daar is bij de rechthebbende en erflater niet van gebleken. In zijn uitspraak paste de kantonrechter Arnhem daarbij de regels van de machtiging tot het doen van giften (door een rechthebbende) analoog toe op de machtiging tot verwerping van een nalatenschap.
5.De beslissing
16 januari 2023;