Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
uitspraak van de meervoudige kamer van 24 november 2022 in de zaak tussen
Stichting Groen Kempenland, te Bladel,
Milieuvereniging Bladel, te Hapert , eisers,
Als derde-partijen hebben aan het geding deelgenomen: - het college van gedeputeerde staten van de provincie Noord-Brabant (GS), gemachtigde: mr. A. Speekenbrink,
[naam] B.V., te [vestigingsplaats] , vergunninghoudster,
gemachtigde: mr. J. van Groningen.
Procesverloop
[naam] en de gemachtigde. De gemachtigden van verweerder zijn verschenen
( [naam] heeft online deelgenomen). Namens vergunninghoudster zijn [naam] en de gemachtigde verschenen, vergezeld door [naam] . De gemachtigde van GS heeft online deelgenomen.
Overwegingen
- De pH-sensor en EC-sensor worden te weinig gecontroleerd en gekalibreerd;
- De locatie van de pH-sensor ontbreekt;
- Een automatische pH-regeling ontbreekt.
- Het luchtwassysteem in de stallen 4, 5 en 6 mag pas in gebruik worden genomen als het centraal afzuigkanaal, de koppeling van de luchtwasser aan dit kanaal en de uitvoering/dimensionering van de luchtwasser door het bevoegd gezag is gecontroleerd en is goed bevonden. Het bevoegd gezag kan hierbij aanwijzingen geven over de situering van pH-sensoren.
- Het luchtwassysteem in stallen 4, 5 en 6 moet in gebruik worden gehouden conform de controle en aanwijzingen van het bevoegd gezag. De inrichtinghouder dient de werking van het systeem 1x per week te controleren en in een logboek vast te leggen. Eventuele aanpassingen of reparaties moeten (kort) worden beschreven en ook in het logboek worden vastgelegd.
29 mei 2019. [2] Het bevoegd gezag kan aanwijzingen geven en deze moeten op basis van het tweede voorgestelde voorschrift ook worden opgevolgd. De controle zal in de praktijk worden uitgevoerd door de omgevingsdienst in opdracht van het bevoegd gezag.
De omgevingsdienst kan zowel opdracht krijgen van verweerder als van GS. Bovendien mag er van worden uitgegaan dat verweerder controleert (en zo nodig handhaaft) op de naleving van de omgevingsvergunning. De rechtbank verwijst in dit verband naar rechtsoverweging 11.4 van de uitspraak van de Afdeling van 7 september 2022. [3]
De rechtbank stelt hiervoor een termijn van twaalf weken na de dag van verzending van deze uitspraak.
De bijstand door een gemachtigde levert 3 punten op (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het indienen van een schriftelijke zienswijze na een bestuurlijke lus en de reactie op de voorstellen van de rechtbank en 1 punt voor het verschijnen op de zitting) met een waarde per punt van € 759,00. Ook moet verweerder de door [naam] gemaakte reiskosten voor het bijwonen van de zitting vergoeden, op basis van de kosten van openbaar vervoer 2e klas, ten bedrage van € 10,40.