Uitspraak
tussenuitspraak van de meervoudige kamer van 9 november 2022 in de zaak tussen
Milieuvereniging De Groene Koepel, te [vestigingsplaats] , eiseres(gemachtigde: mr. R. Hörchner)
het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant,
[naam] B.V., te [vestigingsplaats]
(gemachtigde: mr. M. van Moorsel).
Inleiding
,het slopen van het koetshuis, het renoveren van de villa en het realiseren van een appartementencomplex en drie grondgebonden woningen, op de locatie [adres] in [woonplaats] .
.
Beoordeling door de rechtbank
1.4 Op dit geschil is de Crisis- en herstelwet (Chw) van toepassing. Dit heeft tot gevolg dat eiseres direct in haar beroepschrift moet aanvoeren waarom zij het niet eens is met de beslissing van het college om de ontheffing in stand te laten en dat diverse termijnen worden verkort. Ook heeft dit gevolgen voor een eventueel in te stellen hoger beroep.
- artikel 3.5, eerste lid, van de Wnb, voor het opzettelijk vangen van de kamsalamander;
- artikel 3.5, tweede lid, van de Wnb, voor het opzettelijk verstoren van de gewone dwergvleermuis en de kamsalamander;
- artikel 3.5, vierde lid, van de Wnb, voor het beschadigen of vernielen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen voor de gewone dwergvleermuis en kamsalamander;
- artikel 3.10, eerste lid, onder a, van de Wnb, voor het opzettelijk vangen van de alpenwatersalamander, en
- artikel 3.10, eerste lid, onder b, van de Wnb, voor het opzettelijk beschadigen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de alpenwatersalamander en de eekhoorn.
Het college heeft dit standpunt gebaseerd op de door Antea Group opgestelde onderzoeksrapporten "Activiteitenplan Trianon " van 9 maart 2020, "Natuurtoets Trianon Breda" van 4 februari 2020, de door Stichting RAVON opgestelde "Inventarisatie Kamsalamander, Baronielaan Breda" van 17 juni 2019 en de door Antea Group opgestelde memo "Bovenwettelijke en wettelijke maatregelen ecologie" van 5 februari 2020.
De ontheffing is verleend voor de periode 1 september 2021 tot en met 30 september 2026. Aan de ontheffing zijn voorschriften verbonden.
De rechtbank zal dan ook alleen ingaan op de gronden die in het beroepschrift als zodanig zijn geformuleerd.
.Omdat de werkzaamheden waarvoor de ontheffing is aangevraagd niet zijn vermeld in Bijlage 1 bij het Verdrag van Aarhus, geldt op grond van dit Verdrag geen verplichting om inspraak te bieden aan het publiek. Ook op grond van de Habitatrichtlijn geldt die verplichting niet, omdat geen sprake is van een aanvraag om een vergunning voor een project dat significante gevolgen kan hebben voor een Natura 2000-gebied.
Uit artikel 6, eerste lid, van het Verdrag van Aarhus volgt dat dit Verdrag van toepassing is op besluiten over het al dan niet toestaan van activiteiten vermeld in bijlage I bij het Verdrag en op besluiten over niet in deze bijlage vermelde activiteiten die een aanzienlijk effect op het milieu kunnen hebben. De door [naam] verrichte activiteiten in verband waarmee de ontheffing is aangevraagd (de herinrichting van groen, verbouwings- en sloopwerkzaamheden en nieuwbouw van woningen) vallen niet in één van de categorieën van activiteiten die zijn opgesomd in de paragrafen 1 tot en met 19 van bijlage I bij het Verdrag van Aarhus. Naar het oordeel van de rechtbank is evenmin sprake van een besluit dat een aanzienlijk effect op het milieu kan hebben.
- Alleen renovatie van de villa en de tuin;
- Een kleiner aantal appartementen in het koetshuis en alleen woningen in de villa;
- Renovatie van de villa door middel van een aanschrijving en door subsidies en fiscaal aantrekkelijke regelingen.
op grond van artikel 3.10, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de Wnb. Door de openstelling van de tuin voor het publiek, de eventuele onvoldoende borging van sluiting ervan en bouwwerkzaamheden worden dan ook geen verbodsbepalingen overtreden. Er zijn gedragsregels aan de ontheffing verbonden. Als die niet worden nageleefd, is dat grond voor handhavend optreden.
Het college geeft verder nog aan dat volgens de "Inventarisatie Kamsalamander, [adres] , Breda" van de Stichting RAVON de Italiaanse kamsalamander is aangetroffen. De aanwezigheid van deze soort is vastgesteld op basis van de e-DNA-methode. Eiseres heeft geen contra-expertise in het geding gebracht die aantoont dat de Italiaanse kamsalamander niet in het projectgebied voorkomt. Het college verwijst verder naar de beschrijving van de effecten voor het leefgebied van de kamsalamander en de alpenwatersalamander op pagina 33 tot en met 37 van de natuurtoets van Antea Group, die onderdeel is van de verleende ontheffing. Daaruit volgt dat door de handelingen en activiteiten geen afbreuk wordt gedaan aan het streven de populaties van deze diersoorten in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding te laten voortbestaan.
- het plaatsen van een informatiebord 'verboden te vissen' (dus ook niet met schepnet);
- honden enkel aangelijnd;
- verboden te zwemmen voor honden;
- park is gesloten van zonsondergang tot zonsopkomst;
- houthopen en leefgebied voor beschermde soorten wordt (worden) afgeschermd met grote struikvormers;
- betreding enkel op aangegeven plekken, zoals paden en open gras.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- draagt het college op om de rechtbank binnen twee weken mede te delen of hij gebruik maakt van de gelegenheid om het gebrek te herstellen;
- stelt het college in de gelegenheid om binnen twee maanden na verzending van de tussenuitspraak de gebreken te herstellen, met inachtneming van de overwegingen en aanwijzingen in deze tussenuitspraak;
- houdt iedere verdere beslissing aan.
Informatie over hoger beroep
BijlageAlgemene wet bestuursrecht
1. Het beroep kan worden ingesteld bij de rechtbank, tenzij een andere bestuursrechter bevoegd is ingevolge hoofdstuk 2 van de bij deze wet behorende Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak dan wel ingevolge een ander wettelijk voorschrift.
[…].
Hoofdstuk 2. Beroep in eerste aanleg bij een bijzondere bestuursrechter (artikelen 8:4, tweede lid, en 8:6)
[…]
1. Op verzoek of ambtshalve kunnen burgemeester en wethouders ten aanzien van een project als bedoeld in artikel 2.9, eerste lid, een projectuitvoeringsbesluit vaststellen, waaronder begrepen de vaststelling dat deze afdeling op het project van toepassing is […].
1. afdeling 2 is van toepassing op
[…]
1. Elke Partij:
a. past de bepalingen van dit artikel toe ten aanzien van besluiten over het al dan niet toestaan van voorgestelde activiteiten vermeld in bijlage I;
b. past, in overeenstemming met haar nationale wetgeving, de bepalingen van dit artikel ook toe op besluiten over niet in bijlage I vermelde voorgestelde activiteiten die een aanzienlijk effect op het milieu kunnen hebben. Hiertoe bepalen de Partijen of een dergelijke voorgestelde activiteit onder deze bepalingen valt; en
[…]
3. De inspraakprocedures omvatten redelijke termijnen voor de verschillende fasen, die voldoende tijd laten voor het informeren van het publiek in overeenstemming met het voorgaande tweede lid en voor het publiek om zich gedurende de milieu-besluitvorming doeltreffend voor te bereiden en deel te nemen.
[…].
[….]