Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte 1] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
De bewijsbeslissing.
De bewijsmiddelen met betrekking tot het tenlastegelegde feit.
een geschrift, te weten een akte van geboorte, opgemaakt te Arnhem op 15 juli 2005 door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Arnhem, los opgenomen in het procesdossier, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende:
een proces-verbaal van verhoor getuige, opgemaakt d.d. 29 april 2019, dossierpagina’s 156-168, voor zover – zakelijk weergegeven – de verklaring van [slachtoffer 1] :
de rechtbank begrijpt: [verdachte 1]] (p. 158) seks gehad. In de nacht van dinsdag op woensdag [
de rechtbank begrijpt de nacht van 23 april 2019 op 24 april 2019] had ik ook seks met [alias] .
een proces-verbaal van verhoor verdachte, opgemaakt d.d. 1 mei 2019, dossierpagina’s 808-815, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende de verklaring van [verdachte 1] :
Bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straffen.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] .
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
wettig en overtuigend bewezenzoals hiervoor is omschreven;
gevangenisstrafvoor de duur
van 90 dagen met aftrekovereenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht
waarvan 87 dagen voorwaardelijkmet een
proeftijd van 1 jaar;
taakstrafvoor de duur
van 200 uren,subsidiair 100 dagen hechtenis;
verklaartde
benadeelde partij [slachtoffer 1] niet-ontvankelijkin de vordering,
bepaaltdat de benadeelde haar vordering bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen en
veroordeeltde benadeelde partij in de kosten van de verdachte tot op heden begroot op nihil.