Uitspraak
1.De procedure
2.Het verschoningsverzoek
3.De beoordeling
4.De beslissing
geenrechtsmiddel open (artikel 8:20, derde lid, van de Awb).
Rechtbank Oost-Brabant
Op 28 januari 2022 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Oost-Brabant een beslissing genomen op het verschoningsverzoek van mr. F.M.S. Requisizione, die als rechter betrokken was bij verschillende bestuursrechtelijke zaken. Het verzoek tot verschoning werd ingediend omdat de rechter zich ongemakkelijk voelde over haar rol in een zaak waarin de gemeente 's-Hertogenbosch als verweerder optreedt. De rechter had eerder namens de bewoners van haar straat beroep ingesteld tegen een beslissing van de gemeente, wat haar onpartijdigheid in de ogen van de betrokken partijen in twijfel zou kunnen trekken.
De verschoningskamer heeft de procedure en de relevante wetgeving, met name artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), in overweging genomen. Het uitgangspunt is dat rechters worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit vermoeden ondermijnen. In dit geval heeft de verschoningskamer geoordeeld dat de door de rechter aangevoerde feiten en omstandigheden voldoende grond bieden voor het toewijzen van het verschoningsverzoek.
De beslissing houdt in dat mr. Requisizione niet langer de zaken zal behandelen en dat er een andere rechter zal worden aangewezen. Tegen deze beslissing staat een rechtsmiddel open, zoals vermeld in artikel 8:20, derde lid, van de Awb. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de leden van de verschoningskamer, met vermelding van de griffier.