ECLI:NL:RBOBR:2022:462

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
28 januari 2022
Publicatiedatum
15 februari 2022
Zaaknummer
VR 22/001
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verschoningsverzoek van een rechter in bestuursrechtelijke zaken

Op 28 januari 2022 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Oost-Brabant een beslissing genomen op het verschoningsverzoek van mr. F.M.S. Requisizione, die als rechter betrokken was bij verschillende bestuursrechtelijke zaken. Het verzoek tot verschoning werd ingediend omdat de rechter zich ongemakkelijk voelde over haar rol in een zaak waarin de gemeente 's-Hertogenbosch als verweerder optreedt. De rechter had eerder namens de bewoners van haar straat beroep ingesteld tegen een beslissing van de gemeente, wat haar onpartijdigheid in de ogen van de betrokken partijen in twijfel zou kunnen trekken.

De verschoningskamer heeft de procedure en de relevante wetgeving, met name artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), in overweging genomen. Het uitgangspunt is dat rechters worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit vermoeden ondermijnen. In dit geval heeft de verschoningskamer geoordeeld dat de door de rechter aangevoerde feiten en omstandigheden voldoende grond bieden voor het toewijzen van het verschoningsverzoek.

De beslissing houdt in dat mr. Requisizione niet langer de zaken zal behandelen en dat er een andere rechter zal worden aangewezen. Tegen deze beslissing staat een rechtsmiddel open, zoals vermeld in artikel 8:20, derde lid, van de Awb. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de leden van de verschoningskamer, met vermelding van de griffier.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK OOST-BRABANT
Verschoningskamer
zaaknummer: VR 22/001
Beslissing van 28 januari 2022
van de meervoudige verschoningskamer van de rechtbank op het verzoek ex artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van
mr. F.M.S. Requisizione,
rechter in deze rechtbank
hierna te noemen: de rechter,
in haar hoedanigheid van rechter in de zaken met zaaknummers 20/2556 RECLBL,
20/2377 WOZ en 20/3520 WOZ.

1.De procedure

De rechter heeft op 27 januari 2022 een verschoningsverzoek ingediend. Een afschrift van het verzoek zal tegelijk met het afschrift van deze beslissing aan de partijen in de hiervoor genoemde zaken worden toegestuurd.

2.Het verschoningsverzoek

In het verschoningsverzoek heeft de rechter toegelicht dat zij onlangs namens alle bewoners van haar straat beroep heeft ingesteld tegen een beslissing op bezwaar van de gemeente
’s-Hertogenbosch, die is genomen in het kader van een planologische herinrichting. Zij stelt dat ze op de politieke besluitvorming invloed heeft uitgeoefend, onder meer door in te spreken bij de gemeenteraad en dat zij veelvuldig contact heeft gehad met gemeenteambtenaren over deze kwestie. De rechter voelt zich onder de door haar aangegeven omstandigheden uiterst ongemakkelijk en bezwaard om deze zaken te behandelen, waarin de heffingsambtenaar van de gemeente ’s-Hertogenbosch verweerder is. De rechter wil voorkomen dat bij de gemeente of de wederpartijen de vrees ontstaat dat zij niet onpartijdig hun zaken behandelt, omdat ze mogelijk zouden kunnen menen dat zij belang zou hebben een partij te welwillend (of juist niet welwillend) tegemoet te treden.

3.De beoordeling

3.1.
Gelet op het bepaalde in artikel 8:19 Awb, kan een rechter die een zaak behandelt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden verzoeken zich te mogen verschonen.
3.2.
Bij de beoordeling van een verschoningsverzoek dient uitgangspunt te zijn dat de rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich een uitzonderlijke omstandigheid voordoet, die een zwaarwegende aanwijzing oplevert voor het oordeel dat een rechter jegens een partij bij een geding een vooringenomenheid koestert (de subjectieve toets). Daarnaast kan er onder omstandigheden reden zijn voor verschoning, als, afgezien van de persoonlijke opstelling van de rechter in de zaak, de bij een partij bestaande vrees voor onpartijdigheid van die rechter objectief gerechtvaardigd is, waarbij rekening moet worden gehouden met uiterlijke schijn (de objectieve toets). Het subjectieve oordeel van een partij is niet doorslaggevend.
3.3.
Uit het verschoningsverzoek blijkt dat sprake is van feiten en omstandigheden die de conclusie rechtvaardigen dat de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen leiden. De verschoningskamer ziet in de door de rechter gegeven motivering van het verschoningsverzoek voldoende grond voor verschoning. Het verschoningsverzoek zal daarom worden toegewezen.

4.De beslissing

De verschoningskamer van de rechtbank wijst het verzoek tot verschoning van
mr. Requisizione toe, en verstaat dat in de zaken een andere rechter zal worden aangewezen.
Deze beslissing is gegeven door mr. J.O.Y. Elagab, voorzitter, mr. H.M.H. de Koning en
mr. G.J. Roeterdink, leden, in tegenwoordigheid van de griffier mr. J.R. Leegsma en in het openbaar uitgesproken op 28 januari 2022.
De voorzitter
De griffier is verhinderd de beslissing mede te ondertekenen.
Tegen deze beslissing staat
geenrechtsmiddel open (artikel 8:20, derde lid, van de Awb).