ECLI:NL:RBOBR:2022:4079
Rechtbank Oost-Brabant
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van een rechter in een strafzaak wegens vermeende partijdigheid
In deze zaak heeft verzoekster, verdachte in een strafzaak, een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. R. van den Munckhof, de rechter die haar bezwaar tegen een dagvaarding zou behandelen. Verzoekster was gedagvaard door het Openbaar Ministerie om op 18 augustus 2022 te verschijnen, maar had bezwaar gemaakt tegen deze dagvaarding. Op 17 augustus 2022 heeft zij de rechter gewraakt, omdat zij vreesde dat haar zaak niet onpartijdig behandeld zou worden, gezien de gelijktijdige behandeling van een andere verdachte in een vergelijkbare zaak. De wrakingskamer heeft de procedure gevolgd en op 14 september 2022 een beslissing genomen. De wrakingskamer oordeelde dat er geen objectieve redenen waren voor de vrees van partijdigheid, aangezien de rechter geen beslissing had genomen over de behandeling van de bezwaren. Het wrakingsverzoek werd afgewezen, omdat het kennelijk ongegrond was. De rechtbank benadrukte dat een rechter alleen gewraakt kan worden bij bijzondere omstandigheden die de onpartijdigheid in gevaar brengen. De beslissing werd genomen door een meervoudige wrakingskamer, bestaande uit drie rechters, en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.