Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
hij op of omstreeks 20 april 2021 te Oploo, gemeente Sint Anthonis, althans in Nederland, als bestuurder van een voertuig (aanhangwagen),-een aanhangwagen, met de dissel in de richting voor het tegemoetkomend verkeer, midden op het fietspad heeft geparkeerd en/of-geen veiligheidsmaatregelen heeft genomen, zodat bovengenoemde aanhangwagen voor de overige verkeersdeelnemers beter zichtbaar zou zijn, door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
De formele voorvragen.
Bewijs
/LJN AB5572) [1] dat verdachte als laatste feitelijke bestuurder ervoor verantwoordelijk is dat zijn aanhangwagen zich op de betreffende plek van het ongeval bevond, zodat hij ook op het tijdstip van het ongeval als verkeersdeelnemer en bestuurder had te gelden. De rechtbank beschouwt verdachte dan ook als verkeersdeelnemer als bedoeld in artikel 6 WVW. Dit staat ook niet ter discussie.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf.
(opmerking rechtbank: op de schriftelijke vordering die als bijlagee aan dit vonnis is gehecht staat een proeftijd van 1 jaar vermeld)
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
taakstrafvoor de duur van
40 urensubsidiair 20 dagen hechtenis.
ontzeggingvan de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van
6 maanden voorwaardelijkmet een proeftijd van 2 jaren.