ECLI:NL:RBOBR:2022:3045

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
27 juli 2022
Publicatiedatum
28 juli 2022
Zaaknummer
C/01/384059 / KG ZA 22-390
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over vrijgave van depot en geschil over definitieve koopsom tussen Hands on Investments B.V. en Compello Group B.V.

In deze zaak, die voor de Rechtbank Oost-Brabant is behandeld, vordert Hands on Investments B.V. (eiseres) dat Compello Group B.V. (gedaagde) meewerkt aan de vrijgave van een bedrag van € 1.219.500,- dat onder een notaris is gedeponeerd. Dit bedrag is het resultaat van een eerdere overeenkomst tussen partijen, waarin Hands on de aandelen van Compello B.V. heeft gekocht van Compello Group. De vordering is gebaseerd op een geschil over de definitieve koopsom en de verplichtingen die voortvloeien uit de Share Purchase Agreement (SPA) tussen partijen. De voorzieningenrechter heeft op 27 juli 2022 vonnis gewezen, waarin Compello Group werd veroordeeld om mee te werken aan de vrijgave van een bedrag van € 750.000,- aan Hands on Investments, onder bepaalde voorwaarden. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vorderingen van Hands on Investments niet konden worden afgewezen op basis van de afstemmingsregel van de Hoge Raad, omdat het geschil betrekking had op de vraag of een conservatoire maatregel moet worden gehandhaafd. De rechter heeft ook overwogen dat Compello Group niet in staat is om aan haar verplichtingen te voldoen, wat de noodzaak voor de vrijgave van het depot onderstreept. De uitspraak bevat verder bepalingen over dwangsommen en proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Civiel Recht
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
zaaknummer / rolnummer: C/01/384059 / KG ZA 22-390
Vonnis in kort geding van 27 juli 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HANDS ON INVESTMENTS B.V.,
gevestigd te Rossum,
eiseres,
advocaten mr. G.J.M. Volders en mr. G.G.W.G van den Valk- van den Bosch te 's-Hertogenbosch,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
COMPELLO GROUP B.V.,
gevestigd te Zwolle,
gedaagde,
advocaat mr. D.F. Spoormans te 's-Gravenhage.
Partijen zullen hierna Hands on Investments en Compello Group genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
De procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 22 juli 2022 met 21 producties;
  • de conclusie van antwoord van 22 juli 2022 van Compello Group met 17 producties;
  • de aanvullende producties 22 tot en met 31 van Hands on Investments, ingekomen op 22 juli 2002;
  • de mondelinge behandeling op 25 juli 2022 te 14.00 uur gehouden door middel van een verbinding via Teams;
  • de spreekaantekeningen van mr. Van den Valk-van den Bosch.
1.2.
Uiteindelijk is vonnis bepaald op 27 juli 2022 te 11.00 uur.

2.De feiten

2.1.
Hands on Investments heeft van Compello Group de aandelen in Compello B.V. (hierna: Compello) gekocht. Bestuurders van Compello Group zijn Brinie Holding B.V. (hierna: Brinie) en Greenblocks B.V. (hierna: Greenblocks). Bestuurder van Brinie is [A] (hierna: [A] ) . Bestuurder van Greenblocks is [B] (hierna: [B] ).
2.2.
Tussen Hands on Investments, Compello Group, Compello, Brinie, [A] en [B] zijn bij de Rechtbank Midden-Nederlands onder zaaknummers/rolnummers C/16/518957 / HA ZA 21-206 en C/16/506086 / HA ZA 20-465 procedures aanhangig. In het tussenvonnis van 6 juli 2022 (hierna: het vonnis) heeft de Rechtbank onder andere het navolgende overwogen:
“2.1. Compello exploiteert een onderneming die gespecialiseerd is op het gebied van automatisering. De aandelen in Compello werden tot 14 mei 2019 gehouden door Compello Group. De aandelen in Compello Group worden gehouden door Greenblocks B.V. (waarvan [B] bestuurder is) en Brinie Holding (waarvan [A] bestuurder is).
2.2.
Op grond van een Share Purchase Agreement van 14 mei 2019 (hierna: de SPA) heeft Compello Group als verkoper aan Hands On als koper alle aandelen in Compello verkocht. De verkoop was sinds 1 oktober 2018 voorbereid, onder meer door het sluiten van een Memorandum of Understanding op 8 februari 2019 (hierna: de MoU) en een uitgevoerd due diligence onderzoek (hierna: het DDO) tussen 6 februari en 28 maart 2019
.
2.3.
Tijdens de precontractuele fase heeft Hands On op 23 november 2018 een bod voor de aandelen van 4,5 keer de EBITDA 2018 uitgebracht, die op dat moment voorlopig werd begroot op een totale koopsom van € 2.445.417,-. Naar aanleiding van de daaropvolgende informatie-uitwisseling, gesprekken tussen partijen en hun adviseurs en het DDO zijn Hands On en Compello Group vervolgens tot de afspraken gekomen die in de SPA zijn vermeld.
2.4.
In artikel 1 van de SPA is afgesproken dat de juridische eigendomsoverdracht van de aandelen in Compello op 14 mei 2019 zal plaatsvinden ten overstaan van een notaris van kantoor Heussen. Voor de economische eigendomsoverdracht zijn partijen de eerdere datum van 1 januari 2019 overeengekomen; een zogeheten
locked box(artikel 1.3). Dat betekent dat de aandelen en alle daaraan verbonden rechten en verplichtingen vanaf 1 januari 2019 voor rekening en risico van Hands On komen (artikel 1.4). Compello Group heeft zich daarom verbonden om in de tussenliggende periode van 1 januari 2019 tot 14 mei 2019 de handelingen omschreven in artikel 4.3 van de SPA niet te zullen verrichten (artikel 1.5). Doet Compello Group dat wel (en is er daardoor sprake van een zogeheten
leakage), dan moet zij de schade die Hands On daardoor lijdt aan haar vergoeden (artikel 1.6.).
2.5.
Partijen zijn in artikel 2 van de SPA over de hoogte van de te betalen koopsom het volgende overeengekomen:
"2.1 De koopsom voor de Aandelen, hierna te noemen: "de Koopsom", op een debt en cash free basis, wordt vastgesteld door de genormaliseerde EBITDA over 2018 met 4,5 te vermenigvuldigen, waarbij bij ondertekening van deze Overeenkomst uit wordt gegaan van een pro forma genormaliseerde EBITDA van € 542.000 (zegge: "vijfhonderdtweeënveertig duizend euro") en derhalve van een Koopsom van: € 2.439.000 (zegge: "twee miljoen vierhonderdnegenendertigduizend euro"), uitgaande van de berekening die is aangehecht alsbijlage 2en met inachtneming van hetgeen is bepaald in lid 2 van dit artikel.2.2. De Koopsom wordt als volgt bepaald:
a.
a) De Koopsom; plus;
b) Het aanwezige kasgeld in de Vennootschap en het geld dat aanwezig is op de bankrekeningen van de Vennootschap; minus
c
) De schulden en alle als schuld aanwijsbare verplichtingen van de Vennootschap, inclusief renteverplichtingen, die bestaan op 31 december 2018 aan derden (overzicht:bijlage 3); plus of minus
d) Het tekort of overschot aan genormaliseerd netto werkkapitaal.
(…)”
2.6.
Over de betaling van de koopsom is in de SPA afgesproken dat Hands On op de leveringsdatum van 14 mei 2019 een eerste deelbetaling van 50% van de voorlopige koopsom van € 2.439.000,- zou voldoen: een bedrag van € 1.219.500,- (artikel 2.3). Vervolgens zouden de jaarcijfers 2018 van Compello binnen 2 maanden
"na afronding van de samenstelling van de jaarcijfers definitief worden geverifieerd door een door[Hands On]
aan te wijzen register(accountant)", waarna de koopsom door partijen of door (een) door hen aan te wijzen bindend adviseur(s) definitief zou worden vastgesteld (artikel 2.4). Vervolgens zou de overige 50% van de koopsom in deelbetalingen van ieder 25% worden betaald. Die deelbetalingen waren elk voorlopig begroot op € 609.750,- en Hands On zou hiervoor zekerheid stellen door Letters of Credit van ABN Amro Bank N.V. In deze deelbetalingen zou de definitieve vaststelling van de koopsom nog worden verdisconteerd (artikelen 2.6 en 2.8). De tweede deelbetaling zou plaatsvinden binnen 2 dagen na de definitieve vaststelling van de koopsom door partijen of hun bindend adviseur (artikel 2.6) en de derde deelbetaling zodra
"de jaarrekening van[Compello]
is geverifieerd door [C] , accountant van[Compello Group]
"dan wel uiterlijk op 1 maart 2020 (artikel 2.8).
2.7.
Na de levering van de aandelen en de eerste deelbetaling op 14 mei 2019 raakten de verhoudingen tussen Hands On en Compello Group verstoord. Zij konden het niet eens worden over de definitieve vaststelling van de koopsom. Op 5 juni 2019 was de conceptjaarrekening 2018 van Compello door Compello Group aan Hands On verstrekt. Hands On heeft [D] (hierna: [D] ) opdracht gegeven de concept-jaarrekening 2018 te beoordelen. Op 18 september 2019 heeft [D] een rapport opgesteld met haar bevindingen, waarin zij concludeert dat zeventien (normalisatie)posten in de conceptjaarrekening 2018 negatief moeten worden bijgesteld. Volgens Hands On blijkt uit het rapport van [D] dat de definitieve koopsom in totaal € 769.000,- bedraagt (4,5 keer de werkelijke EBITDA 2018 van € 171.000,-), waardoor Hands On van de eerste deelbetaling van € 1.219.500,- nog een bedrag moet terugkrijgen. Compello Group bestrijdt de omvang van het onderzoek en de bevindingen van [D] . Volgens Compello Group is afgesproken dat het onderzoek beperkt zou blijven tot een verificatie van zeven gearceerde (normalisatie)posten in de conceptjaarrekening 2018, zoals weergegeven in bijlage 2 bij de SPA. De definitieve koopsom komt dan uit binnen de bandbreedte van € 2.490.000,- tot € 2.705.000,-; de bedragen die ook in bijlage 2 zijn vermeld. Compello Group maakt daarom aanspraak op de tweede en derde deelbetaling van de koopsom.
2.8.
Naast dit verschil van inzicht tussen Hands On en Compello Group over de vaststelling en uitbetaling van de definitieve koopsom, ontstond na 14 mei 2019 een tweede discussie tussen Hands On c.s. enerzijds en Compello Group c.s. en Brinie Holding c.s. anderzijds over (een door Hands On gestelde schending van) garanties en vrijwaringen. Het gaat hierbij vooral om de volgende artikelen uit de SPA:
“4.2. Verkoper en de heren [B] en [A] garanderen dat alle garanties, zoals opgenomen in dit artikel en inbijlage 7bij deze Overeenkomst, volledig, juist en niet misleidend zijn.
(…)
4.3.
Verkoper en de heren [B] en [A] garanderen dat er in de periode vanaf 1 januari 2019 tot aan de Leveringsdatum:
a.
a) geen dividend is/wordt uitgekeerd of besluiten zijn genomen tot het uitkeren van dividend;
(…)
c.
) geen betalingen zijn gedaan aan derden buiten de normale gang van zaken binnen de Vennootschap;
4.4.
Schending van de garanties in artikel 4.3. wordt beschouwd als Leakage onder deze Overeenkomst.
4.5.
Verkoper vrijwaart Koper en Vennootschap voor alle vorderingen die derden kunnen hebben en/of ten gelde maken jegens Koper en/of de Vennootschap voortvloeiend uit:
a.
a) de schuld die de Vennootschap had/heeft aan Huawei;
(…)
e) niet betaalde (loon)belastingen en sociale lasten tot aan de Leveringsdatum, alsmede alle hieraan verbonden advieskosten, naheffingen, boetes, rente en kosten;
(…)
j) alle vorderingen van de Belastingdienst die voortvloeien uit feiten en/of omstandigheden van voor de Leveringsdatum;“
De in artikel 4.2 genoemde Bijlage 7 van de SPA bevat een groot aantal garanties, waaronder (in artikel 4.1.1) een balansgarantie.
2.9.
In verband met de garanties zijn ook deze bepalingen uit de SPA van belang:
“5.1. Op het moment dat de Koper bekend wordt met het bestaan van een claim onder artikel 4 en bijlage 7 bij deze Overeenkomst, dan dient zij dit binnen 21 kalenderdagen na constatering schriftelijk aan Verkoper te melden.
5.2.
Verkoper is aansprakelijk voor alle schade die Koper lijdt als gevolg van het schenden van garanties onder deze Overeenkomst, tenzij:
a.
a) de betreffende vordering niet meer dan € 5.000,- bedraagt
b) alle vorderingen tezamen niet meer dan € 50.000,- bedragen;
(…)
5.3.
De maximale aansprakelijkheid van Verkoper bedraagt 15% van de Koopsom, welke maximale aansprakelijkheid niet geldt voor de garanties, zoals opgenomen in artikel 4.2. van deze Overeenkomst, de vrijwaringsbedingen in artikel 4.5. van deze Overeenkomst, de garanties inzake Leakage en alle garanties die zien op fiscaliteiten c..q. vorderingen van de Belastingdienst.
5.4.
Het recht om schade te vorderen wegens het schenden van garanties komt te vervallen na verloop van 18 maanden na Leveringdatum, met uitzondering van vorderingen die zien op artikel 4.2. van deze Overeenkomst waarvoor een termijn van vijf (5) jaar geldt (…). Dit artikel ziet niet op de vrijwaringsbedingen, zoals opgenomen in artikel 4.5. van deze Overeenkomst.
5.5.
Verkoper is niet aansprakelijk voor vorderingen van Koper, indien:
(…)
d) de vordering betrekking heeft op omstandigheden of feiten die blijken uit het due diligence onderzoek, zijn medegedeeld in deze Overeenkomst of blijken uit documentatie waarnaar in deze Overeenkomst wordt verwezen (…)
5.6.
Indien een derde jegens Koper of de Vennootschap een vordering instelt (hierna te noemen: “Derdenclaim”) die kan leiden tot een vordering van Koper op Verkoper uit hoofde van deze Overeenkomst, zal Koper ervoor zorgdragen dat Koper of de Vennootschap tijdig overleg voert en rekening houdt met verzoeken van Verkoper in het kader van de behandeling van de Derdenclaim. (…) Verkoper heeft te allen tijde het recht de behandeling van iedere Derdenclaim over te nemen onder de voorwaarde dat Verkoper jegens Koper aansprakelijkheid erkent voor het geval er sprake mocht zijn van schending van een van de verplichtingen van Verkoper uit hoofde van deze Overeenkomst. (…)“
2.10.
De discussies over de berekening van de definitieve koopsom en de garanties en vrijwaringen hebben ertoe geleid dat partijen momenteel in een patstelling verkeren. Zoals hiervoor al vermeld, kunnen zij het niet eens worden over de benoeming van een bindend adviseur om de definitieve koopsom vast te stellen, de daaropvolgende (terug)betaling daarvan. Daarnaast beroepen zij zich ten aanzien van andere verbintenissen in de SPA over en weer op (betwiste) tekortkomingen, opschorting, verrekening en vernietiging.
2.11.
Het geschil tussen partijen heeft in het voorjaar 2020 tot een eerste kort geding geleid, waarin Hands On c.s. in conventie hebben gevorderd om Compello Group c.s. te veroordelen tot onder meer betaling van een voorschot van € 450.000,- voor onbetaald gelaten loonaangiftes over 2015 en 2016 van de Belastingdienst (hierna: de schuld aan de Belastingdienst), schending van andere garanties en op grond van vrijwaringen in de SPA. Compello Group c.s. hebben in dat kort geding in reconventie gevorderd om Hands On te veroordelen tot onder meer betaling van een voorschot van € 1.270.500,- voor de tweede en derde deelbetaling van de koopsom en om mee te werken aan de vaststelling van de definitieve koopsom door een bindend adviseur. De voorzieningenrechter heeft in een vonnis van 15 april 2020 alle vorderingen afgewezen, met uitzondering van de vordering in reconventie om de Letter of Credit voor de derde deelbetaling van de koopsom op de kwaliteitsrekening van notariskantoor Heussen uit te laten betalen. Door deze ordemaatregel staat er op dit moment een bedrag van in totaal € 1.219.500,- (tweemaal € 609.750,-) op de notarisrekening geparkeerd. Hands On c.s. en Compello Group c.s. hebben namelijk eerder in overleg ook de Letter of Credit voor de tweede deelbetaling al laten uitbetalen op deze notarisrekening.
2.12.
Na afloop van het eerste kort geding zijn Hands On c.s. deze twee gevoegde bodemprocedures tegen Compello Group c.s. en Brinie Holding c.s. gestart. Daarnaast is Hands On op 24 april 2020 door Compello Group geïnformeerd over een lopend hoger beroep tussen Compello en Huawei Technologies (Netherlands) B.V. (hierna: Huawei) bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, waarin op 7 mei 2020 een mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden. Het hoger beroep is gericht tegen een vonnis van de rechtbank Overijssel van 2 augustus 2017. In dit vonnis is Compello in conventie veroordeeld om aan Huawei een bedrag van € 518.283,85 te betalen, vermeerderd met rente en kosten, en is de aansprakelijkheid van Huawei in reconventie bij verklaring voor recht vastgesteld met veroordeling tot betaling van schadevergoeding aan Compello, op te maken bij staat.
2.13.
Op 29 april 2020 hebben Compello Group c.s. aan Hands On c.s. per e-mail het volgende voorstel gedaan over de lopende hoger beroepsprocedure tegen Huawei, waarmee Hands On c.s. dezelfde dag hebben ingestemd:
"a. Partijen brengen (zo het er al niet onder viel) de Huawei-claim binnen het bereik van artikel 5.6 van de SPA. Compello Group B.V. neemt in het licht van die bepaling (voorlaatste zin) de behandeling van de Huawei-claim op zich en erkent aansprakelijkheid onder het regime van de artikelen 4 lid 5 jo. artikel 5.6 van de SPA. Andere aansprakelijkheden worden niet erkend (en daar mag ieder der partijen dus het zijne van vinden)."
b. Hands On Investments BV en Compello BV zullen de incasso van de Huawei-claim jegens Compello Group BV en de heer Giesbers niet eerder in gang zetten dan nadat Huawei een (nadere) handeling neemt ter executie van het vonnis in eerste aanleg, het arrest in hoger beroep of een door Compello Group BV namens Compello BV aangegane schikking voor de Huawei-zaak. Partijen spreken echter niet voorshands af op welke wijze – als Huawei tot executie overgaat – de betaling aan Huawei moet worden voldaan. Daar mogen ze ieder hun eigen mening over hebben.
c
. Compello Group BV zal Compello BV in de gelegenheid stellen input te leveren bij processtukken (waarbij de 7 dagen termijn het uitgangspunt is). Er bestaat echter niet voorshands een harde verplichting om namens Compello BV (lees: u) gedane suggesties over te nemen of een bijzondere motiveringsplichten wil men deze input terzijde leggen. (…)"
2.14.
Vervolgens heeft er een tweede kort geding plaatsgevonden, waarin Compello vorderde om Compello Group te veroordelen tot betaling van een voorschot van € 343.000,- voor een schuld aan de Belastingdienst. Compello had deze schuld inmiddels voldaan. Compello Group heeft niet bestreden dat zij op grond van de SPA verplicht is om dit bedrag aan Compello te vergoeden, maar heeft wel betwist dat de vordering al opeisbaar is, omdat deze verdisconteerd (of verrekend) moet worden in (met) de nog vast te stellen definitieve koopsom. Daarnaast beriep Compello Group zich op opschorting van haar verplichting tot betaling. De voorzieningenrechter heeft in een vonnis van 1 december 2021 de vordering afgewezen. Tegen het vonnis van 1 december 2021 heeft Compello op 21 december 2021 hoger beroep ingesteld”.
2.3.
Het dictum van het vonnis bepaalt onder andere:
“4.1.
verklaart voor recht dat de definitieve koopsom, zoals gedefinieerd in de SPA, op bindende wijze berekend dient te worden door een onafhankelijke adviseur die de jaarcijfers 2018 van Compello in hun volledigheid dient te verifiëren met inachtneming van – in ieder geval- de schriftelijke bevindingen van de accountant van Hands On ( [D] ) en de schriftelijke reactie die Compello Group en haar advocaat daarop hebben gegeven, waarna deze adviseur de genormaliseerde EBITDA 2018 berekent en de definitieve koopsom vaststelt, door de door hem of haar berekende definitieve genormaliseerde EBITDA 2018 van Compello te vermenigvuldigen met factor 4,5;
(..)
4.5.
veroordeelt Compello Group tot betaling van € 109.028,- aan Hands On, te vermeerderen met de wettelijke rente (artikel 6:119 BW) vanaf 26 september 2019;
4.6.
veroordeelt Compello Group tot betaling van € 388.144,35 aan Compello in verband met de belastingschuld, te vermeerderen met de wettelijke rente (artikel 6:119 BW) over dit bedrag vanaf het moment van de betalingen die Compello in verband met deze schuld tussen 27 januari 2020 en 20 juli 2020 aan de Belastingdienst heeft voldaan;
4.7.
veroordeelt Compello Group om aan Compello te betalen al dat wat zij op grond van een uitspraak in de procedure bij de rechtbank Overijssel (zaak en rolnummer C/08/181340/HA ZA 16-16) dan wel bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (zaak en rolnummer 200.241.325/01) aan Huawei moet voldoen, binnen twee kalenderdagen nadat Huawei Compello schriftelijk heeft gesommeerd om deze bedragen te betalen of nadat Huawei de executie van het vonnis dan wel arrest heeft aangezegd;
(..) ”.
2.4.
In een procedure tussen Compello en Huawei Technologies (Netherlands) B.V. (hierna: Huawei) met zaaknummer 200.241.325/01 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 juni 2022 een arrest (hierna: het arrest) gewezen. Het arrest bepaalt onder andere:
“veroordeelt Compello aan Huawei te betalen een bedrag van € 200.000,-, vermeerderd met de wettelijke rente daarover met ingang van 2 november 2015 tot de dag van de voldoening”.

3.Het geschil

3.1.
Hands on Investments vordert bij wijze van voorlopige voorziening en uitvoerbaar bij voorraad - samengevat –:
I. Compello Group te gebieden om binnen 2 uur na het in dezen te wijzen vonnis mee te werken,
primairaan vrijgave aan Hands on Investments van alle gelden groot € 1.219.500,- en
subsidiairaan vrijgave aan Hands on Investments van een geldbedrag door de voorzieningenrechter te bepalen, door binnen de gestelde termijn per e-mail (voorzien van een verifieerbare handtekening van de bestuurders van Compello Group) aan de notaris
O.W.J. Hoefnagels van notariskantoor HEUSSEN te berichten (gericht aan e­mailadres: [emailadres] dat, op basis van het te wijzen vonnis, alle gelden groot € 1.219.500,-, dan wel het deel dat door de voorzieningenrechter wordt vastgesteld, binnen 48 uur na verzending van de e-mail dienen te worden uitbetaald aan Hands on Investments, waarbij partijen de overeenkomsten die als productie 6 en 7 zijn overgelegd als geëindigd kunnen beschouwen, en, indien Compello Group niet binnen de gestelde termijn dit schriftelijk verzoek doet,
a. te bepalen dat het in deze te wijzen vonnis in de plaats treedt van dit verzoek;
b. te bepalen dat Compello Group een dwangsom verbeurt als zij niet tijdig en niet binnen de gestelde termijn aan deze veroordeling voldoet van € 500.000,- (bij enkele overtreding) en een bedrag groot € 100.000,- voor elke dag of dagdeel dat Compello Group in gebreke blijft aan die veroordeling uitvoering te geven;
II. Compello Group te veroordelen in de proceskosten en in de nakosten.
3.2.
Compello Group voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Compello Group heeft zich op de relatieve onbevoegdheid van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant beroepen omdat in de SPA een forumkeuze voor de Rechtbank Midden-Nederland is opgenomen. De voorzieningenrechter verwerpt dit verweer omdat het geschil van partijen het depot van een bedrag van € 1.219.500,00 onder de notaris betreft en in de overeenkomst met de notaris van 14 mei 2019 (productie 6 van Hands on) een forumkeuze voor de Rechtbank Oost-Brabant is overeengekomen.
4.2.
Compello Group beroept zich op de afstemmingsregel van de Hoge Raad en betoogt dat op grond daarvan de vorderingen van Hands on Investments moeten worden afgewezen. De voorzieningenrechter verwerpt dit verweer van Compello Group. Met Hands on Investments meent de voorzieningenrechter dat de afstemmingsregel niet van toepassing is omdat het geschil dat in deze procedure moet worden beslecht de vraag betreft of een conservatoire maatregel geheel dan wel gedeeltelijk moet worden gehandhaafd en die vraag volgens de Hoge Raad in zijn arrest van 3 april 2020, JOR 2020/186 (Econocom/Intralot) op grond van een belangenafweging moet worden beantwoord.
4.3.
Tussen partijen staat vast dat Compello Group de bedragen van € 109.028,00 (r.o. 4.5 van het vonnis), € 388.144,35 (r.o. 4.6 van het vonnis) en € 200.000,00 (r.o. 4.7 van het vonnis in samenhang met de veroordeling in het arrest) (thans) niet kan en zal voldoen. Deze schulden van Compello Group aan Hands on Investments respectievelijk Compello kunnen als (extra) zekerheid voor de door Compello Group op Hands on Investments gepretendeerde vordering op grond van de SPA worden gekwalificeerd, indien en voor zover Compello Group deze schulden zou kunnen verrekenen met een eventueel door de in r.o. 4.1 van het vonnis genoemde bindend adviseur vast te stellen vordering van Compello Group op Hands on Investments. Daarvoor is nodig dat Hands on Investments in zoverre afstand doet van het wederkerigheidsvereiste van art. 6:127 BW en Compello Group (voorshands) niet kan worden aangesproken door Hands on Investments of Compello voor de genoemde schulden. Hands on Investments heeft er belang bij dat het depot onder de notaris (gedeeltelijk) wordt vrijgegeven en zij in zoverre over de door haar gestorte gelden kan beschikken, terwijl de overeengekomen zekerheid die Compello Group heeft daardoor (per saldo) niet minder wordt.
4.4.
De voorzieningenrechter zal Compello Group veroordelen mee te werken aan vrijgave van een bedrag van 750.000,00 nadat Compello heeft verklaard dat Compello Group een door de bindend adviseur vast te stellen vordering (ook) (gedeeltelijk) kan verrekenen met in r.o. 4.6 en 4.7 van het vonnis genoemde schulden aan Compello en Hands on Investments heeft verklaard de veroordelingen vervat in r.o. 4.5, 4.6 en 4.7 van het vonnis niet te zullen executeren zolang de bindend adviseur geen (definitief) oordeel heeft gegeven omtrent de door Compello Group op Hands on Investments gepretendeerde vordering op grond van de SPA .
4.5.
De voorzieningenrechter ziet voldoende aanleiding om aan Compello Group een dwangsom op te leggen. De dwangsom zal worden beperkt als volgt.
4.6.
Compello Group zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Hands on Investments worden begroot op:
- dagvaarding € 133,33
- griffierecht 676,00
- overige kosten 0,00
- salaris advocaat
1.524,00
Totaal € 2.333,00
4.7.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt Compello Group, indien en voor zover Compello voor 1 augustus 2022 schriftelijk aan Compello Group heeft verklaard dat Compello Group haar schulden aan Compello op grond van r.o. 4.6 en 4.7 van het vonnis (in samenhang met de veroordeling in het arrest) zal mogen verrekenen met de eventueel door de bindend adviseur vast te stellen vordering van Compello Group op Hands on Investments en Hands on Investments voor 1 augustus 2022 schriftelijk aan Compello Group heeft verklaard de veroordelingen vervat in r.o. 4.5, 4.6 en 4.7 van het vonnis niet te zullen executeren zolang de bindend adviseur geen (definitief) oordeel heeft gegeven omtrent de door Compello Group op Hands on Investments gepretendeerde vordering op grond van de SPA (hierna: de verklaringen), om binnen 48 uur nadat de verklaringen zijn afgegeven mee te werken aan vrijgave aan Hands on Investments van € 750.000,00 door binnen de gestelde termijn per e-mail aan de notaris O.W.J. Hoefnagels van notariskantoor HEUSSEN te berichten (gericht aan e­mailadres: [emailadres]
)dat, op basis van dit vonnis een bedrag van € 750.000 binnen 48 uur na verzending van de e-mail dient te worden uitbetaald aan Hands on Investments,
5.2.
veroordeelt Compello Group om aan Hands on Investments een dwangsom te betalen van € 20.000 voor iedere dat zij niet aan de in 5.1 uitgesproken hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van € 100.000 is bereikt,
5.3.
bepaalt dat dit vonnis in de plaats komt van de medewerking van Compello Group conform 5.1 van dit vonnis nadat vijf dagen nadat de in 5.1 genoemde verklaringen zijn afgegeven en vijf dagen na betekening van dit vonnis zijn verstreken,
5.4.
veroordeelt Compello Group B.V. in de proceskosten, aan de zijde van Hands on Investments B.V. tot op heden begroot op € 2.333,00,
5.5.
veroordeelt Compello Group in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
5.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Loesberg en in het openbaar uitgesproken op 27 juli 2022.