Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
MR HOLDING B.V., h.o.d.n. ZZZ3,
2 [geëxecuteerde] ,
1.De procedure
- de dagvaardingen van 11 januari 2022 met 12 producties
- de brief van mr. Zuidema van 12 januari 2022 met aanvullende producties 13 tot en met 15
- de brief van mr. Van der Heijden van 13 januari 2022 met producties 1 tot en met 4
- de brief van mr. Zuidema van 13 januari 2022 met aanvullende producties 16 en 17
- de mondelinge behandeling die op 14 januari 2022 is gehouden via een skypeverbinding
- de pleitnota van [eiseres] tevens houdende wijziging van eis
- de pleitnota van MR Holding.
2.De feiten
"Vertical blinds with lighting",met prioriteitsdatum 1 mei 2007. Op deze patentaanvraag is aan [geëxecuteerde] per 25 mei 2011 onder nr. EP2142744 een Europees patent verleend op het product met expiratiedatum 29 april 2028 (hierna: het octrooi).
(…)
3.Het geschil
4.De beoordeling
“De overdracht werkt tegenover derden eerst wanneer de akte in het octrooiregister is ingeschreven. (…)”.
“(…) Assignor hereby conveys and assigns to Assignee, and Assignee hereby accepts from Assignor, all of Assignors right, title and interest in and to the Patent.”Deze woorden hebben de kennelijke strekking om de eigendom van het octrooi over te dragen en bieden naar het oordeel van de voorzieningenrechter geen enkel aanknopingspunt voor de door MR Holding gegeven uitleg dat in de overgelegde akten niet het octrooi zelf zou zijn overgedragen. Dat het octrooi vervolgens door Vertical Light Holding BV is overgedragen aan [eiseres] ter voldoening aan de stortingsverplichting op de bij oprichting van [eiseres] in deze vennootschap genomen aandelen blijkt uit de overgelegde inbrengakte. Dat aldus krachtens deze tussen Vertical Light Holding BV en [eiseres] opgemaakte akte het patent ten titel van inbreng is geleverd aan [eiseres] wordt door MR Holding niet, althans niet gemotiveerd betwist. Gelet hierop is voorshands niet aannemelijk geworden dat met voornoemde transacties niet is voldaan aan de vereisten van artikel 65 ROW voor een geldige overdracht van het octrooi, zodat in dit kort geding van de geldigheid van de overdracht van het octrooi zal worden uitgegaan.
[geëxecuteerde] heeft de IE-Rechten-EU (geruisloos) ingebracht in en overdragen aan Vertical Light Holding resp. [eiseres] B.V., waarna [eiseres] de hierna bedoelde Hoofdlicentie heeft verleend aan de Vennootschap”.Bij de participatieovereenkomst is voorts als bijlage 6 gevoegd de oprichtingsakte van B2B Vertical Light , waarin in artikel 2, de doelomschrijving, is opgenomen dat het doel van de vennootschap is: het verkrijgen, behouden en exploiteren van een exclusieve licentie
afgegeven door [eiseres] B.V.zulks tot het gebruik van het EU Patent-Product. Als bijlage 7 bij de participatieovereenkomst is voorts bijgevoegd de tussen
[eiseres] als licentiegeveren B2B Vertical Light Europe als licentienemer ondertekende exclusive patent license agreement met betrekking tot het octrooi, waarvan de considerans in duidelijke en ondubbelzinnige bewoordingen melding maakt van het feit dat [geëxecuteerde] ten tijde van de overeenkomst (28 augustus 2013) het octrooi had overgedragen aan [eiseres] BV. Vast staat dat MR Holding één van de partijen is die betrokken was bij de participatieovereenkomst en dat alle bijlagen bij de participatieovereenkomst door [A] namens MR Holding zijn geparafeerd. Op grond van het vorenstaande valt geen andere conclusie te trekken dan dat MR Holding op de hoogte was van de overdracht van het octrooi aan [eiseres] , althans dat MR Holding gezien de inhoud van deze stukken daarmee bekend mag worden verondersteld. Dit betekent dat de overdracht van het octrooi, anders dan MR Holding stelt, wel aan MR Holding kan worden tegengeworpen.
1.016,00