In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, wordt de zaak behandeld van een werknemer die zijn WW-uitkering niet ontvangt omdat het UWV oordeelt dat hij verwijtbaar werkloos is geworden door zelf ontslag te nemen. De werknemer, een 36-jarige man, heeft ontslag genomen bij zijn laatste werkgevers, Werkpartners B.V. en een andere organisatie, en het UWV heeft dit als verwijtbaar aangemerkt. De rechtbank oordeelt dat het UWV onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de omstandigheden van de ontslagname. Tijdens de zitting kwam veel nieuwe informatie naar voren, waaronder dat de werknemer een kwetsbaar persoon is met een aan autisme verwante stoornis, wat niet in de eerdere beoordeling is meegenomen. De rechtbank concludeert dat het UWV de vragen die tijdens de zitting zijn gesteld, al in de bezwaarfase had moeten stellen en dat het UWV een zorgvuldiger onderzoek moet verrichten naar de situatie van de werknemer. De rechtbank geeft het UWV de opdracht om binnen twaalf weken het gebrek in het besluit te herstellen, waarbij ook de kwetsbaarheid van de werknemer in overweging moet worden genomen. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak op het beroep.