Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- het tussenvonnis van 7 juli 2020 en de daarin aangeduide processtukken,
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 16 februari 2021 met aangehechte spreekaantekeningen van partijen en opmerkingen op het proces-verbaal van de zijde van SSE,
- de akte eiswijziging en het in het geding brengen producties (35 t/m 41) van SSE.
2.De achtergrond van het geschil
3.De vaststaande feiten
De stichting heeft ten doel:
het opkomen voor de belangen van gebruikers van stadsverwarming in de gemeente Eindhoven. Onder gebruikers wordt onder meer verstaan alle eigenaren, (ver)huurders, bewoners, en gebruikers van woningen en gebouwen welke gebruik maken van stadsverwarming alsmede overige mensen en instanties welke gebruikmaken van stadverwarming.
het verrichten van alle verdere handelingen, die met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn.
De stichting tracht haar doel te verwezenlijken door:
4.De vorderingen
5.De ontvankelijkheid van SSE
- dat SSE voor wat betreft de zelfbouwers geen belang heeft bij haar vorderingen,
- dat geen sprake is van gelijksoortige belangen bij de bewoners (artikel 3:305a lid 1 BW),
- dat de belangen van de achterban onvoldoende gewaarborgd zijn (artikel 3:305a lid 2 BW),
- er onvoldoende representativiteit is en
- aan meerdere vereisten van de Claimcode niet is voldaan.
corporate governanceinformatie. De website geeft geen enkel inzicht in de bestuursstructuur, bestuur- en toezichtverslagen, bezoldiging, nieuwsberichten over voortgang, inzicht in de berekening van eventueel gevraagde bijdragen van aangesloten, hoe men zich kan aansluiten en opstappen et cetera. Ook blijkt niet dat SSE voldoende ervaring en deskundigheid heeft voor collectieve vorderingen. Tot op heden heeft SSE nog geen bestuursverslag en/of jaarrekening gepubliceerd. Ennatuurlijk concludeert aldus dat SSE de Claimcode niet op een enkel marginaal punt schendt, maar substantieel en structureel.
6.Het inhoudelijke verweer van Ennatuurlijk
“vastrecht impliceert periodiek terugkerende kosten; daaronder wordt niet verstaan eenmalig te maken kosten die vervolgens periodiek in rekening worden gebracht.”
7.De beoordeling
De primair gevorderde verklaringen voor recht
die verplichtinggeacht moet worden niet tussen partijen te zijn overeengekomen.
956,00(2,0 punten × tarief € 478,00)