ECLI:NL:RBOBR:2022:1981

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
6 mei 2022
Publicatiedatum
18 mei 2022
Zaaknummer
C/01/381585 / JE RK 22-662
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdzorg voor minderjarige in verband met tekort aan behandelruimte

In deze zaak heeft de kinderrechter op 6 mei 2022 een beschikking gegeven over de machtiging gesloten jeugdzorg voor de minderjarige [X]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat door het grote tekort aan behandelruimte in de jeugdzorg de minderjarige onnodig lang op een gesloten groep moet blijven, wat niet de bedoeling is van een gesloten accommodatie. De kinderrechter heeft eerder al meerdere machtigingen gesloten jeugdhulp verleend, maar de situatie is nog steeds zorgelijk. De GI heeft verzocht om een nieuwe machtiging voor de duur van twee maanden, omdat er geen plek is op een open groep. De kinderrechter heeft de noodzaak van de machtiging erkend, gezien de ernstige opgroei- en opvoedproblemen van [X]. De kinderrechter heeft besloten dat [X] op de besloten groep bij [instelling A] moet blijven tot er een passende plek beschikbaar is. De beslissing is mondeling gegeven en kan binnen drie maanden worden aangevochten bij het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie 's-Hertogenbosch
Zaaknummer: C/01/381585 / JE RK 22-662
Datum uitspraak: 6 mei 2022

Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

STICHTING JEUGDBESCHERMING BRABANT,

locatie Helmond, hierna te noemen: de GI,
betreffende

[naam minderjarige] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , [land] ,

hierna te noemen: [X] ,
advocaat: mr. R.L.A. Klaassen, te Vught.
De kinderrechter merkt als informanten aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats] ,

[naam vader] ,

hierna te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats] .

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoek met bijlagen van de GI van 28 april 2022, ingekomen bij de griffie op 28 april 2022;
- de instemmende verklaring van een gekwalificeerde gedragswetenschapper van 4 mei 2022.
Op 6 mei 2022 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- [X] , bijgestaan door mr. R.L.A. Klaassen;
- mevrouw [naam] namens de GI.

De feiten

Bij beschikking van 16 september 2020 is [X] onder voogdij gesteld van Jeugdbescherming Brabant.
Bij beschikking van 6 december 2021 is een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp verleend voor [X] voor de duur van vier weken. Bij beschikking van 13 december 2021 is een machtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van drie maanden. Bij beschikking van 9 maart 2022 is een machtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van twee maanden, dus tot 13 mei 2022.
[X] verblijft op een besloten groep bij [instelling A] in [plaats] .

Het verzoek

De GI verzoekt een machtiging om [X] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van twee maanden.

De standpunten

De GI wil het liefst dat [X] zo snel mogelijk naar een passende plek gaat. [instelling A] kan niet garanderen dat er binnen twee maanden plek is voor [X] op de open groep, maar de kans is wel aanwezig.
[X] begrijpt het verzoek. Het liefst zou hij naar een open groep willen, maar hij weet dat daar nu geen plek is. Hij wil in dat geval blijven waar hij nu is en niet tijdelijk naar een andere (crisis)plek.

De beoordeling

Een machtiging gesloten jeugdhulp kan alleen worden verleend als deze jeugdhulp volgens de kinderrechter noodzakelijk is vanwege ernstige opgroei- of opvoedproblemen die de ontwikkeling van een jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien moet de machtiging gesloten jeugdhulp nodig zijn om te voorkomen dat de jeugdige niet meewerkt aan de hulp die hij nodig heeft of om te voorkomen dat anderen ervoor zorgen dat hij deze hulp niet krijgt (artikel 6.1.2 Jeugdwet).
De kinderrechter is van oordeel dat [X] nog langer op de besloten groep bij [instelling A] moet blijven. [X] heeft al veel meegemaakt in zijn leven en het is belangrijk dat hij, na de gesloten plaatsing, doorstroomt naar een behandelgroep die het beste aansluit bij hetgeen hij nodig heeft.. De GI heeft deze plek voor [X] gevonden bij [instelling B] , maar die is pas vanaf eind 2022 beschikbaar. Als tussenoplossing heeft de GI samen met [instelling A] een plan opgesteld op basis waarvan [X] naar een open groep van [instelling A] wordt overgeplaatst. Helaas bestaat ook voor deze groep een wachtlijst.
Door het grote tekort aan behandelruimte in de jeugdzorg, moet [X] onnodig lang op de gesloten groep blijven. Dat is een zorgelijke ontwikkeling. Een gesloten accommodatie voor jeugdhulp is namelijk niet bedoeld te dienen als ‘wachtkamer’. Het is, gezien de problematiek van [X] , echter niet in zijn belang dat hij in afwachting van een passende plek op een (open) crisisgroep wordt geplaatst. Dit wil [X] ook niet. De kinderrechter voelt zich daarom genoodzaakt om opnieuw een machtiging gesloten jeugdzorg te verlenen voor [X] voor de verzochte duur van twee maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging om [X] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 13 mei 2022 tot 13 juli 2022.
Deze beslissing is mondeling gegeven op 6 mei 2022 door mr. S. ter Braak, rechter, tevens kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. S.C. van Hout, als griffier en op schrift gesteld op 20 mei 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.