ECLI:NL:RBOBR:2022:1517

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
7 april 2022
Publicatiedatum
15 april 2022
Zaaknummer
9280625_E07042022
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huur- en onderhoudsovereenkomst tussen Embassy Services B.V. en Itec B.V. met betrekking tot printers en de gevolgen van opzegging en algemene voorwaarden

In deze zaak gaat het om een geschil tussen Embassy Services B.V. en Itec B.V. over een huur- en onderhoudsovereenkomst voor twee kopieer-/printapparaten. De partijen zijn het oneens over de looptijd en de beëindiging van de overeenkomst. Embassy Services stelt dat de overeenkomst op 30 november 2017 is geëindigd, terwijl Itec betoogt dat deze is verlengd tot 1 juni 2024. De kern van het geschil draait om de vraag of de opzegging door Embassy Services tijdig en rechtsgeldig was, en of de algemene voorwaarden van Itec, die een lange opzegtermijn en stilzwijgende verlenging bevatten, onredelijk bezwarend zijn.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de oorspronkelijke overeenkomst op 1 december 2011 is ingegaan en dat de einddatum, rekening houdend met de gratis maanden, op 1 juni 2018 ligt. Embassy Services heeft de overeenkomst niet tijdig opgezegd, waardoor deze stilzwijgend is verlengd. De rechter heeft echter geoordeeld dat de bepalingen in de algemene voorwaarden, met name artikel 9.5, onredelijk bezwarend zijn. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de overeenkomst per 1 juni 2018 is geëindigd, en dat Itec verplicht is om de onverschuldigd betaalde bedragen aan Embassy Services terug te betalen.

De rechter heeft Itec ook veroordeeld tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten aan Embassy Services. De vordering van Itec in reconventie is afgewezen, omdat deze was gebaseerd op de veronderstelling dat de overeenkomst na 1 juni 2018 doorliep, wat door de rechter is verworpen.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Civiel Recht
Zittingsplaats ‘s-Hertogenbosch
Zaaknummer: 9280625 CV EXPL 21-2929
Vonnis van 7 april 2022
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EMBASSY SERVICES B.V.,
gevestigd te ’s-Gravenhage,
eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
gemachtigde: mr. A.H. Nierman,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ITEC B.V.,
gevestigd te Zaltbommel,
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
gemachtigde: mr. N.J.C. van Dorsselaer-Spapen.
Partijen worden hierna genoemd “Embassy Services” en “Itec”.
De vordering van Embassy Services in conventie wordt hierna aangeduid als “de vordering van Embassy Services”. De daarna door Itec ingestelde (tegen)vordering in reconventie wordt hierna genoemd “de (tegen)vordering van Itec”. In dit vonnis worden beide vorderingen behandeld.
Waar gaat deze zaak over?
Eind 2011 hebben partijen een huur- en onderhoudsovereenkomst gesloten op basis waarvan Embassy Services twee kopieer-/printapparaten van Itec heeft gehuurd voor een periode van zes jaar. Samengevat zijn partijen het niet eens over de looptijd/einddatum van deze overeenkomst. Vervolgens hebben partijen kort gezegd discussie over de vraag of er een (stilzwijgende) verlenging van de overeenkomst heeft plaatsgevonden. Dit alles heeft mogelijk gevolgen voor de (terug)betalingsverplichtingen over en weer.
In deze zaak spelen verschillende aspecten een rol, zoals de (tijdige) opzegging van de (eerste) overeenkomst, maar een hoofdrol is weggelegd voor de op de overeenkomst van toepassing zijnde algemene voorwaarden. Embassy Services stelt bijvoorbeeld dat de oorspronkelijke overeenkomst niet is verlengd, omdat de bepaling uit de algemene voorwaarden waarop die verlenging door Itec is gebaseerd, door Embassy Services buitengerechtelijk is vernietigd. Deze bepaling is, net als twee andere bepalingen uit de algemene voorwaarden (bijvoorbeeld over de jaarlijkse tariefstijging), volgens Embassy Services onredelijk bezwarend en daarom vernietigbaar. Itec is het onder andere daarmee niet eens.
Inhoudsopgave
1. Het procesverloop
2. De feiten
3. De vordering van Embassy Services
4. Het verweer van Itec en haar (tegen)vordering
5. De beoordeling van de vordering van Embassy Services en de (tegen)vordering van Itec
- Vooraf (5.1)
- Bevoegdheid rechter (5.4)
- Looptijd/einddatum oorspronkelijke overeenkomst (5.8)
- Verlenging overeenkomst (terhandstelling, opzegging, buitengerechtelijke vernietiging en bedingen algemene voorwaarden onredelijk bezwarend)? (5.12)
- Conclusie (5.32)
- Buitengerechtelijke kosten (5.34)
- Proceskosten (5.36)
- Tot slot (5.38)
6. De beslissing

1.Het procesverloop

1.1
De kantonrechter heeft kennis genomen van de volgende processtukken:
de dagvaarding van 7 juni 2021 met (de apart gebundelde) producties 1 tot en met 21;
de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie van 26 augustus 2021 (zonder producties);
het tussenvonnis van 9 september 2021;
e conclusie van antwoord in reconventie met producties 22 tot en met 30, ontvangen op 21 januari 2022.
1.2
Op 1 februari 2022 heeft een mondelinge behandeling (hierna: zitting) plaatsgevonden. Daarbij was namens Embassy Services aanwezig de heer [A] (financieel controller), bijgestaan door mr. A.H. Nierman als gemachtigde. Itec werd tijdens de zitting vertegenwoordigd door de heer [B] (CFO) en de heer [C] (hoofd financiële administratie), bijgestaan door mr. N.J.C. van Dorsselaer-Spapen als gemachtigde. Tijdens de zitting hebben partijen nadere informatie verstrekt en hun standpunten toegelicht. Verder hebben partijen vragen van de kantonrechter beantwoord. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat tijdens de zitting naar voren is gebracht. Aan het slot van de zitting heeft de kantonrechter gezegd dat er schriftelijk uitspraak zal worden gedaan, waarvan de uitspraak nader is bepaald op vandaag.

2.De feiten

Om een duidelijk beeld te krijgen van het geschil tussen partijen, zijn in ieder geval de volgende feiten van belang.
2.1
Embassy Services houdt zich bezig met dienstverlening op het gebied van visums en alles wat daarmee te maken heeft.
2.2
Itec is een leverancier van kopieerapparaten en printers. Ook verricht zij reparatie en onderhoud aan deze machines.
2.3
Op 27 oktober 2011 hebben partijen een huurovereenkomst opgesteld en ondertekend voor twee multifunctionele kopieer- en printapparaten (hierna kort samen genoemd: de printers), waarbij Embassy Services optreedt als huurder en Itec als verhuurder. Het gaat om twee zwart-wit printers, bekend met de nummers: A255/1301934393 en A255/1301935494. Tegelijk met die huurovereenkomst is ook een onderhoudsovereenkomst gesloten ten behoeve van de printers. De huur- en onderhoudsovereenkomst beslaat één pagina, en is in feite een met de hand ingevuld formulier (mede daarom worden beide overeenkomsten hierna samen aangeduid als: de overeenkomst). Op het formulier/de overeenkomst staat bij:
“Ingangsdatum contract”vermeld:
“01-12-2011”. Op de regel daaronder, bij:
“Ingangsdatum facturering”, staat vermeld:
“01-06-2012”. Verder staat in de overeenkomst opgenomen:
“ Initiële duur (maanden): 72”, en ook:
“Voorafgaand aan deze overeenkomst krijgt 6 maanden gratis, conform contractvolume”. Het contractvolume (minimaal aantal afdrukken/scans) is in de overeenkomst bepaald op 10.000 per maand en het minimaal te factureren bedrag is bij aanvang vastgesteld op € 310,00 per maand. Daarnaast staat in de overeenkomst opgenomen dat:
“facturering van het minimum factuurbedrag geschiedt per trimester vooraf, betaling geschiedt per automatische incasso. (…) Huurder verklaart door ondertekening van de overeenkomst dat hem de algemene voorwaarden van Verhuurder, als afgedrukt op de achterzijde van dit document, zijn ter hand gesteld en dat hij hiervan uitdrukkelijk kennis heeft genomen. Huurder verklaart zich akkoord dat de algemene voorwaarden van Verhuurder op de onderhavige overeenkomst van toepassing zijn. (…)”
2.4
De algemene voorwaarden waarnaar in de overeenkomst is verwezen, zijn getiteld:
“Itec BV Algemene Voorwaarden inzake Huur en Onderhoud”en bestaan uit 14 artikelen (hierna: de algemene voorwaarden). De algemene voorwaarden zijn afgedrukt op de achterkant van de overeenkomst in een zeer klein lettertype. Artikelen 9.5, 9.6 en 13 van de algemene voorwaarden luiden als volgt:
9.5De aankondiging van de beëindiging van deze overeenkomst, dient te geschieden middels aangetekend schrijven minimaal 12 maanden voor afloop van de vaste oorspronkelijke periode. Uitdrukkelijk wordt gesteld dat indien de overeenkomst niet tijdig is opgezegd deze overeenkomst daarna stilzwijgend wordt verlengd met de oorspronkelijke looptijd zoals die bij de aanvang op de voorzijde van het contract is overeengekomen. Dit impliceert, dat bij niet tijdige beëindiging van de overeenkomst met bijvoorbeeld een looptijd van 84 maanden, zal worden verlengd met een duur van wederom 84 maanden.
9.6
Voortijdige beëindiging van de overeenkomst op verzoek van de huurder is niet mogelijk. Tenzij verhuurder anders bepaalt verlangt verhuurder primair de voortzetting van de huurovereenkomst. Zo huurder toch tot voortijdige beëindiging van de huurovereenkomst wenst over te gaan, dient huurder de volledige en met rente vermeerderde achterstallige huur- en onderhoudstermijnen te voldoen, alsook de resterende huur- en onderhoudstermijnen te voldoen, alsook de resterende toekomstige huur- en onderhoudstermijnen. Tevens zal eenmalig 750,- aan administratiekosten in rekening worden gebracht.
13De verhuurder behoudt zich het recht voor om één keer per jaar, al dan niet middels indexering, wijzigingen aan te brengen in de basiselementen van het tarief. Elke tariefstijging zal schriftelijk worden medegedeeld. De verhoging zal echter niet hoger mogen zijn dan 10% per jaar.”
2.5
In februari/maart 2017 heeft tussen Embassy Services en Itec een e-mailwisseling plaatsgevonden, waarbij Itec (in de persoon van [D] ) een aanbod heeft gedaan voor het vervangen van de huidige printers en daarnaast is optioneel in het aanbod meegenomen een softwarepakket. Bij e-mail van 28 februari 2017 is namens Embassy Services (in de persoon van [E] ) op het gedane aanbod onder meer als volgt gereageerd:
“Ik heb het voorgelegd aan het management en helaas gaan we op dit moment niet in op het aanbod. Hoofdreden is het wederom moeten committen aan 5 a 6 jaar. Ik hou jouw offerte wel in the pocket want ik vind het zeker een aantrekkelijk bod. Misschien kunnen we in nov wederom contact hebben, als we richting het einde van het contract gaan?”Daarna heeft Itec een gewijzigd aanbod gedaan (onder andere de contractperiode ingekort van 48 naar 36 maanden), waarna namens Embassy Services bij e-mail van 2 maart 2017 opnieuw aan Itec is medegedeeld dat het management pas aan het eind van het jaar een beslissing zal nemen en gevraagd of Itec Embassy Services dan kan bellen. Itec heeft daarop nog diezelfde dag bij e-mail gereageerd als volgt:
“Dat ga ik zeker doen.”.
2.6
Op 26 oktober 2017 heeft Embassy Services een (korte) e-mail met als onderwerp
“opzegging Embassy Services huurcontract bij Itec”aan Itec gestuurd. Daarin staat:
“(…) Graag zeggen wij het contract van Embassy Services bij Itec per direct op. Willen jullie aub de printers hier op kantoor weghalen voor 17 november? Wij vernemen graag van jullie. (…)”
2.7
Op 30 oktober 2017 heeft Embassy Services (in de persoon van [E] ) opnieuw een e-mail aan Itec gezonden. Bij die e-mail heeft Embassy Services als bijlage de op 17 november 2011 door Itec opgestelde opdrachtbevestiging van de oorspronkelijke overeenkomst gevoegd. In de e-mail van 30 oktober 2017 staat het volgende geschreven:
“(…) We hebben op 17 november 2011 een bevestiging ontvangen voor de aanschaf van de printers. In de bevestiging is aangegeven dat het ITEC contract verloopt na 72 maanden + 6 maanden, ofwel in mei 2018. We hebben zelf geen officieel contract met algemene voorwaarden ontvangen maar uitsluitend deze bevestiging (zie bijlage).
In februari 2017 hebben we contact opgenomen met onze accountmanager [D] van Itec. Hij gaf aan we voor het eind van het jaar het contract kunnen verlengen of kunnen stopzetten. We hebben dit zwart op wit in de mail staan. Hij heeft op 17 februari en op 1 maart nog een offerte uitgebracht voor 36 maanden maar ons management heeft aangegeven dat we pas eind van het jaar gaan besluiten of we verlengen of opzeggen.
Nu zijn wij in augustus 2017 overgenomen door een ander bedrijf en gaan wij per 17 november verhuizen naar het pand van het andere bedrijf. Zoals afgesproken met [D] hebben wij daarom half oktober [D] proberen te bereiken maar nu blijkt hij niet meer werkzaam te zijn bij Itec. We hebben kennisgemaakt met onze nieuwe accountmanager, [F] . Hij heeft ons medegedeeld dat ons contract stilzwijgend is verlengd tot 2024. Wij hebben hier a) geen documentatie van ontvangen bij Embassy Services en b) ook geen vraag ontvangen betreft het opmaken van een nieuwe offerte aangezien onze machines aan vervanging toe zijn en c) zijn we niet geïnformeerd door onze accountmanager.
Wij kunnen ons niet voorstellen dat een gerenommeerd bedrijf als Itec zich gaat verschuilen achter algemene voorwaarden. Zoals hierboven beschreven waren wij niet op de hoogte van de op handen zijnde verkoop van Embassy Services en derhalve niet in de gelegenheid om op te zeggen. Zou deze verkoop niet hebben plaats gevonden, dan waren wij voornemens het contract met nieuwe machines voort te zetten per mei 2018. Wij waren tot nu toe zeer tevreden over de service die wij de afgelopen 6 jaar hebben mogen ontvangen.
Wij hopen met u tot een commerciële oplossing te komen. Mocht dit niet het geval zijn, dan zijn we genoodzaakt om onze advocaat in te schakelen. (…)”
2.8
In reactie op de hiervoor bij 2.7 weergegeven e-mail heeft Itec (in de persoon van [G] ) op 7 december 2017 als volgt richting Embassy Services gereageerd:
“(…) Ik heb getracht u [ [E] , kantonrechter] telefonisch te bereiken vandaar nu per mail.
Bedankt voor uw uitgebreide mail echter zullen we de gecommuniceerde einddatum van
01-06-2024 ook daadwerkelijk als einddatum hanteren.
Uiteraard zijn we bereid mee te denken om de lopende samenwerking af te stemmen op uw huidige wensen en eisen, indien u hiervoor aanvullende info wenst door te sturen kan ik hier een vervolgactie aan koppelen. (…)”
2.9
Op 5 april 2018 heeft Itec de oorspronkelijke overeenkomst (inclusief algemene voorwaarden) aan Embassy Services gemaild.
2.1
Op 27 juli 2018 en 24 november 2020 heeft Itec (op verzoek van Embassy Services) brieven aan Embassy Services gestuurd. Deze brieven bevatten onder andere informatie over de verbrekingsvergoeding indien de overeenkomst tot een (voortijdig) einde komt. Volgens Itec bedraagt de verbrekingsvergoeding € 30.361,32 exclusief btw bij ontbinding van de overeenkomst per 1 oktober 2018 en bedraagt de verbrekingsvergoeding
€ 19.018,60 exclusief btw bij ontbinding van de overeenkomst met ingang van 1 januari 2021.
2.11
Op 19 maart 2021 heeft de gemachtigde van Embassy Services een brief aan Itec gestuurd. De inhoud van die brief luidt, voor zover van belang, als volgt:
“(…) Cliënte is op 27 oktober 2011 een huur- en onderhoudsovereenkomst met u aangegaan met betrekking tot 2 copiers, voor de duur van 72 maanden, ingaande op 1 december 2011. Voor afloop van de overeenkomst hebt u cliënte een verlengingsvoorstel gedaan, ter vervanging van deze copiers. Dit voorstel heeft cliënte uiteindelijk niet aanvaard. De overeenkomst is aldus niet verlengd, waarna die op 30 november 2017 is geëindigd, zoals toen ook met u is besproken. Cliënte heeft haar opzegging op 26 oktober 2017 nog eens herhaald en medegedeeld dat u de 2 copiers kon ophalen. Als gevolg van een verhuizing van cliënte waren de copiers niet meer nodig. Desondanks hebt u de copiers bij cliënte laten staan. Cliënte heeft de copiers als goed huisvader meegenomen naar haar nieuwe adres en ze daar opgeslagen. (…)
Cliënte stelt u hierbij voor de laatste maal in de gelegenheid de copiers op te halen, en welbinnen 14 dagen na heden.(…)
Ondanks de beëindiging van de overeenkomst bent u cliënte facturen blijven sturen met jaarlijks forse verhogingen, die automatisch bij cliënte geïncasseerd werden. Cliënte heeft die facturen echter onverschuldigd betaald, omdat de onderliggende overeenkomst al was geëindigd, een (reële) tegenprestatie ontbrak en u de overeenkomst sindsdien ook zelf niet meer bent nagekomen. Uit het feit dat u vanaf 30 november 2017 geen onderhoud en/of service meer hebt uitgevoerd, blijkt dat u kennelijk ook van mening was dat de overeenkomst per die datum is geëindigd. (…)
De copiers zijn zwart-wit copiers en daardoor onbruikbaar voor de activiteiten van cliënte, zijn sterk verouderd en hebben op dit moment nog een verwaarloosbare dagwaarde van EUR 250 (…). Zoals u bekend heeft cliënte de copiers na voornoemde beëindiging niet meer in gebruik, zodat zij ook geen gebruiksvergoeding is verschuldigd. (…)
Voorzover u van mening bent dat er nog een overeenkomst zou bestaan, wordt hierbij een beroep gedaan op vernietiging van artikel 9.5 van de algemene voorwaarden van Itec B.V. Dit artikel is mede in samenhang met de artikelen 9.6 en 13 van deze algemene voorwaarden onredelijk bezwarend. Een verlenging van het contract, indien het niet tenminste 12 maanden voor het einde van de looptijd is opgezegd, met maar liefst 72 maanden, met een jaarlijkse buitenproportionele verhoging van de maandtermijn is zeer ongebruikelijk en onredelijk bezwarend voor cliënte. Over deze bepaling is ook niet tussen partijen onderhandeld. (…)
Door deze vernietiging van artikel 9.5 van de algemene voorwaarden van Itec B.V. is de overeenkomst alsnog geëindigd op 30 november 2017. De vanaf 1 december 2017 betaalde termijnbedragen heeft cliënte derhalve onverschuldigd betaald. Aldus heeft cliënte het volgende bedrag van u te vorderen:
Onverschuldigd betaald termijnen vanaf december 2017 EUR 14.800,00
(37 termijnen x gemiddeld EUR 400 per maand)
Wettelijke rente EUR PM
Buitengerechtelijke incassokostenEUR 923,00
Totaal EUR 15.723 + PM
(…) Indien en voorzover in rechte zou blijken dat de overeenkomst nog bestaat, wordt – subsidiair – de beweerdelijk bestaande overeenkomst hierbij ontbonden aangezien Itec B.V. haar onderhoudsverplichtingen uit de beweerdelijke overeenkomst dermate heeft geschonden dat de copiers onbruikbaar zijn geworden en nakoming blijvend onmogelijk is geworden. Uiterst subsidiair wordt de beweerdelijk nog bestaande overeenkomst hierbij nogmaals opgezegd.
Voor zover cliënte nog enige verplichtingen jegens u heeft, schort cliënte die verplichtingen hierbij op, totdat u aan al uw verplichtingen jegens cliënte hebt voldaan. (…)”
2.12
Op 29 maart 2021 heeft Itec de volgende e-mail aan de gemachtigde van Embassy Services gestuurd:
“(…) Ik stuur u deze mail als reactie op uw brief van 19 maart j.l.
1.
U geeft in uw brief aan dat klant al geruime tijd geen service heeft ontvangen op beide toestellen en dat wij hierdoor niet voldoen aan onze dienstverlening.
Dit is een keuze van Embassy Services geweest. In 2019 heeft [H] ons verteld dat de toestellen al geruime tijd buitenwerking zijn gezet.
Men gaf daar bij als reden aan dat men via een andere leverancier toestellen had aangeschaft en dat ons contract werd voldaan. Men was wel degelijk op de hoogte van de situatie en de gevolgen op dat moment. (…)
2.
U geeft aan dat de overeenkomst van start is gegaan op 1 december 2011 voor een looptijd van 72 maanden.
De overeenkomst is van start gegaan op 1 december 2011. Embassy Services heeft alleen de eerste paar maanden gebruik mogen maken van de toestellen zonder een vaste kostenpost waardoor de betalende maanden pas van start zijn gegaan per 1 juni 2012. Hierdoor had men de opzegging voor 1 juni 2017 moeten sturen. Deze hebben wij nooit mogen ontvangen waardoor per 1 juni 2018 de overeenkomst voor 72 maanden verlengd is.
Wij treden graag in contact met u om te kijken naar een passende oplossing. (…)”
2.13
Bij e-mail van 16 april 2021 heeft de gemachtigde van Embassy Services onder meer aan Itec bericht dat Embassy Services in de periode van 2 oktober 2017 tot en met 11 januari 2021 een bedrag van € 17.398,41 onverschuldigd aan Itec heeft betaald. Het bedrag van € 17.398,41 is het juiste bedrag en vervangt het in de brief van 19 maart 2021 genoemde bedrag van € 14.800,00.
2.14
Vervolgens is er nog contact geweest tussen partijen, maar dit heeft niet tot een oplossing geleid.

3.De vordering van Embassy Services

3.1
Embassy Services vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1.
primair: te verklaren voor recht dat artikel 9.5 van de algemene voorwaarden is vernietigd, althans te vernietigen, en daarbij voor recht te verklaren dat de overeenkomst opgehouden is te bestaan per 30 november 2017, althans een in goede justitie te bepalen datum, met veroordeling van Itec tot terugbetaling van de per kwartaal vanaf 30 november 2017 door Embassy Services verrichte betalingen exclusief btw van in totaal € 17.398,41, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de betaaldata respectievelijke door Embassy Services verrichte betalingen, dan wel een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen datum, tot aan dag van volledige betaling;
2.
subsidiair: te verklaren voor recht dat artikel 9.6 van de algemene voorwaarden is vernietigd, althans te vernietigen, voor recht te verklaren dat de overeenkomst is aangevuld met een mogelijkheid tot tussentijdse opzegging van de overeenkomst met een opzegtermijn van maximaal drie maanden zonder dat Embassy Services daarvoor een (verbrekings)vergoeding, althans een boete, aan Itec verschuldigd is, alsook te verklaren voor recht dat de op 1 december 2017 ingaande overeenkomst door Embassy Services per 27 november 2017 rechtsgeldig is opgezegd, dat deze overeenkomst is opgehouden te bestaan per 30 februari 2018, met veroordeling van Itec tot terugbetaling van de per kwartaal vanaf 30 februari 2018 door Embassy Services verrichtte betalingen vanaf 30 november 2017, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de betaaldata van de respectievelijke door Embassy Services verrichte betalingen, dan wel een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen datum, tot aan de dag van volledige betaling;
3.
meer subsidiair: te verklaren voor recht dat artikel 13 van de algemene voorwaarden is vernietigd, althans te vernietigen, in die zin dat Itec vanaf 30 november 2017, althans vanaf een in goede justitie te bepalen datum, tot het einde van de looptijd van de overeenkomst haar prijs niet mag indexeren, met veroordeling van Itec tot (terug)betaling van hetgeen Embassy Services vanaf 30 november 2017, althans de door de kantonrechter vastgestelde datum, onverschuldigd heeft betaald, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de betaaldata van de respectievelijke door Embassy Services verrichte betalingen, dan wel een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen datum, tot aan de dag van volledig betaling;
4.
uiterst subsidiair: een verklaring voor recht dat Itec jegens Embassy Services aansprakelijk is voor de schade die door de handelswijze van Itec is ontstaan, met veroordeling van Itec tot vergoeding van de schade, zijnde de betalingen van Embassy Services aan Itec per kwartaal vanaf 30 november 2017, althans vanaf in een goede justitie te bepalen bedrag en datum, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de betaaldata van de respectievelijke door Embassy Services verrichte betalingen, dan wel een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen datum, tot aan dag van volledige betaling;
5.
in alle gevallen: Itec te veroordelen tot het betalen aan Embassy Services van de door Embassy Services gemaakte buitengerechtelijke incassokosten binnen twee weken na dagtekening van het vonnis ter hoogte van € 948,98, dan wel een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 april 2021, dan wel een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen datum tot aan de dag van volledige betaling;
6.
in alle gevallen: Itec te veroordelen in de proceskosten en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2
Aan deze vordering heeft Embassy Services - kort weergegeven - het volgende ten grondslag gelegd.
3.2.1
De looptijd van de tussen partijen gesloten overeenkomst is van 1 december 2011 tot en met 30 november 2017. Embassy Services wilde deze overeenkomst niet verlengen en zij heeft die overeenkomst tijdig opgezegd. Een verlenging van de oorspronkelijke overeenkomst is dus niet aan de orde. Zij wijst in dit verband op de e-mail van 2 maart 2017 (productie 6) en op de e-mail van 26 oktober 2017 (productie 7). Desondanks weigerde Itec daarna de printers bij Embassy Services op te komen halen. Na de opzegging heeft Embassy Services de (verouderde) printers niet meer gebruikt (zij had inmiddels behoefte aan kleurenprinters in plaats van de huidige zwart-wit printers), en heeft Itec ook geen onderhoud meer gepleegd aan de printers. Bovendien is Itec na de opzegging, en dus zonder rechtsgrond, facturen blijven sturen. Verder is Itec ten onrechte doorgegaan met het jaarlijks verhogen van de maandelijkse factuurbedragen. De facturen zijn bij Embassy Services automatisch geïncasseerd. Zij vordert (primair) terugbetaling van de bedragen die zij vanaf 30 november 2017 onverschuldigd aan Itec heeft betaald, een totaalbedrag van € 17.398,41 in hoofdsom.
3.2.2
Over de algemene voorwaarden heeft Embassy Services het volgende aangevoerd. Artikelen 9.5, 9.6 en 13 van de algemene voorwaarden zijn ieder op zichzelf en in onderlinge samenhang bezien onredelijk bezwarend in de zin van artikel 6:233 sub a van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW), waardoor deze bedingen vernietigbaar zijn. In dit verband wijst Embassy Services ook op een arrest van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 19 maart 2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:1034. Bij aangetekende brief van 19 maart 2021 aan Itec (productie 15) heeft (de gemachtigde van) Embassy Services de vernietiging ingeroepen van artikel 9.5, in samenhang bezien met de artikelen 9.6 en 13 van de algemene voorwaarden.
Ten aanzien van artikel 9.5 heeft Embassy Services gesteld dat als zij verzuimd zou hebben om de overeenkomst 12 maanden voor het einde van de looptijd op te zeggen, de overeenkomst op grond van dit artikel met maar liefst zes jaar zou zijn verlengd (gelijk aan de looptijd van de oorspronkelijke overeenkomst). Volgens Embassy Services is een verlenging van zes jaar in haar branche zeer ongebruikelijk. In dit verband heeft zij een aantal algemene voorwaarden van soortgelijke bedrijven overgelegd. Bovendien zorgt artikel 9.6 van de algemene voorwaarden ervoor dat tussentijdse opzegging van de verlengde overeenkomst in de praktijk geen serieuze optie is. Een stilzwijgende verlenging van de overeenkomst is voor Embassy Services des te meer te verstrekkend, omdat Itec op grond van artikel 13 van de algemene voorwaarden het recht heeft om de huurprijs elk jaar met 10% te verhogen, en zij dit ook daadwerkelijk heeft gedaan.
Bij dit alles is van belang dat de stilzwijgende verlenging betrekking heeft op dezelfde (zwart-wit) printers, die op het moment van verlenging zes jaar oud waren en in de ogen van Embassy Services volledig waren afgeschreven.
Daarnaast is voor de ingeroepen vernietiging relevant dat de algemene voorwaarden in een zeer klein lettertype zijn afgedrukt, over de aangehaalde artikelen van de algemene voorwaarden tussen partijen niet is onderhandeld, dat Embassy Services de printers al jarenlang niet meer in gebruik had en Itec al jarenlang geen onderhoud meer had gepleegd, en dat de printbehoefte van Embassy Services door toenemende digitalisering is afgenomen.
Itec had en heeft geen redelijk en in rechte te respecteren belang bij handhaving van de artikelen 9.5, 9.6 en 13 van de algemene voorwaarden.
3.2.3
Op de details van alle onderdelen van de vordering en de nadere stellingen van Embassy Services, wordt hierna onder de beoordeling - voor zover relevant - ingegaan.

4.Het verweer van Itec en haar (tegen)vordering

4.1
Itec verweert zich tegen de vordering van Embassy Services, en betoogt dat deze moet worden afgewezen. Ook dient Embassy Services te worden veroordeeld in de proceskosten. In de kern komt het verweer van Itec neer op het volgende.
4.1.1
Om te beginnen stelt Itec dat de einddatum van de oorspronkelijke overeenkomst 1 juni 2018 is, want de overeenkomst vangt aan op 1 december 2011 met een contractduur van 72 maanden plus 6 maanden gratis. Een einddatum van 30 november 2017 zoals Embassy Services stelt, is dan ook niet aan de orde.
Vervolgens stelt Itec dat zij de algemene voorwaarden aan Embassy Services ter hand heeft gesteld en dat daarin staat dat er een opzegtermijn geldt van 12 maanden voor einde looptijd. Volgens Itec betekent dit dat Embassy Services de overeenkomst had moeten opzeggen voor 1 juni 2017 om de overeenkomst op 1 juni 2018 te laten eindigen. Embassy Services heeft echter pas bij e-mail van 26 oktober 2017 “per direct” de overeenkomst opgezegd, en dus na 1 juni 2017. Dit heeft tot gevolg dat Embassy Services de overeenkomst niet tijdig heeft opgezegd, waardoor de (eerste) overeenkomst is verlengd tot 1 juni 2024. De lopende overeenkomst met bijbehorende voorwaarden is ongewijzigd voortgezet. Van onverschuldigde betaling is dan ook geen sprake.
4.1.2
Met betrekking tot de algemene voorwaarden stelt Itec het volgende. De algemene voorwaarden (afgedrukt op de achterkant van de originele overeenkomst) zijn van toepassing, ze zijn ter hand gesteld en Embassy Services heeft hiervoor getekend in de overeenkomst. Weliswaar is sprake van een klein lettertype, maar ze zijn niet onleesbaar. Verder stelt Itec dat Embassy Services haar recht heeft verwerkt. Na de e-mail van 30 oktober 2017 van Embassy Services (die hiervoor bij de feiten bij 2.7 is weergegeven) is er – afgezien van het in 2018 en in 2020 opvragen van de verbrekingsvergoeding – 3,5 jaar radiostilte tussen partijen geweest. Pas in het voorjaar van 2021 heeft de gemachtigde van Embassy Services een beroep op vernietiging van de algemene voorwaarden gedaan en terugbetaling van factuurbedragen geëist. Ook komt Embassy Services geen beroep toe op de redelijkheid en billijkheid. Itec acht het niet haar verplichting om haar klanten actief te wijzen op de inhoud van de algemene voorwaarden en op de implicaties daarvan, zeker niet in dit geval waar het gaat om twee professionele partijen.
Daarnaast betwist Itec dat de opzegtermijn van 12 maanden voorafgaand aan het einde van de overeenkomst een te lange termijn zou zijn, althans in de branche ongebruikelijk is (artikel 9.5 algemene voorwaarden). Ook de afkoopregeling bij tussentijdse beëindiging is, in tegenstelling tot wat Embassy Services betoogt, een algemeen geaccepteerde regeling binnen de branche (artikel 9.6 algemene voorwaarden). Daarbij komt dat Itec haar hele bedrijfsvoering heeft ingericht op de gehele duur van de overeenkomst. Verder is de inhoud van artikel 13 gebruikelijk en redelijk. Kortom, de inhoud van deze bepalingen is niet onredelijk bezwarend, aldus Itec.
Dat de twee printers bij Embassy Services zijn blijven staan (en nog steeds staan), komt voor haar risico. Itec heeft er geen zicht op of de apparatuur wordt gebruikt. Van periodiek onderhoud door Itec is bovendien geen sprake. Itec stuurt pas een monteur als de klant een storing meldt. Daarbij komt dat als de apparatuur niet meer werkt, de klant nieuwe apparatuur van Itec krijgt.
4.1.3
Tot slot betwist Itec het verschuldigd zijn van buitengerechtelijke incassokosten.
4.2
Itec vordert op haar beurt, bij wijze van (tegen)vordering, bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Embassy Services te veroordelen tot betaling van:
1. € 5.073,66 inclusief btw (de overeengekomen vergoeding voor de huur- en onderhoudsovereenkomst voor twee printers over het jaar 2021 Q1-Q3);
2. de maandelijkse overeengekomen vergoeding inclusief jaarlijkse indexering voor de huur- en onderhoudsovereenkomst tot aan het einde van de looptijd op 1 juni 2024, met dien verstande dat de maandelijkse vergoeding over het jaar 2021 € 465,90 exclusief btw bedraagt;
3. de proceskosten.
4.3
Ter onderbouwing van haar (tegen)vordering verwijst Itec in de eerste plaats naar wat zij als verweer tegen de vordering van Embassy Services heeft aangevoerd.
Verder heeft Itec - samengevat - het volgende aangevoerd. De oorspronkelijke overeenkomst is rechtsgeldig verlengd en op grond daarvan heeft Embassy Services betalingsverplichtingen richting Itec. In strijd met die verplichtingen heeft Embassy Services vanaf 2021 geen factuurbedrag meer aan Itec betaald, terwijl zij daartoe wel gehouden is.
4.4
Vervolgens heeft Embassy Services verweer gevoerd tegen de (tegen)vordering van Itec, en veroordeling gevorderd van Itec in de proceskosten.
4.5
De overige door beide partijen ingenomen standpunten komen hierna bij de beoordeling - voor zover relevant - aan de orde.
5. De beoordeling van de vordering van Embassy Services en de (tegen)vordering van Itec
Vooraf
5.1
In dit geschil liggen verschillende vragen ter beantwoording aan de kantonrechter voor. Om te beginnen dient er onderscheid gemaakt te worden tussen de oorspronkelijke overeenkomst en de eventuele verlenging daarvan. Bij de oorspronkelijke overeenkomst twisten partijen kort gezegd over de looptijd/einddatum. Bij de verlengde overeenkomst spelen de algemene voorwaarden, met name het mogelijk onredelijk bezwarend karakter van enkele bepalingen, een rol.
5.2
Hierna zal eerst worden ingegaan op de vraag wanneer de oorspronkelijke overeenkomst tussen partijen is geëindigd. Daarna komt de kantonrechter toe aan de vraag of deze overeenkomst is verlengd, en zo ja welke rol de algemene voorwaarden vervolgens spelen? Het antwoord op deze vragen is bepalend voor de over en weer ingestelde vorderingen. Allereerst komt de vordering van Embassy Services aan bod, waarna eventueel – dus afhankelijk van de uitkomst in conventie – de (tegen)vordering van Itec wordt behandeld.
5.3
Voordat wordt toegekomen aan de (inhoudelijke) beantwoording van de hiervoor weergegeven vragen, wordt hierna eerst een formeel aspect besproken.
Bevoegdheid rechter
5.4
Bij dagvaarding heeft Embassy Services zich op het standpunt gesteld dat de kantonrechter te ’s-Hertogenbosch bevoegd is om kennis te nemen van dit geschil. Zij baseert haar standpunt op artikel 14.2 van de algemene voorwaarden. Daarin is een forumkeuzebeding opgenomen. Dat beding bepaalt dat alle geschillen met betrekking tot de overeenkomst worden voorgelegd aan de bevoegde rechter te ’s-Hertogenbosch. Bij conclusie van antwoord is Itec niet ingegaan op de vraag welke rechter bevoegd is.
5.5
Ook indien partijen de bevoegdheid van de rechter niet ter discussie stellen, zal de rechter aan wie de zaak is voorgelegd (ambtshalve) moeten toetsen of hij/zij bevoegd is om van het geschil tussen partijen kennis te nemen.
5.6
Hoofdregel in het Nederlandse procesrecht is dat de rechter van de woonplaats of vestigingsplaats van de gedaagde partij bevoegd is op grond van artikel 99 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv). De vestigingsplaats van Itec (gedaagde partij in conventie) is Zaltbommel. Gelet daarop is de kantonrechter te Arnhem in beginsel de relatief bevoegde rechter. Dat zou betekenen dat Embassy Services de zaak ten onrechte heeft aangebracht bij de kantonrechter te ’s-Hertogenbosch. Artikel 108 lid 1 Rv biedt partijen echter de mogelijkheid om van de hiervoor geformuleerde hoofdregel van artikel 99 lid 1 Rv af te wijken, in die zin dat partijen bij overeenkomst een andere, relatief bevoegde rechter kunnen aanwijzen. Dit wordt ook wel het forumkeuzebeding genoemd. In dit geval is zo’n forumkeuzebeding opgenomen in de algemene voorwaarden, die volgens Embassy Services tussen partijen golden ten tijde van het aangaan van de overeenkomst waar het in deze zaak om draait. In artikel 108 lid 1 Rv staat dat de volgens een forumkeuze bevoegde rechter in beginsel bij uitsluiting bevoegd is om van het geschil tussen partijen kennis te nemen. Voor alle vorderingen tot € 25.000,00 (zoals ook in deze zaak het geval is) is een forumkeuze echter ongeldig, tenzij er sprake is van een uitzondering zoals genoemd in artikel 108 lid 2 onder sub a of b Rv. Artikel 108 lid 2 onder sub a Rv biedt partijen de mogelijkheid om een forumkeuzebeding aan te gaan na het ontstaan van het geschil. Partijen hebben van deze uitzonderingsmogelijkheid gebruik gemaakt, door tijdens de op 1 februari 2022 gehouden zitting overeen te komen dat de kantonrechter te ’s-Hertogenbosch voor dit geschil de bevoegde rechter is.
5.7
Het voorgaande brengt mee dat de kantonrechter te ‘s-Hertogenbosch zich (inhoudelijk) bevoegd acht om over dit geschil te beslissen.
Looptijd/einddatum oorspronkelijke overeenkomst
5.8
Vast staat dat de ingangsdatum van de oorspronkelijke overeenkomst 1 december 2011 is. Dit blijkt uit het door beide partijen op 27 oktober 2011 getekende formulier/de overeenkomst (productie 3), en deze datum staat bovendien niet tussen partijen ter discussie. Wel twisten partijen over de looptijd/einddatum van deze overeenkomst. Kort gezegd stelt Embassy Services zich op het standpunt dat de einddatum van de oorspronkelijke overeenkomst 30 november 2017 is, terwijl Itec betoogt dat dit 1 juni 2018 is.
5.9
De kantonrechter stelt voorop dat het hiervoor genoemde formulier geen volledige duidelijkheid geeft over de exacte looptijd en specifieke einddatum van de overeenkomst. Er is namelijk geen einddatum van de overeenkomst op het formulier vermeld. Wel staat op het formulier (met pen) het volgende ingevuld:
“Initiële duur (maanden): 72
Ingangsdatum contract: 01-12-2011
Ingangsdatum facturering: 01-06-2012”
En verder staat op het formulier vermeld:
“Voorafgaand aan deze overeenkomst krijgt 6 maanden gratis, conform contractvolume”
Vervolgens heeft Itec op 17 november 2011 een opdrachtbevestiging aan Embassy Services gestuurd (productie 8). Hierop staat onder andere op de eerste pagina opgenomen: “
Leverdatum 17 november 2011”en op de tweede pagina:
“De looptijd van deze overeenkomst bedraagt 72 maanden + 6 maanden gratis vooraf”.
5.1
Een redelijke en logische uitleg van de op het formulier weergegeven tekst, gelezen in het licht van de opdrachtbevestiging, brengt naar het oordeel van de kantonrechter met zich mee dat de eerste zes maanden van de overeenkomst (dus vanaf 1 december 2011 tot en met 31 mei 2012) gratis zijn en dat pas daarna de overeengekomen looptijd van 72 maanden aanvangt (dus vanaf 1 juni 2012). De facturering start in dat geval met ingang van 1 juni 2012, zoals ook op het formulier is vermeld. De einddatum van de overeenkomst wordt vervolgens bepaald op 72 maanden na 1 juni 2012, dus op 1 juni 2018. Alleen bij deze uitleg heeft de vermelding op het formulier
“voorafgaand aan deze overeenkomst krijgt 6 maanden gratis …”betekenis. Weliswaar heeft Embassy Services zich in het kader van deze procedure op het standpunt gesteld dat de einddatum van de overeenkomst 30 november 2017 is, maar dit rijmt niet met het voorgaande en bovendien strookt dit niet met het standpunt dat Embassy Services in een eerder stadium richting Itec heeft ingenomen. Zo heeft Embassy Services in haar e-mail van 30 oktober 2017 aan Itec onder meer het volgende vermeld:
“We hebben op 17 november 2011 een bevestiging ontvangen voor de aanschaf van printers. In de bevestiging is aangegeven dat het ITEC contract verloopt na 72 maanden + 6 maanden, oftewel in mei 2018.”(productie 7).
5.11
De kantonrechter zal, gelet op het voorgaande hierna dus uitgaan van een einddatum van 1 juni 2018.
Verlenging overeenkomst (terhandstelling, opzegging, buitengerechtelijke vernietiging en bedingen algemene voorwaarden onredelijk bezwarend)?
5.12
Vervolgens ligt de vraag voor of de oorspronkelijke overeenkomst na afloop op 1 juni 2018 (stilzwijgend en onder andere voor éénzelfde periode als de oorspronkelijke aangegane overeenkomst) is verlengd. In dit kader is artikel 9.5 van de algemene voorwaarden van belang (zoals hiervoor bij 2.4 van de feiten is weergegeven).
5.13
Embassy Services stelt dat de verlenging niet heeft plaatsgevonden. In de processtukken heeft zij zich – kort weergegeven – op het standpunt gesteld dat zij de overeenkomst bij e-mail van 26 oktober 2017 per direct heeft opgezegd (productie 7), dat artikel 9.5 van de algemene voorwaarden, waarop Itec de verlenging stoelt, onredelijk bezwarend is en dat toepassing van dat artikel door haar gemachtigde bij brief van 19 maart 2021 buitengerechtelijk is vernietigd (productie 15). Hetzelfde geldt voor de artikelen 9.6 en 13 van de algemene voorwaarden. Tijdens de zitting heeft Embassy Services daaraan toegevoegd dat de algemene voorwaarden niet aan haar ter hand zijn gesteld.
Itec heeft tegen dit alles verweer gevoerd.
Terhandstelling
5.14
De kantonrechter zal beginnen met de discussie over de ter hand stelling. In artikel 6:234 BW is - voor zover hier relevant - bepaald dat de gebruiker van de algemene voorwaarden deze voor of bij het sluiten van de overeenkomst aan de wederpartij ter hand moet hebben gesteld.
Vast staat dat de algemene voorwaarden op de achterkant van de overeenkomst (ofwel het formulier) staan afgedrukt. Duidelijk is dat Embassy Services de overeenkomst, en dus ook de algemene voorwaarden, (inmiddels) in haar bezit heeft. Dat Embassy Services pas op een later moment een (ook) door Itec getekend exemplaar van de overeenkomst, en dus de algemene voorwaarden, retour heeft ontvangen, kan niet de conclusie rechtvaardigen dat algemene voorwaarden niet of niet tijdig ter hand zijn gesteld zoals Embassy Services ter zitting heeft betoogd. Tijdens de zitting is namens Itec namelijk toegelicht dat de accountmanager van Itec destijds de namens Embassy Services ondertekende exemplaren van de overeenkomst (het formulier) heeft meegenomen om deze te laten tekenen door de directie van Itec. Daarna is er een door beide partijen getekend exemplaar aan Embassy Services geretourneerd. Deze gang van zaken is door Embassy Services niet weersproken. De kantonrechter gaat er dan ook van uit dat Itec de algemene voorwaarden tijdig ter hand heeft gesteld aan Embassy Services.
De discussie over het zeer kleine lettertype waarin de algemene voorwaarden zijn weergegeven en of dit gevolgen moet hebben, is een omstandigheid die de kantonrechter hierna zal betrekken bij de vraag of er sprake is van een onredelijk bezwarend beding.
Opzegging
5.15
Dan wordt toegekomen aan de vraag of Embassy Services de overeenkomst (tijdig) heeft opgezegd, in die zin dat die opzegging effect heeft gesorteerd en de overeenkomst dus niet is verlengd.
5.16
Embassy Services stelt dat zij de oorspronkelijke overeenkomst bij e-mail van 26 oktober 2017 per direct heeft opgezegd. In haar optiek is deze overeenkomst geëindigd op 30 november 2017.
Itec is het hiermee niet eens, met name niet omdat Embassy Services bij haar opzegging artikel 9.5 van de algemene voorwaarden niet in acht heeft genomen. De overeenkomst is dus stilzwijgend verlengd, en wel tot 1 juni 2024, aldus Itec.
5.17
In rechtsoverweging 5.11 is al geconcludeerd dat als oorspronkelijke einddatum van de overeenkomst 1 juni 2018 heeft te gelden.
5.18
Vast staat dat in artikel 9.5 van de algemene voorwaarden een opzegtermijn is genoemd van 12 maanden (zoals hiervoor bij de feiten bij 2.4 is weergegeven). Vast staat ook dat de oorspronkelijke overeenkomst niet binnen die termijn door Embassy Services is opgezegd. Embassy Services heeft de overeenkomst pas expliciet opgezegd in haar e-mail van 26 oktober 2017. Zij wilde toen de overeenkomst ‘per direct’ opzeggen. Onduidelijk is gebleven waarop zij die door haar gehanteerde opzegtermijn heeft gebaseerd. Gelet op de in artikel 9.5 van de algemene voorwaarden genoemde termijn van 12 maanden, had Embassy Services de overeenkomst voor 1 juni 2017 moeten opzeggen via een aangetekend schrijven. Duidelijk is dat dit niet is gebeurd en dus loopt de overeenkomst in principe na 1 juni 2018 door. Dit laatste blijkt uit het tweede deel van artikel 9.5 van de algemene voorwaarden (zoals hiervoor bij de feiten bij 2.4 is weergegeven).
5.19
Embassy Services heeft weliswaar aangevoerd dat zij al via e-mail in februari/maart 2017 aan Itec te kennen heeft gegeven dat het management zich niet opnieuw wilde ‘committen’ aan een termijn van 5 of 6 jaar en gesteld dat Itec uit die mededeling had moeten begrijpen dat zij de overeenkomst na afloop van de oorspronkelijke looptijd niet wilde voortzetten, maar deze stelling treft geen doel. De kantonrechter vindt dat een dergelijke mededeling niet kan gelden als rechtsgeldige opzegging van de overeenkomst. De e-mailwisseling die tussen partijen in februari/maart 2017 heeft plaatsgevonden, gaat over een aanbod dat Itec heeft gedaan in het kader van het vervangen van de printers en een optie tot het leveren van een softwarepakket. Itec heeft in dit verband gesteld dat als Embassy Services van dat aanbod gebruik had willen maken, het oorspronkelijke contract zou worden opengebroken en er een nieuwe overeenkomst zou worden gesloten. Dit is niet gebeurd. Tenslotte heeft Itec terecht aangevoerd dat het niet haar taak is om Embassy Services te wijzen op haar opzeggingsmogelijkheden. Embassy Services is immers een professionele partij met een eigen verantwoordelijkheid en in het bezit van de afspraken die zij met Itec gemaakt had.
5.2
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de oorspronkelijke overeenkomst niet tijdig is opgezegd, daardoor in beginsel na 1 juni 2018 doorloopt en wel tot 1 juni 2024. Partijen zijn ook in geval van de verlengde overeenkomst in principe gebonden aan de op overeenkomst van toepassing zijnde algemene voorwaarden.
Buitengerechtelijke vernietiging
5.21
Embassy Services heeft – samengevat – aangevoerd dat, indien de overeenkomst wel doorloopt, zij bij brief van haar gemachtigde van 19 maart 2021 de artikelen 9.5, 9.6 en 13 van de algemene voorwaarden buitengerechtelijk heeft vernietigd, zodat de verlenging van de overeenkomst niet aan de orde is.
5.22
Vast staat dat door Embassy Services bij brief van 19 maart 2021 de vernietiging is ingeroepen van de betreffende artikelen uit de algemene voorwaarden. Gesteld noch gebleken is dat Itec zich in reactie op die buitengerechtelijke vernietiging op het standpunt heeft gesteld dat Embassy Services daartoe op dat moment niet meer bevoegd was. Ook in haar processtukken heeft Itec de bevoegdheid van Embassy Services tot buitengerechtelijke vernietiging niet bestreden. Itec heeft haar stellingen slechts gericht op de bij dagvaarding ingeroepen vernietiging. In de niet nader toegelichte stelling
“dat Embassy Services haar recht ter zake heeft verwerkt”, leest de kantonrechter geen betwisting van de bevoegdheid tot buitengerechtelijke vernietiging die Embassy Services op 19 maart 2021 heeft ingeroepen. Voor zover Itec de bevoegdheid van Embassy Services tot het inroepen van die buitengerechtelijke vernietiging had willen bestrijden, had van haar mogen worden verwacht dat ze dit expliciet en gemotiveerd had gedaan. Dit heeft ze echter nagelaten. De kantonrechter zal er daarom van uitgaan dat het beroep op buitengerechtelijke vernietiging van 19 maart 2021 bevoegd is gedaan en zal hieronder ingaan op het inhoudelijk verweer van Itec tegen de vernietigingsgronden.
Bedingen algemene voorwaarden onredelijk bezwarend
5.23
Vervolgens ligt de vraag voor of de buitengerechtelijke vernietiging van de algemene voorwaarden, meer specifiek van artikel 9.5 in samenhang bezien met de artikelen 9.6 en 13, door Embassy Services in rechte stand houdt. Ter beantwoording van die vraag zal de kantonrechter moeten toetsen of de door Embassy Services bij brief van 19 maart 2021 ingeroepen buitengerechtelijke vernietiging op goede gronden heeft plaatsgevonden. Volgens Embassy Services is artikel 9.5 van de algemene voorwaarden, waar Itec de verlenging van de overeenkomst op baseert, onredelijk bezwarend in de zin van artikel 6:233 sub a BW als dit artikel wordt gelezen in samenhang met de artikelen 9.6 en 13 van de algemene voorwaarden. Itec heeft tegen dit standpunt van Embassy Services verweer gevoerd.
5.24
Als uit hetgeen hierna wordt overwogen blijkt dat artikel 9.5 van de algemene voorwaarden, gelezen in samenhang met de twee andere artikelen, inderdaad een onredelijk bezwarende bepaling is en Embassy Services dus terecht buitengerechtelijk de vernietiging van dat artikel heeft ingeroepen, is de basis voor de verlenging van de oorspronkelijke overeenkomst komen te vervallen. Dit zou tot gevolg hebben dat de overeenkomst op 1 juni 2018 tussen partijen is geëindigd.
5.25
Volgens artikel 6:233 sub a BW is een beding in algemene voorwaarden vernietigbaar indien het, gelet op de aard en de overige inhoud van de overeenkomst, de wijze waarop de algemene voorwaarden tot stand zijn gekomen, de wederzijds kenbare belangen van partijen en de overige omstandigheden van het geval onredelijk bezwarend is voor de wederpartij. Daarbij komt het aan op de beoordeling van de eventuele onredelijk bezwarende gevolgen waaraan het beding, bij gebondenheid daaraan, de wederpartij van de aanvang af blootstelt en dus niet slechts van die voor de wederpartij nadelig gevolgen die zich in het gegeven geval ook daadwerkelijk hebben verwezenlijkt (HR 23 maart 1990,
NJ1991/214 Botman/Van Haaster). Bij de beantwoording van de vraag of een beding in algemene voorwaarden onredelijk bezwarend is, zijn niet alleen de in artikel 6:233 BW genoemde omstandigheden van belang. Ook de andere omstandigheden zijn van betekenis, waarbij óók kan worden gedacht aan gebeurtenissen die zich eerst na het sluiten van de overeenkomst voordoen, voor zover het beding op die gebeurtenissen mede betrekking heeft (MvA I, Parl. Gesch. BW Inv. 3, 5 en 6 Boek 6, p. 1622).
5.26
Tussen partijen is niet in geschil dat de artikelen 6:236 en 6:237 BW (de zogenoemde zwarte lijst en grijze lijst) in dit geval niet rechtstreeks van toepassing zijn. Embassy Services is immers geen ‘natuurlijk persoon, die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf.’ De kantonrechter is van oordeel dat Embassy Services, gelet op de werkzaamheden waar haar bedrijf zich op richt en het bedrijfsmatige karakter van de in het geding zijnde overeenkomst, niet een met een consument vergelijkbare positie inneemt en dit heeft Embassy Services ook niet betoogd. Er is dus geen aanleiding om aan de artikelen 6:236 en artikel 6:237 BW een sterke ‘reflexwerking’ toe te kennen. De zwarte en grijze lijst kunnen wel enige (zwakke) invloed uitoefenen bij de toetsing aan de open norm van artikel 6:233 sub a BW.
5.27
Itec heeft tijdens de zitting aangevoerd dat de uitspraak waarop Embassy Services nadrukkelijk een beroep doet (namelijk het arrest van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 19 maart 2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:1034) niet, althans onvoldoende, vergelijkbaar is met de hier voorliggende zaak. De redenen daarvoor zijn – kort weergegeven – dat in deze zaak Embassy Services maar liefst 3,5 jaar heeft gewacht met het inroepen van de buitengerechtelijke vernietiging, terwijl in het hiervoor genoemde arrest van het Hof vlak voor de opzegging is geprocedeerd.
Embassy Services blijft bij haar standpunt dat de door haar aangehaalde uitspraak wel degelijk als basis kan dienen in deze zaak.
5.28
De kantonrechter zal zich eerst buigen over de vraag of Embassy Services haar recht tot het inroepen van buitengerechtelijke vernietiging heeft verwerkt, door hiermee te wachten tot 19 maart 2021.
5.29
De kantonrechter honoreert het beroep van Itec op rechtsverwerking niet. Zij stelt voorop dat enkel tijdsverloop geen toereikende grond oplevert voor het aannemen van rechtsverwerking. Daarvoor is vereist de aanwezigheid van bijzondere omstandigheden als gevolg waarvan hetzij bij de wederpartij het gerechtvaardigd vertrouwen is gewekt dat de eiser zijn aanspraak niet meer geldend zal maken, hetzij de positie van de wederpartij onredelijk zou worden benadeeld of verzwaard in geval de eiser zijn aanspraak alsnog geldend zou maken. Dergelijke bijzondere omstandigheden zijn door Itec niet gesteld en deze zijn ook niet gebleken. Uit het e-mailcontact tussen partijen dat eind 2017, medio 2018 en eind 2020 heeft plaatsgevonden, heeft Itec op zijn minst kunnen (en moeten) afleiden dat Embassy Services het niet eens was met een stilzwijgende verlenging van de overeenkomst op dezelfde voorwaarden.
5.3
Aangezien het beroep op rechtsverwerking niet slaagt en Itec geen andere processuele verweren heeft gevoerd, wordt toegekomen aan de vraag of artikel 9.5 van de algemene voorwaarden een onredelijk bezwarend beding is, zoals Embassy Services heeft gesteld en Itec heeft betwist.
5.31
De kantonrechter vindt dat Embassy Services terecht heeft gemeend dat artikel 9.5 van de algemene voorwaarden, in samenhang gelezen met de artikelen 9.6 en 13 van die voorwaarden, onredelijk bezwarend voor haar is. Bij dit oordeel heeft de kantonrechter de volgende feiten en omstandigheden in onderling verband en samenhang betrokken.
5.31.1
Artikel 9.5 heeft een vergaande strekking. Daarin staat op de eerste plaats dat er minimaal 12 maanden voor de einddatum dient te worden opgezegd. Embassy Services heeft met het overleggen van verschillende documenten (met name sets algemene voorwaarden van andere leveranciers en branchegenoten) voldoende aangetoond dat een opzegtermijn van 12 maanden aanmerkelijk langer is dan gebruikelijk is binnen de branche. Itec heeft dit weliswaar betwist, maar ze heeft verzuimd deze betwisting te onderbouwen, waardoor zij is blijven steken in een blote ontkenning en dat is onvoldoende.
5.31.2
Het niet in acht nemen van die lange opzegtermijn heeft, blijkens artikel 9.5, als consequentie dat de overeenkomst (stilzwijgend en onder dezelfde voorwaarden) wordt verlengd voor éénzelfde periode als de oorspronkelijke periode, in dit geval dus met zes jaar. Een verlenging van de looptijd met zes jaar is erg lang, zeker voor de technische apparaten die Itec verhuurd. Met recht heeft Embassy Services erop gewezen dat de digitale wereld aan (snelle) veranderingen onderhevig is, wat met zich mee brengt dat de technische behoefte van een bedrijf snel kan veranderen. Embassy Services heeft onweersproken gesteld dat zij al enige jaren geen gebruik meer maakt van de zwart-wit printers die Itec aan haar ter beschikking heeft gesteld en dat zij bij haar visumdienstverlening vooral is aangewezen op kleurenprinters. Daarnaast is haar printbehoefte in algemene zin afgenomen, aldus Embassy Services. Itec heeft in het licht van deze stellingen, onvoldoende overtuigend toegelicht dat een (gebruiks)periode van zes jaar voor een printer in de huidige tijd nog redelijk zou zijn, laat staan dat is toegelicht dat die redelijkheid ook nog geldt voor een verlengde looptijd. Bij het voorgaande heeft de kantonrechter ook in ogenschouw genomen dat uit de door Embassy Services overgelegde sets algemene voorwaarden van branchegenoten volgt dat een verlenging van ten hoogste 12 maanden gebruikelijk is.
5.31.3
Het verstrekkende karakter van artikel 9.5, wordt onredelijk bezwarend door de gevolgen die voortvloeien uit de artikelen 9.6 en 13 van de algemene voorwaarden. Uit artikel 9.6 van de algemene voorwaarden blijkt immers dat tussentijdse beëindiging van de overeenkomst de facto niet tot de mogelijkheden behoort, omdat als verplichting geldt dat de tussentijds opzeggende huurder alle resterende huur- en onderhoudstermijnen moet voldoen, te vermeerderen met administratiekosten. Daar komt bij dat uit artikel 13 van de algemene voorwaarden het recht van Itec voortvloeit om de huurprijs jaarlijks met maximaal 10% te verhogen. In de praktijk zou toepassing van deze artikelen neerkomen op een door Itec berekende betaling van € 30.361,32 exclusief btw bij tussentijdse opzegging van de overeenkomst per 1 oktober 2018 en van € 19.018,60 exclusief btw bij tussentijdse opzegging van de overeenkomst per 1 januari 2021. Door de werking van de artikelen 9.6 en 13 is tussentijdse beëindiging dus geen serieuze optie.
5.31.4
Itec heeft niet overtuigend uitgelegd, laat staan onderbouwd, dat de kosten die zij heeft of dient te maken een verlengingsregime als hierboven beschreven rechtvaardigen, en dat zij dus een redelijk en in rechte te respecteren bedrijfsmatig belang heeft bij handhaving van artikel 9.5 in samenhang met de verdere inhoud van de overeenkomst. Weliswaar heeft zij ter zitting aangevoerd dat haar bedrijfsvoering is ingericht op de hele looptijd, maar zij heeft nagelaten om dit met stukken te onderbouwen en bovendien zegt die stelling niets over de verlengde looptijd.
Hetzelfde geldt voor de jaarlijkse indexering van artikel 13 van de algemene voorwaarden, die eveneens niet is onderbouwd door Itec.
5.31.5
Dat Itec gedurende de contracttermijn de verplichting heeft om te zorgen voor een goedwerkende printer, service moet blijven bieden en de apparatuur zo nodig moet vervangen, maakt het voorgaande niet anders. Deze verplichtingen van Itec laten immers onverlet dat Itec geacht moet worden haar investering al (ruimschoots) te hebben terugverdiend. Daar komt bij dat Itec niet gemotiveerd heeft betwist dat de printers die zij heeft geplaatst bij Embassy Services, al zijn afgeschreven.
5.31.6
Duidelijk is verder dat over het ingrijpende artikel 9.5 van de algemene voorwaarden, gelezen in het licht van de overige voorwaarden, tussen partijen niet is onderhandeld. Ook heeft de kantonrechter vastgesteld dat de algemene voorwaarden op de achterkant van de overeenkomst in een zeer klein lettertype zijn weergegeven en daardoor nauwelijks leesbaar zijn. Vooral dit laatste wekt de indruk dat daarin slechts bijkomstigheden zijn geregeld, en niet de ingrijpende gevolgen van stilzwijgende verlenging zoals hiervoor beschreven. Door op deze wijze een artikel op te nemen dat, in samenhang gelezen met de andere artikelen van de algemene voorwaarden, verstrekkende gevolgen heeft, heeft Itec het verlengingsregime onvoldoende onder de aandacht gebracht van Embassy Services.
Conclusie
5.32
Al het voorgaande in onderlinge samenhang bezien, leidt tot de slotsom dat Embassy Services op goede gronden op 19 maart 2021 buiten rechte de vernietiging heeft ingeroepen van artikel 9.5 van de toepasselijke algemene voorwaarden. Dit betekent dus dat de overeenkomst tussen partijen is geëindigd per 1 juni 2018. De primair in dit kader door Embassy Services verzochte verklaring voor recht is dan ook toewijsbaar, zij het met aanpassing van de datum waarop de overeenkomst is geëindigd. Deze aanpassing heeft tot gevolg dat alleen de bedragen die door Embassy Services na 1 juni 2018 aan Itec zijn betaald, onverschuldigd zijn betaald. Itec moet die bedragen dus terugbetalen aan Embassy Services. Ook de hierover gevorderde wettelijke rente vanaf de betaaldata van de respectievelijk door Embassy Services verrichte betalingen is toewijsbaar. De subsidiaire vordering (betrekking hebbend op artikel 9.6 van de algemene voorwaarden) en de meer subsidiaire vordering (ten aanzien van artikel 13 van de algemene voorwaarden) hoeven niet meer te worden besproken, omdat toewijzing van het primair gevorderde met zich meebrengt dat aan het overige niet meer wordt toegekomen.
5.33
De toewijzing van de primaire vordering in conventie heeft tot gevolg dat de (tegen)vordering van Itec in reconventie wordt afgewezen. Deze vordering is namelijk gebaseerd op de stelling dat de overeenkomst na 1 juni 2018 is blijven doorlopen en deze stelling heeft de kantonrechter verworpen.
Buitengerechtelijke kosten
5.34
Embassy Services heeft gevorderd Itec te veroordelen tot betaling van € 948,98 aan buitengerechtelijke incassokosten, dan wel een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met wettelijke rente.
5.35
Het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) is van toepassing. De kantonrechter stelt vast dat de Embassy Services voldoende heeft gesteld om te concluderen dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Itec heeft dat niet, althans onvoldoende (gemotiveerd), betwist. De kantonrechter ziet daarom aanleiding om een bedrag van € 930,38 toe te wijzen, gelet op de door Embassy Services gevorderde hoofdsom van € 17.398,41 minus (circa) zes maanden aan huurbetalingen en in overeenstemming met het in het Besluit bepaalde tarief. Dit bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten wordt vermeerderd met de wettelijke rente.
Proceskosten
5.36
Ten aanzien van de vordering van Embassy Services is Itec grotendeels in het ongelijk gesteld. Itec zal daarom worden veroordeeld in de proceskosten. Deze kosten worden aan de kant van Embassy Services tot en met vandaag vastgesteld op € 1.849,42, bestaande uit: € 90,42 aan dagvaardingskosten € 1.013,00 aan griffierecht en € 746,00 (2 punten x € 373,00) aan salaris gemachtigde [niet met btw belast]).
Itec zal ook, zoals gevorderd, worden veroordeeld tot betaling van de nakosten. De nakosten worden conform landelijk beleid in kantonzaken begroot op een half salarispunt, met een maximum van € 124,00. In dit geval wordt een bedrag van € 124,00 toegewezen.
De proceskosten en nakosten worden vermeerderd met de wettelijke rente, zoals onder de beslissing is vermeld.
5.37
Met betrekking tot de (tegen)vordering van Itec is geoordeeld dat deze vordering wordt afgewezen. Itec zal daarom worden veroordeeld in de proceskosten van Embassy Services. De kantonrechter ziet aanleiding om de proceskosten in reconventie te begroten met een correctiefactor 0,5, omdat de vordering in reconventie en het daartegen gevoerde verweer nauw samenhangen met de vordering in conventie. De proceskosten worden vastgesteld op € 311,00 (0,5 x 2 punten x € 311,00) aan salaris gemachtigde (niet met btw belast).
Tot slot
5.38
Wat partijen verder nog naar voren hebben gebracht, behoeft geen nadere bespreking meer, omdat dit in het licht van al hetgeen in dit vonnis is vastgesteld en overwogen, niet tot een andere beslissing kan leiden.

6.De beslissing

De kantonrechter:
ten aanzien van de vordering van Embassy Services
6.1
verklaart voor recht dat artikel 9.5 van de toepasselijke algemene voorwaarden is vernietigd, en dat de tussen partijen gesloten huur- en onderhoudsovereenkomst inzake de twee printers opgehouden is te bestaan per 1 juni 2018;
6.2
veroordeelt Itec tot terugbetaling van de vanaf 1 juni 2018 door Embassy Services aan Itec verrichte betalingen in het kader van voornoemde overeenkomst, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de betaaldata van de respectieve door Embassy Services verrichte betalingen, tot aan de dag van betaling daarvan;
6.3
veroordeelt Itec tot betaling aan Embassy Services van € 930,38 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de vijftiende dag nadat Itec schriftelijk tot betaling ervan is aangemaand tot de dag van voldoening;
6.4
veroordeelt Itec in de kosten van de procedure, welke kosten aan de kant van Embassy Services worden vastgesteld op € 1.849,42, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de vijftiende dag nadat Itec schriftelijk tot betaling ervan is aangemaand tot de dag van voldoening;
6.5
veroordeelt Itec in de kosten die na dit vonnis ontstaan, begroot op € 124,00 als bijdrage in het salaris van de gemachtigde (niet met btw belast), te vermeerderen met de wettelijke rente over deze kosten vanaf de vijftiende dag na betekening van het vonnis tot de dag van voldoening;
6.6
verklaart de hiervoor weergegeven veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
6.7
wijst het meer of anders gevorderde af;
ten aanzien van de (tegen)vordering van Itec
6.8
wijst de vordering van Itec af;
6.9
veroordeelt Itec in de kosten van de procedure, welke kosten aan de kant van Embassy Services worden vastgesteld op € 311,00;
6.1
verklaart de hiervoor weergegeven proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.C.W. Geurtsen-van Eeden, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken op 7 april 2022.