In deze zaak gaat het om de beroepsaansprakelijkheid van een advocaat die advies heeft gegeven over een franchiseovereenkomst. De eiseressen, NLHC Beheer B.V. en Rentex Floron B.V., hebben de advocaat aangesproken op grond van onrechtmatige daad, omdat zij van mening zijn dat de advocaat een beroepsfout heeft gemaakt. De advocaat had advies gegeven over de toelaatbaarheid van de franchiseovereenkomst in het licht van het mededingingsrecht. Jaren later oordeelt de Autoriteit Consument en Markt (ACM) dat de overeenkomst in strijd is met de Mededingingswet en legt een boete op aan de franchisenemers. De rechtbank oordeelt dat de advocaat geen beroepsfout heeft gemaakt. Ten tijde van de advisering was er ruimte voor andere interpretaties van de mededingingsregels. De advocaat heeft geadviseerd op basis van de door zijn cliënt verstrekte gegevens over het marktaandeel, die later door de ACM hoger zijn vastgesteld. De rechtbank wijst de vorderingen van de eiseressen af, omdat er geen sprake is van een beroepsfout van de advocaat. De rechtbank concludeert dat de advocaat mocht uitgaan van de juistheid van de door zijn cliënt verstrekte gegevens, ook al wist hij dat het advies gebruikt zou worden in besprekingen met derden.