In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats Eindhoven, op 14 januari 2021 uitspraak gedaan in een verstekzaak tussen een eiseres en twee gedaagden. De eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. N.S. Commijs, vorderde dat de gedaagden informatie zouden verstrekken over de exploitatie van een gepacht perceel landbouwgrond. De gedaagden zijn niet verschenen, waardoor verstek is verleend. De eiseres heeft sinds 1985 het perceel in eigendom en de gedaagden hebben het perceel gebruikt voor melkveehouderij. De eiseres heeft de gedaagden verzocht om informatie over hun agrarisch bedrijf, maar deze informatie is niet verstrekt. De eiseres vorderde onder andere de jaarrekeningen, facturen en informatie over fosfaatrechten. De rechtbank heeft geoordeeld dat de eiseres recht heeft op de gevraagde informatie, omdat zij een rechtmatig belang heeft bij de inzage in de bescheiden. De vordering tot ontbinding van de pachtovereenkomst is echter afgewezen, omdat niet duidelijk is wie de verstrekte informatie zou toetsen aan de wettelijke vereisten. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de gedaagden verplicht zijn om de gevraagde informatie te verstrekken, maar de vordering tot overdracht van fosfaatrechten is afgewezen omdat de eiseres niet aan alle voorwaarden voldoet. De proceskosten zijn gecompenseerd, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.