ECLI:NL:RBOBR:2021:5187
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Onredelijke belastingheffing en legesverordening in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 20 september 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een besloten vennootschap, eiseres, en de heffingsambtenaar van de gemeente Eersel. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor het plaatsen van een tijdelijke zendmast en ontving een aanslag leges van € 6.959, gebaseerd op de Legesverordening 2020 van de gemeente. Eiseres stelde dat het opgelegde legesbedrag van 16% van de werkelijke bouwkosten onredelijk was en verzocht de rechtbank om de Legesverordening 2020 geheel of gedeeltelijk onverbindend te verklaren.
De rechtbank oordeelde dat de gemeente Eersel het tarief mocht bepalen volgens de Legesverordening 2020 en dat er geen onredelijke belastingheffing was. De rechtbank benadrukte dat er geen rechtstreeks verband hoeft te zijn tussen de hoogte van de leges en de omvang van de door de gemeente geleverde diensten. De rechtbank concludeerde dat de heffingsambtenaar de aanslag leges terecht had opgelegd en verklaarde het beroep van eiseres ongegrond. De uitspraak werd in het openbaar gedaan en partijen hebben het recht om hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch binnen zes weken na verzending van het proces-verbaal.