In deze zaak, die voor de Rechtbank Oost-Brabant werd behandeld, heeft Nordeon Lighting Solutions B.V. (hierna: NLS) een kort geding aangespannen tegen een voormalige werknemer, aangeduid als [gedaagde]. De kern van het geschil betreft de naleving van een relatiebeding dat was opgenomen in de arbeidsovereenkomst van [gedaagde] met Nordeon Group, de rechtsvoorganger van NLS. NLS vorderde dat [gedaagde] zou worden geboden het relatiebeding na te leven tot 1 april 2022, en dat hij een dwangsom zou betalen bij overtreding van dit beding. De rechtbank heeft vastgesteld dat [gedaagde] het relatiebeding heeft overtreden door contacten te onderhouden met een belangrijke relatie van NLS, Euro-Luce, terwijl hij in dienst was van Koledo, een concurrent van NLS.
De rechtbank oordeelde dat het relatiebeding rechtsgeldig was overeengekomen en dat [gedaagde] zich aan dit beding diende te houden. De vordering van NLS om [gedaagde] te gebieden het relatiebeding na te leven werd toegewezen, met een dwangsom van € 2.500,- per dag bij overtreding, tot een maximum van € 100.000,-. De rechtbank wees echter de vordering van NLS af om [gedaagde] te veroordelen tot betaling van verbeurde boetes, omdat niet voldoende was aangetoond dat [gedaagde] het relatiebeding in zijn geheel had overtreden. De voorwaardelijke tegenvordering van [gedaagde] om het relatiebeding te schorsen werd afgewezen, omdat hij niet had aangetoond dat zijn belangen zwaarder wogen dan die van NLS.
De proceskosten werden toegewezen aan NLS, en de rechtbank verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis is uitgesproken door mr. J.J. Janssen, kantonrechter in Eindhoven, op 14 september 2021.