Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 2 juli 2021 met 15 producties
- de e-mail van mr. Germs van 14 juli 2021 met 6 producties
- de mondelinge behandeling op 14 juli 2021
- de pleitnota van mr. Van der Weijst
- de pleitaantekeningen van mr. Germs
- de schriftelijke verklaring van [eiseres] zoals overgelegd en voorgelezen ter zitting.
2.De feiten
om het ertoe te leiden dat binnen 48 uur aan het vonnis wordt voldaan”.
3.Het geschil
primair als subsidiair:
meete werken aan het totstandkoming van de depotovereenkomst. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] dienden het initiatief te nemen. Het is dan onredelijk dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] van [eiseres] meer inspanning verlangen dan van henzelf.
4.De beoordeling
om het ertoe te leiden dat binnen 48 uur aan het vonnis wordt voldaan”. Op vragen van mr. Van der Weijst wat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] in dat kader precies van [eiseres] verwachten, hebben zij geen antwoord gegeven.
1.016,00