8.3De Efteling heeft aangegeven dat er in 2020 en 2021 minder dan vijf miljoen bezoekers zijn gekomen als gevolg van de Corona pandemie. Verder heeft de Efteling al enkele maatregelen getroffen aan andere bronnen van stikstofemissie die zouden kunnen leiden tot een vermindering van stikstofdepositie. In de memo bij de aanvraag voor een nieuwe natuurvergunning wordt een aantal maatregelen genoemd. In het beroep tegen het bestreden besluit hebben eisers de effecten van deze maatregelen bestreden. De rechtbank is van oordeel dat verweerder had moeten beoordelen of de Efteling al maatregelen heeft getroffen (en zo ja, welke) en of het effect van deze maatregelen blijvend is. De rechtbank geeft hierbij enkele voorbeelden: het vervangen van brandstof-aangedreven bladblazers door elektrische bladblazers heeft een blijvend effect. Het is moeilijk voor te stellen dat de Efteling na vervanging opnieuw brandstof-aangedreven bladblazers gaat gebruiken. Het stoppen met het stoken van hout in vuurkorven tijdens de Winter Efteling heeft slechts een blijvend effect zolang het niet meer gebeurt. Als in de toekomst toch behoefte bestaat aan een sfeervol haardvuur, is deze activiteit eenvoudig te hervatten. Het beëindigen van de pacht van drie agrarische percelen op het terrein van de Efteling per 31 december 2021 heeft slechts een blijvend effect als die drie agrarische percelen daarna ook niet agrarisch worden gebruikt (en de percelen bijvoorbeeld weer worden bemest). De rechtbank benadrukt hierbij de vaste rechtspraak (zie de uitspraak van de Afdeling van 24 december 2003, ECLI:NL:RVS:2003:AO0934) dat, als een overtreding in de bezwaarfase is beëindigd, dit nog niet wil zeggen dat in de beslissing op bezwaar een herstelsanctie zou moeten worden herroepen. Verweerder heeft hier onvoldoende naar gekeken en daarom is het bestreden besluit onvoldoende zorgvuldig voorbereid. 8,4 Volgens de rechtbank heeft verweerder bij zijn besluitvorming in ieder geval de volgende mogelijkheden (de rechtbank sluit niet uit dat er ook andere mogelijkheden zijn):
Als er bij overschrijding van de grens van vijf miljoen bezoekers per jaar wel een natuurvergunning noodzakelijk is, dan kan verweerder de Efteling door middel van de natuurvergunning (al dan niet door het stellen van voorschriften) verplichten de maatregelen te (blijven) treffen zodat significante gevolgen voor het Natura 2000-gebied worden uitgesloten. In dat geval resteert de vraag of de aanvraag van 29 september 2020 daadwerkelijk een concreet zicht op legalisatie oplevert. Om concreet zicht op legalisatie in verband met een nieuwe natuurvergunning te kunnen aannemen, moet een ontvankelijke vergunningaanvraag zijn ingediend. Voldoende is in beginsel dat de aanvraag volgens het bevoegde gezag voldoende gegevens bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van het project en dat het bevoegde gezag geen beletselen ziet voor verlening van de gevraagde vergunning. Eisers hebben dit allemaal betwist en de rechtbank zal hierover pas in de einduitspraak een oordeel geven.
Als er geen vergunning noodzakelijk is én als de noodzakelijke bijkomende maatregelen om het effect van het toegenomen bezoekersaantal op te heffen, nog niet in voldoende mate zijn getroffen of als de getroffen maatregelen geheel of gedeeltelijk geen blijvend effect hebben, dan zal verweerder moeten kiezen uit verschillende mogelijkheden: hij kan het aantal bezoekers beperken tot vijf miljoen bezoekers per jaar door middel van een last onder dwangsom of bestuursdwang strekkende tot sluiting van de Efteling bij het bereiken van de grens van 5 miljoen bezoekers per jaar. Verweerder kan ook een last onder dwangsom of bestuursdwang opleggen aan de Efteling om toereikende maatregelen te (blijven) treffen bij het bereiken van de grens van 5 miljoen bezoekers per jaar. Het gaat erom dat verweerder moet borgen dat de maatregelen blijvend worden getroffen door de Efteling om een toename van stikstofdepositie na overschrijding van de grens van vijf miljoen bezoekers per jaar te voorkomen.
9. Dit zou alleen anders zijn als verweerder van handhaving zou kunnen afzien, omdat handhavend optreden (bijvoorbeeld in de vorm van sluiting van de Efteling als er meer dan vijf miljoen bezoekers per jaar zijn geweest) onevenredig is. In het bestreden besluit heeft verweerder niet aangegeven of verweerder het advies van de HAC volgt of niet. Als verweerder bevoegd is om handhavend op te treden (omdat er een vergunningsplicht bestaat), moet verweerder nog motiveren of hij het advies van de HAC volgt, en zo nee, waarom niet. Op dit moment ontbreekt zo’n motivering. De rechtbank wijst er daarbij op dat zij met de HAC van oordeel is dat de door verweerder genoemde omstandigheden er niet toe leiden dat handhavend optreden onevenredig is. Iedereen moet zich houden aan de wet, ook de Efteling. De omvang van de stikstofdepositie van de Efteling op het Natura 2000-gebied (15,15 mol/hectare/jaar bij vijf miljoen bezoekers) is zo groot dat een toename naar zes miljoen bezoekers bij gelijkblijvende bedrijfsvoering geen overtreding is die verweerder door de vingers kan zien, zeker niet nu de overtreding al drie opeenvolgende jaren heeft plaatsgevonden. Daarnaast duidt het indienen van een aanvraag voor een natuurvergunning erop dat de Efteling in staat is om maatregelen te treffen om de stikstofdepositie op het Natura 2000-gebied te beperken. Deze maatregelen kunnen dus in redelijkheid ook van de Efteling worden gevergd. Als verweerder van een agrariër of een bedrijf verlangt dat zij zich aan de Wnb houden, dan zal verweerder de Efteling moeten verplichten om hetzelfde te doen.
10. De rechtbank is van oordeel dat het bestreden besluit onder deze omstandigheden niet ongewijzigd in stand kan blijven. In het bestreden besluit heeft verweerder onvoldoende rekening gehouden met de gevolgen van het gewijzigde artikel 2.7 van de Wnb.
11. Op grond van artikel 8:51a, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de rechtbank het bestuursorgaan in de gelegenheid stellen een gebrek in het bestreden besluit te herstellen of te laten herstellen. Op grond van artikel 8:80a van de Awb doet de rechtbank dan een tussenuitspraak. De rechtbank ziet aanleiding om verweerder in de gelegenheid te stellen de in rechtsoverwegingen 8 en 10 genoemde gebreken in het bestreden besluit te herstellen. Dat herstellen kan hetzij met een aanvullende motivering, hetzij, voor zover nodig, met een nieuwe beslissing op bezwaar, na of tegelijkertijd met intrekking van het nu bestreden besluit.
12. De rechtbank geeft verweerder de volgende aanwijzingen.
Verweerder moet motiveren of andere significante gevolgen vanwege het overschrijden van de grens van vijf miljoen bezoekers per jaar op het Natura 2000-gebied zijn uitgesloten of niet, met andere woorden, of er een natuurvergunning noodzakelijk is of niet als er meer dan vijf miljoen bezoekers komen, ook al is er geen toename van stikstofdepositie. Als verweerder zich op het (gemotiveerde en onderbouwde) standpunt stelt dat er wel een natuurvergunning noodzakelijk is, dan kan verweerder hiermee volstaan.
Anders moet verweerder onderzoeken welke maatregelen de Efteling ondertussen heeft getroffen en of deze maatregelen blijvend zijn getroffen. Hierbij zal verweerder moeten aangeven wat het effect is van deze maatregelen op de stikstofdepositie op het Natura 2000-gebied en of bij overschrijding van de grens van vijf miljoen bezoekers per jaar sprake zal zijn van een toename van de stikstofdepositie op het Natura 2000 gebied.
In het geval er geen natuurvergunning noodzakelijk is maar de tot nu toe getroffen maatregelen onvoldoende zijn om bij overschrijding van de grens van vijf miljoen bezoekers per jaar een toename van de stikstofdepositie op het Natura 2000 gebied te voorkomen, dan wel onvoldoende is geborgd dat deze maatregelen blijvend zijn getroffen, kan verweerder niet zonder meer afzien van handhavend optreden omdat sprake is van een concreet zicht op legalisatie. Nu hierboven ook is geoordeeld dat handhavend optreden tegen de Efteling niet onevenredig is, zal verweerder moeten beslissen of hij, onder herroeping van het primaire besluit, niet alsnog gaat handhaven en een last onder dwangsom of bestuursdwang oplegt. Verweerder heeft (als hij gaat handhaven) in ieder geval de keuze tussen een sluiting van de Efteling bij een nader aan te geven aantal bezoekers per jaar, of een last onder dwangsom of bestuursdwang waarin de Efteling wordt verplicht om (bij overschrijding van vijf miljoen bezoekers per jaar) concrete maatregelen te (blijven) treffen om de daaruit voortvloeiende toename van stikstofdepositie uit te sluiten.
13. De rechtbank bepaalt de termijn waarbinnen verweerder de gebreken kan herstellen op zes weken na verzending van deze tussenuitspraak. Verweerder moet op grond van artikel 8:51b, eerste lid, van de Awb èn om nodeloze vertraging te voorkomen zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen twee weken, meedelen aan de rechtbank of hij gebruik maakt van de gelegenheid de gebreken te herstellen.
14. Eisers en de Efteling krijgen de gelegenheid om binnen vier weken te reageren op de herstelpoging van verweerder. In beginsel, ook in de situatie dat verweerder de hersteltermijn ongebruikt laat verstrijken, zal de rechtbank zonder tweede zitting uitspraak doen op het beroep. De rechtbank zal de beroepsgronden van eisers met betrekking tot het ontbreken van concreet zicht op legalisatie en de kritiek van eisers op de effecten van de maatregelen in de toelichting op de aanvraag van de Efteling van 29 september 2020 bespreken in de einduitspraak.
15. De rechtbank wijst er op dat het geding, zoals dat na deze tussenuitspraak wordt gevoerd, in beginsel beperkt blijft tot de beroepsgronden zoals die zijn besproken in de tussenuitspraak omdat het inbrengen van nieuwe geschilpunten over het algemeen in strijd met de goede procesorde wordt geacht.
16. De rechtbank ziet in wat zij hiervoor heeft overwogen geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat de Efteling heeft aangegeven dat zij in 2020 2,9 miljoen bezoekers heeft ontvangen en dat zij in 2021 vanwege de tijdelijke sluiting als gevolg van de Corona pandemie hoogstwaarschijnlijk geen vijf miljoen bezoekers zal ontvangen. In dat geval blijft de Efteling binnen de grenzen van de huidige natuurvergunning. De rechtbank zal naar alle waarschijnlijkheid voor de jaarwisseling een einduitspraak doen.
17. De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan tot de einduitspraak op het beroep. Dat laatste betekent ook dat zij over de proceskosten en het griffierecht nu nog geen beslissing neemt.