Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.[belanghebbende sub 1] ,
[belanghebbende sub 2],
1.De procedure
- het verzoekschrift van 25 mei 2021 met 4 producties
- de mondelinge behandeling via Skype op 23 juni 2021.
Rechtbank Oost-Brabant
In deze beschikking van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant, uitgesproken op 30 juni 2021, werd een verzoek om goedkeuring van een verklaring ex artikel 3:270 lid 3 BW afgewezen. Het verzoeker, vertegenwoordigd door notaris mr. S.W. van Wechem, had een verklaring ingediend die betrekking had op de netto-opbrengst van de executieverkoop van een woning. De voorzieningenrechter oordeelde dat niet summierlijk van de juistheid van de verklaring was gebleken. Er waren aanwijzingen dat de hypotheekconstructie en de executieverkoop waren opgezet met het oogmerk om andere schuldeisers te benadelen. De voorzieningenrechter wees op de ongewone voorwaarden van de lening, waaronder een rente van 1% per maand, en de omstandigheden waaronder de hypotheek was gevestigd. De voorzieningenrechter concludeerde dat de voorwaarden van de lening en de executieverkoop vragen opriepen over de intenties van de betrokken partijen, met name omdat de lening niet door een bank was verstrekt maar door een particulier. De voorzieningenrechter merkte op dat de verzoeker geen overtuigende verklaring had gegeven voor de ongunstige voorwaarden en dat er vermoedens bestonden dat de hypotheek en de executieverkoop waren bedoeld om de verhaalsmogelijkheden van andere schuldeisers te beperken. Uiteindelijk werd het verzoek om goedkeuring van de verklaring afgewezen.