Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Bewijs
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
De eis van de officier van justitie.
Het oordeel van de rechtbank.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] .De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank de benadeelde partij niet ontvankelijk verklaart in de vordering, nu verdachte niet op de hoogte is gebracht van de vordering en hij geen verweer heeft kunnen voeren tegen die vordering.
Gevangenneming.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
T.a.v. feit 1:poging tot moordT.a.v. feit 2:poging tot moordT.a.v. feit 3:- handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitieen het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II- handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Gevangenisstraf voor de duur van 20 jaar met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht